Tijdens de Tweede Wereldoorlog trad Hubbard in zijn vaders voetsporen. Volgens eigen zeggen vergaarde hij de ene na de andere militaire onderscheiding. De Amerikaanse regering heeft zijn oorlogsheldendom echter altijd bestreden en stelt dat Hubbard niet meer dan vier standaard-onderscheidingen kreeg. Wel ontving hij tot 1980 een staatsuitkering vanwege door de oorlog veroorzaakte arbeidsongeschiktheid.
Als gevolg van een bijna-doodervaring op de operatietafel, compleet met uittreding, ontving Hubbard naar eigen zeggen magische vermogens, zoals een talent voor hypnose. Hij schreef zijn transcendentale visioen op, maar het betreffende manuscript kon helaas niet worden gepubliceerd omdat iedereen die het las ‘gek werd of zelfmoord pleegde’.
Eind jaren veertig zat Hubbard totaal aan de grond. Hij was inmiddels gescheiden van zijn eerste vrouw. De alimentatiekosten maakten zijn leven onmogelijk. Hij leefde in een commune in Pasadena, een hippie- kolonie avant la lettre, compleet met marihuana en rituele seks. Dit alles conform de voorschriften van de roemruchte ‘zwarte magier’ en dichter Alsteir Crowley, alias het Beest 666. De Britse occultist, die zichzelf presenteerde als satanist en rechtmatige erfgenaam van de orde der Tempeliers, verkondigde een leer die in zijn nadruk op het gebruik van seksuele energie enigszins leek op die van Wilhelm Reich, aangevuld met alchemistische leerstukken uit vervlogen tijden. Hubbard noemde Crowley ooit ‘mijn goede vriend’, hetgeen een persoonlijk contact suggereert.
Hubbards boezemvriend in de commune was John Whiteside Parsons, de grondlegger van een regeringsproject met rakettechnologie op het California Institute of Technology. Parsons kwam in 1952 tijdens een explosie in zijn garage om het leven. Zo bleef hem de verklaring bespaard die Hubbard later zou geven over zijn verblijf in Pasadena; dat hij er als undercover-agent van de Amerikaanse marine was gestationeerd, belast met onderzoek naar de band tussen occultisten en prominente wetenschappers.
IN 1950 KWAM de carriere van Hubbard in een stroomversnelling. In het pulpblaadje Astounding Science Fiction Magazine publiceerde hij een verhandeling over een door hemzelf ontwikkelde therapie tegen psychosomatische kwalen, Dianetics genaamd. Talloze kwalen vonden volgens deze leer hun bron in de ‘reactive mind’, alwaar persoonlijke trauma’s werden opgeslagen. Met Hubbards Dianetics-kuur, nadrukkelijk gepresenteerd als de psychotherapie voor de kleine man, kon het individu zijn ‘reactive mind’ zuiveren en een perfect mens worden.
Het verhaal sloeg enorm aan en in recordtempo schreef Hubbard er een boek over. Dianetics: The Science of Mental Health werd een instant-bestseller. De roodharige profeet werd in een klap een begrip in Amerika en trok volle zalen met zijn lezingen en demonstraties.
Hubbards volgende stap was de oprichting van Scientology, nadrukkelijk geafficheerd als een wetenschappelijke leer met religieuze componenten. Zijn boek had hem in een klap tot een vermogend man gemaakt, en Scientology bleek een nog veel grotere kassakraker. Prive ging het echter minder. Zijn echtgenote Sara Northrup Hubbard beschuldigde hem in het vuur van een scheidingsprocedure van ‘wetenschappelijke martelexperimenten’ en stelde dat hij leed aan paranoide schizofrenie. Hubbard, tijdelijk uitgeweken naar Cuba, sloeg hard terug door haar in de hoogtijdagen van McCarthy als communist aan te geven bij de FBI. Ook beweerde hij dat Sara had meegewerkt aan een nachtelijke aanslag op hem waarbij hij met lucht zou zij geinjecteerd om een hartaanval te veroorzaken en waarbij hij elektrische schokken zou hebben ontvangen. Getuigen voor deze aanslag waren niet voorhanden.
Terwijl de aanhang van Scientology met de jaren groeide en tienduizenden mensen een persoonlijkheidstest lieten verrichten met Hubbards speciale ‘E-meter’ (een apparaat dat blokkades in het brein opspoort) , kwam Hubbard steeds meer tot de overtuiging dat een geheime wereldregering het op zijn vernietiging had gemunt. ‘Onze vijanden op deze planeet zijn minder dan twaalf man’, vertelde hij zijn gehoor in 1967. ‘Ze zijn lid van de Bank van Engeland en andere hoge financiele kringen. Ze bezitten en controleren krantenconcerns en zijn opmerkelijk genoeg directielid in alle geestelijke-gezondheidsinstellingen die de wereld zijn opgedrongen.’
In de Verenigde Staten waren het vooral de FBI, de belastingdienst en de Food and Drugs Administration die een hoofdrol in Hubbards visioen van schaduwregeringen toebedeeld kregen. In internationaal verband dichtte hij een grote rol toe aan Interpol. Hubbards haat tegen deze instituties kwam wellicht deels voort uit de permanente controverses die hem en Scientology omringden op het gebied van belastingontduiking. In de jaren zestig had hij zo'n aversie tegen Amerika opgebouwd dat hij met drie zeilschepen vol aanhangers naar Europa besloot te ontsnappen. Echt hartelijk was de ontvangst niet. Op het Portugese eiland Madeira werd de vloot door een meute opgewacht die anti-CIA-slogans riepen en molotovcocktails gooiden.
DE JAREN zeventig brachten Scientology nog meer financiele armslag. De belastingdienst taxeerde het werkelijke inkomen van de groep op twee miljoen dollar per week, grotendeels van behoeftige hulpzoekers afgetroggeld. Hubbard, begin jaren zeventig slachtoffer van een ernstig motorongeluk, zocht steeds meer het isolement. Als een Romeinse keizer liet hij zich omringen door jonge gunstelingen, die perfect waren getraind in het vermijden van de beruchte woede-aanvallen van de profeet. De lichtste geur van zeep in zijn kleren kon hem veranderen in een dondergod, en al even pathologisch zou zijn fobie voor stof zijn geweest. Zijn gewezen voorlichter Sullivan: ‘Als je hem bleef bewonderen was hij geweldig. Maar als je hem tegenwerkte, of in ieder geval die schijn wekte, ging hij tegen je te keer, begon hij je uit te schelden.’ Vaak meende Hubbard dat er gif in zijn eten was gegooid. ‘Iemand probeert me te vermoorden’, riep hij dan. ‘Wat heb ik gedaan? Het enige wat ik heb geprobeerd is de mensen te helpen.’
In februari 1980 dook Hubbard definitief onder, op de vlucht voor de belastingen. Zijn oudste zoon probeerde te bewijzen dat hij was gestorven, maar dat werd weersproken door pa, die als bewijs een brief met vingerafdrukken opstuurde. Tot zijn dood op 24 januari 1986 woonde Hubbard onder valse naam en slechts vergezeld door twee getrouwen op een boerderij in San Luis Obispo in Californie, ver van het gewoel over zijn persoon. Een rechter in Los Angeles noemde hem een ‘pathologische leugenaar’, maar zijn aanhang, zes miljoen mensen sterk in die tijd, gaf geen krimp. ‘Iedere controverse over hem is als een vlekje op zijn schoenen’, luidde het verweer van Scientology. ‘Miljoenen mensen houden van hem en respecteren hem. Wat hij in een leven heeft gepresteerd zal doorwerken op iedere man, vrouw en kind voor de eerstkomende tienduizend jaar.’
Tijdens de crematieplechtigheid in het Hollywood Paladium riepen Hubbards fans collectief hoera ter demonstratie van hun rotsvaste overtuiging dat de grote leider nu op een andere planeet zijn volgende incarnatie zou doormaken. Al even eeuwig zal zijn werk voortbestaan. Hubbards gehele oeuvre (500.000 geschreven pagina’s, drieduizend op band vastgelegde redevoeringen en honderd films) werd twee jaar geleden op stalen platen gegraveerd en gedrukt in linnen boeken, en vervolgens opgeslagen in een atoomvrije bunker in Californie. Zo blijft de grote profeet behouden.
Zijn invloed is ondertussen onmiskenbaar. Onlangs bekende de grote Amerikaanse verzekeringsmaatschappij Allstate Insurance dat Hubbards leerstukken daadwerkelijk worden gebruikt op managementcursussen. Scientology claimt dat zulks ook bij Shell, Volkswagen, Toyota en General Motors geschiedt.