Zo publiceerde The New York Times een paar weken geleden een artikel over drugsgerelateerde misdaadstatistieken, onder de wat raadselachtige maar niettemin dreigende titel ‘Smoke and Horrors’. Aanleiding vormden de heftige debatten over het voorstel om marihuana in Californië te legaliseren - een van de vele propositions die de kiezers in de verschillende staten vorige week werden voorgelegd.
Proposition 19 redde het net niet (46 procent voor, 53 procent tegen), maar de initiatiefnemers hebben nu al aangekondigd dat ze het voorstel bij de verkiezingen in 2012 opnieuw zullen inbrengen. De uitslag was verrassend, omdat het voorstel op hoog niveau, van links tot rechts, bestreden werd. Politici en justitie schermden daarbij met misdaadcijfers, waar vooral jonge zwarten en latino’s negatief uitsprongen. Precies deze cijfers zijn nu aan een nader onderzoek onderworpen - met uitkomsten die een wel heel schril licht werpen op de justitiële rapporten en de berichtgeving daarover in de media.
Volgens een recent verschenen sociologisch rapport ligt het aantal zwarten, gearresteerd vanwege het bezit van marihuana, in Los Angeles niet minder dan zeven maal hoger dan dat van witte arrestanten. Ook in kleinere steden in Californië ligt de verhouding tussen witte en zwarte arrestanten vrijwel steeds op een niveau van een op vijf à zeven. De uitkomsten voor de latino’s - of hispanics, het ‘ras’ waaronder de immigranten uit Midden- en Zuid-Amerika en hun kinderen overal in de VS, zonder protest, worden geregistreerd - zijn vergelijkbaar.
De officiële misdaadstatistieken staan echter in scherp contrast met het werkelijke gebruik (en dus bezit) van marihuana: nationaal drugsonderzoek laat namelijk zien dat de marihuanaconsumptie onder witte jongeren al vele jaren systematisch hoger ligt. Simpel gezegd: als jonge witte Amerikaan heb je heel veel minder kans gearresteerd te worden wegens marihuanabezit dan als zwarte of latino. ‘Grotesk’ noemt de Times de disproportionele uitkomsten van deze analyse, vooral omdat zulke arrestaties in een land als de VS enorme repercussies kunnen hebben bij het aanvragen van een lening of een studiebeurs, of het zoeken naar een baan en een huis.
Het is verleidelijk op deze pijnlijke ongelijkheid direct het etiket ‘racisme’ te plakken. Maar dat is al te makkelijk, zoals een quick scan van de ‘raciale’ samenstelling van het politiecorps van Los Angeles duidelijk maakt: een op de drie agenten is wit, bijna veertig procent is latino, vijftien zwart en twaalf asian-american. Niet racisme, maar de systematische observatie van sociaal zwakkere buurten, met name door jonge agenten, blijkt in belangrijke mate verantwoordelijk voor de schrijnende ongelijkheid. De jonge agenten willen zich graag laten gelden, door krachtig op te treden, vooral tegen lastige jongeren, een beleid dat door hun superieuren als effectief en productief wordt beschouwd.
Het stuk in The New York Times was vooral bedoeld als pleidooi voor een andere drugswetgeving, minder vanwege de softdrugs zelf, dan om een einde te maken aan de desastreuze sociale gevolgen van dit politionele en justitiële beleid. Een begrijpelijk standpunt, wanneer we ons realiseren dat alleen al in Californië de laatste tien jaar een half miljoen mensen is gearresteerd wegens marihuanabezit. En in andere Amerikaanse steden gaat het er niet anders toe.
Maar de moraal van dit verhaal reikt natuurlijk veel verder - en daarom kan zo'n stuk dagen aan je knagen. ‘Smoke and Horrors’ raakt een onderwerp dat eruit ziet als de spreekwoordelijke punt van een ijsberg. Dit zal immers niet het enige geval zijn waarin politici, justitie en andere instanties, inclusief de media, de wereld zo'n karikatuur van de werkelijkheid voorhouden. Wie houdt al die informatie over intensief geobserveerde groepen, toestanden en incidenten, die tot zulke wanstaltige vertekeningen en ernstige gevolgen kunnen leiden, werkelijk goed tegen het licht? Wat zijn ze waard, die statistieken van fouten in ziekenhuizen of misstanden in scholen, van crimineel gedrag onder jongeren, uitgesplitst naar cultureel-etnische achtergrond? Is er één reden te bedenken waarom de hiervoor beschreven mechanismen niet ook hier werkzaam zijn?
Je ziet méér als je er - letterlijk en figuurlijk - naar uitkijkt, ook in de media. Een treffend bewijs daarvan leverde een onderzoek over de berichtgeving over incidenten rond tbs'ers, een paar jaar geleden verricht in opdracht van de Raad van Maatschappelijke Ontwikkeling. Die kwesties zorgden voor brandend nieuws en geagiteerde politici, terwijl het aantal incidenten in werkelijkheid al jaren stabiel op een laag niveau lag. Niettemin waren er inmiddels verstrekkende conclusies aan die agitatie verbonden.