Een opvallend bericht begin dit jaar. Rotterdam wist met ‘harde hand’ 15 duizend mensen uit de bijstand te krijgen, Amsterdam met ‘zachte hand’ 18 duizend. Dus dan vraag je je af: maakt het uit wat voor bijstandsbeleid een gemeente linksom of rechtsom voert?
Het college van Leefbaar, CDA en D66 stelde zich het ambitieuze doel om 12 duizend mensen uit de bijstand te krijgen. Rotterdam is ‘bijstandshoofdstad’ van Nederland en loopt vaak voorop met experimenten.
Zo liep hier vier jaar voor de invoering van de nieuwe Participatiewet van 2015 al een proef voor een tegenprestatie voor mensen in de bijstand. En in 2012 werden de eerste uitkeringsgerechtigden in de kassen van het Westland te werk gezet. Dat gebeurde toen nog onder twee PvdA-wethouders, later zette Leefbaar-wethouder Maarten Struijvenberg dit beleid voort.
En dat deed hij met ferme hand: mogelijke fraudeurs zijn nog eens extra gecheckt en van zesduizend mensen is de uitkering stopgezet. Bijstandsgerechtigden moeten meewerken aan een reïntegratietraject of vrijwilligerswerk doen, op straffe van een boete. Wie in Rotterdam zelf geen werk kan vinden, moet papier prikken of washandjes vouwen. ‘Mensen hebben de afgelopen vier jaar alleen maar wantrouwen gekregen’, vatte SP-voorman Leo de Kleijn het samen, vorige week tijdens een debat over armoede in Arminius.
Er kwam veel kritiek op de Rotterdamse aanpak. Onder meer van Ombudsman Anne Mieke Zwaneveld die met ‘hufters, losers en fraudeurs’ de in haar ogen te harde toon van de Rotterdamse sociale dienst samenvatte. Die toon is inmiddels wat gematigd, laat zij weten, maar de inhoud van het traject is nog hetzelfde. Evenals de dreiging: korting op je uitkering als je niet meewerkt.
Het heetste hangijzer van de gemeenteraadsverkiezingen is de verplichte tegenprestatie, concludeerde Binnenlands Bestuur vorige week na eigen onderzoek. In Rotterdam moeten 21 duizend mensen ‘met een grote afstand tot de arbeidsmarkt’ iets terugdoen voor hun uitkering. Dat is onderdeel van de landelijke Participatiewet, maar gemeenten geven daar zelf invulling aan.
Ofwel: politieke kleur maakt nogal uit. Zo is de Rotterdamse Leefbaar-wethouder een groot voorstander van de verplichte tegenprestatie, maar wil de SP-wethouder in Amsterdam hier niks van weten.
Maar hoe hard is die Rotterdamse aanpak echt? We vroegen het Nico van Wijk die leiding geeft aan de Taskforce Tegenprestatie van de gemeente Rotterdam.
Al met al hebben we het over een groep van 21 duizend mensen van gemiddeld 50 jaar oud die ongeveer 11 jaar in de bijstand zitten, legt hij uit. Veel van hen hebben een taalachterstand of psychische problemen. ‘Voorheen was deze groep nauwelijks in beeld.’ En door bezuinigingen van het Rijk is er nog steeds weinig geld. ‘Het enige middel dat we hebben, is een goed gesprek.’
Volgens hem heeft die op het eerste gezicht zo harde tegenprestatie feitelijk twee doelen: persoonlijke ontwikkeling en wederkerigheid. De ‘harde Rotterdamse hand’ komt in de vorm van een brief en een goed gesprek, waarna mensen zelf bedenken wat voor tegenprestatie ze kunnen doen. Maatwerk, noemt Van Wijk dat: ‘we gaan in op wat mensen zelf willen.’ Dit werkt, zegt hij, verwijzend naar een positieve evaluatie.
Toch klinkt het ons minder streng in de oren dan de gemeente doet geloven. Dat zegt ook Merel Schuring van het Erasmus MC, die veel onderzoek deed naar bijstandsontvangers. ‘Vooral de toon verschilt met die van Amsterdam, de inhoud niet echt. De ene gemeente noemt het een tegenprestatie, de ander ‘activeren’.’ In Amsterdam heet de tegenprestatie bijvoorbeeld ‘Meedoen werkt‘.
Het is, kortom, hetzelfde beleid in andere verpakking. Schuring: ‘De naam tegenprestatie suggereert een hele harde aanpak. Maar deelnemers laten weten dat ze er meer zelfvertrouwen door krijgen, uit hun isolement komen en hun sociale netwerk verbreden.’ Haar tip: geef het beestje een andere naam.
En toch klopt er iets niet. In Rotterdam zijn wel veel mensen uit de bijstand gezet of aan het werk geholpen, maar het totaal aantal bijstandsgerechtigden schommelt nog altijd rond de 37.500. Hoe kan dat?
Zaterdag spraken we erover met Lies Roest van GroenLinks, die we tegenkwamen bij de Mars tegen de Armoede. Ze wil af van de verplichte tegenprestatie, zegt ze, en meer tijd voor omscholing en persoonlijke ontwikkeling van mensen in de bijstand – iets waar veel politieke partijen elkaar in vinden.
Roest: ‘Tweederde van de Rotterdammers in de bijstand heeft geen startkwalificatie. Zorg dat mensen bijvoorbeeld een opleiding tot lasser of heftruckchauffeur kunnen volgen. Nu is een opleiding alleen mogelijk als die korter dan een jaar duurt en baangarantie heeft.’
De werkloosheid blijft zakken en staat nu op 4,2 procent, maar er is nog altijd een groep mensen structureel werkloos. Uit CBS-cijfers bleek vorig jaar bovendien dat een bovengemiddeld deel van hen uit de regio Rijnmond komt. Het UWV voorspelt dat die structurele werkloosheid door bijvoorbeeld robotisering alleen maar zal toenemen.
En dus keert ook de werkverschaffing terug in het politiek debat. Want wat kan een gemeente doen voor mensen die gewoonweg niet aan werk komen? Vragen we het werkgevers? Verlagen we de belasting op arbeid? Scheppen we gesubsidieerde banen of voeren we een basisinkomen in?
De gemeente Amsterdam tuigde bijvoorbeeld ‘werkbrigades’ op waarin vijfhonderd werklozen de publieke ruimte onderhouden in ruil voor een contract en salaris. Den Haag deed iets soortgelijks. Ook UWV-directeur (en voormalig Groenlinks-Eerste Kamerlid) Tof Thissen stelde voor om de gesubsidieerde melkertbaan in aangepaste vorm opnieuw in te voeren. Bij de Kamerverkiezingen vorig jaar pleitte ook de PvdA voor 100 duizend nieuwe melkertbanen.
In Rotterdam stellen de PvdA, Denk en Stadsinitiatief een variant voor: zij willen meer wijkconciërges, speeltuinmedewerkers of huismeesters aanstellen.
Nog even en we hebben het ook in Rotterdam weer over de melkertbaan.
Dit artikel verscheen eerder op Vers Beton, de website voor de harddenkende Rotterdammer en bron voor al het Rotterdamse verkiezingsnieuws. Deze publicatie kwam tot stand met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.