De campagne van de Navo tegen de Taliban is tot mislukken gedoemd. De militaire aanwezigheid van het bondgenootschap draagt niet bij aan de oplossing, maar is deel van het probleem. De toestand verslechtert voortdurend. Verreweg het beste zou het zijn als Afghanistan de komende vijf tot tien jaar geregeerd zou worden door een verlichte dictator. Dat heeft de Britse ambassadeur in Kabul, Sherard Cowper-Coles, tegen Jean-François Fitou gezegd. Fitou, plaatsvervangend ambassadeur, maakte er een geheim rapportje van en stuurde dat aan zijn minister in Parijs. De boodschap lekte uit en kwam terecht in Le Canard enchaîné. Diplomaten en regeringen raakten in verlegenheid, er werd een beetje omheen gedraaid, maar ten slotte kwam het er toch op neer dat Fitou zijn collega goed had geciteerd.
Deze gang van zaken is typerend voor de manier waarop er met de waarheid over Afghanistan wordt omgesprongen. Diplomaten willen elkaar onderling wel vertellen hoe de vork in de steel zit en de Fransman vond het zijn plicht om zijn regering van het gesprek op de hoogte te stellen, maar alles voltrok zich in het diepste geheim. Vanzelfsprekend. Vorige maand zijn tien Franse soldaten gesneuveld, en president Sarkozy, die kennelijk in de goede afloop gelooft, besloot om zevenhonderd man extra te sturen. De publieke opinie raakte van de geheime Britse inzichten op de hoogte dankzij een lek.
Cowper-Coles zei nog meer. Het zenden van meer troepen zou een averechts effect hebben. De strijdkrachten zouden nog meer worden gezien als een bezettingsmacht en daardoor het verzet verder stimuleren. Jammer genoeg denken de twee kandidaten voor het Amerikaanse presidentschap daar anders over. Ze willen een substantiële versterking, ook van de Navo. En we hebben geen keus, de Amerikanen hebben nu eenmaal de leiding. We moeten Washington aan het verstand brengen dat we deelgenoot willen zijn van een strategie die succes heeft, en niet meedoen aan een beleid dat uitdraait op een nederlaag.
Drie dagen na de onthulling in Le Canard enchaîné verklaarde de hoogste Britse militair in Afghanistan, generaal Mark Carleton-Smith, in The Sunday Times dat deze oorlog niet te winnen valt. ‘We moeten onze verwachtingen bijstellen. Het beste wat we kunnen hopen is dat de opstand wordt teruggebracht tot een niveau waarop de Afghaanse strijdkrachten zelfstandig de dreiging verder kunnen bedwingen.’ En hij sloot niet uit dat er met de Taliban zal moeten worden onderhandeld. Intussen blijkt koning Abdullah van Saoedi-Arabië half achter de schermen al een bemiddelende rol te vervullen. Uit dit alles zou je de indruk kunnen krijgen dat na zeven jaar vergeefse oorlog de toestand aan het schuiven is.
Maar zoals Cowper-Poles zei: de sleutel ligt in Washington en als de twee presidentskandidaten het over één ding eens zijn, is het dat deze oorlog moet worden gewonnen, wat je daaronder ook mag verstaan. Het kan nog jaren duren en er zijn meer troepen nodig. En hier verschijnt Nederland als kleine, trouwe bondgenoot opnieuw op het toneel. Bijna een jaar geleden hebben we besloten dat onze militaire missie tot de zomer van 2010 in Uruzgan zal blijven. Ik heb toen geschreven dat ik dit een slechte beslissing vond. Twee jaar bijtekenen zonder dat je weet wie de volgende Amerikaanse president zal zijn, zonder een flauw idee te hebben van zijn beleid in Afghanistan, is va-banque spelen met de Nederlandse strijdkrachten. Er was niets aan te doen. We hebben een slechte minister van Defensie, die zich indertijd gedrukt heeft toen hij zelf in dienst moest. Ook onze minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen onderscheidt zich door Haagse krijgshaftigheid. Hij wil dat Nederland binnen Europees verband meer in defensie investeert, zodat er eindelijk een Europese interventiemacht op de been kan worden gebracht. ‘Ik verwacht dat de noodzaak van onze inzet alleen maar zal toenemen. Zo mag er in Afghanistan nog best een schepje bovenop. De behoefte aan civiele capaciteit is daar enorm’, liet hij in de Volkskrant (25 september) weten.
‘t Zal wel. Maar onder wiens auspiciën, volgens welke strategie? Wat vinden ze in Den Haag van de nieuwste Britse inzichten, zoals die half ondershands bekend zijn geworden? Wordt er rekening mee gehouden dat de toestand in Afghanistan ook regelrecht is verbonden met wat er in Pakistan gebeurt, en dat dit land hard op weg is een failed state te worden? Weten ze wat McCain of Obama straks van ons in Uruzgan zal verlangen? Afghanistan is op het ogenblik één groot ingewikkeld front. Hoe het Westen zich daaruit moet redden is nu het onderwerp van half openbare discussie, waaraan overigens in Nederland niet wordt deelgenomen. Laten we ons er verder in rommelen, zoals toen in Irak? En mogen we weer niet weten hoe dat gebeurd is? Het lijkt er meer en meer op.
Rubriek H.J.A. HOFLAND
Rommelen
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2008/41
www.groene.nl/2008/41