
Een paar maanden geleden was Planet: ALament van de Indonesische regisseur Garin Nugroho nog slechts een waarschuwing, maar de werkelijkheid heeft de voorstelling ingehaald. De vertelling over hoe de mensheid zich kan oprichten na een apocalyptische ramp is niet langer een toekomstvisie. Het is realiteit.
‘De paradox is overal en onvermijdelijk’, zegt Nugroho (59), een van de belangrijkste film- en theaterregisseurs van Indonesië, in februari in een theaterfoyer in Melbourne. Zijn voorstelling beleeft de wereldpremière op de Asia Topa, een triënnale die Australië via de podiumkunsten wil verbinden met Azië. Het coronavirus is dan nog slechts een schim aan de horizon, dus de regisseur weet nog niet dat zijn voorstelling over verbinding een paar maanden later alleen op afstand kan worden getoond. De toneel- en dansvoorstelling had de opening moeten zijn van het Holland Festival. De vrolijke Nugroho zou die tegenstrijdigheid vermoedelijk wel interessant vinden en er misschien zelfs om lachen, zoals hij ook met een brede glimlach vertelt over onderwerpen als radicalisering, doodsbedreigingen, geweld en trauma. ‘Het leven draait om spanning en verrassingen’, zegt hij opgewekt.
In Planet: A Lament vertelt Nugroho met cinematografie, dans, rituelen en liederen hoe de mensheid het contact met haar omgeving is kwijtgeraakt. De voorstelling vertelt het verhaal van een gemeenschap die wordt getroffen door een tsunami, waarna honger en besmettelijke ziekten volgen. De wereld zoals die bestond zal nooit meer terugkeren en de toekomst is uiterst onzeker. Door klaagliederen te zingen en te rouwen om wat verloren is gegaan, sluiten de mensen een diepe verbintenis met hun omgeving, waardoor ze voorzichtig kunnen bouwen aan een nieuwe toekomst.
Zeven jaar deed de Indonesische regisseur erover om de voorstelling tot leven te brengen. De klaagliederen in de voorstelling hoorde Nugroho in 1984 voor het eerst, tijdens een reis naar Larantuka, een district van de oostelijke Indonesische Flores-eilanden, waar de christelijke bewoners de gezangen gebruiken om overledenen te beklagen en om in het reine te komen met oorlogen en rampspoed. Jaren later, toen Nugroho door paus Benedictus was uitgenodigd om naar het Vaticaan te komen, hoorde hij op het Italiaanse eiland Procida de Europese versie van de klaagliederen, die al in het oude Griekenland werden gezongen om te treuren om het verlies van oude beschavingen. Nugroho raakte gefascineerd door de liederen die zich tot in alle uithoeken van de wereld hebben verspreid.
Zangeres Septina Layan, die een hoofdrol vertolkt in de voorstelling, was voor Nugroho cruciaal om de klaagliederen in een voorstelling te verwerken. De Molukse Layan groeide op in Papoea en leerde de klaagliederen van jongs af aan van haar familie. De liederen zijn pentatonisch en bestaan dus uit vijf muzieknoten. Tijdens haar studie aan het conservatorium leerde ze hoe ze de klanken in bladmuziek kon omzetten. Ze is de enige ter wereld die dat kan, want de muziek wordt al generaties uitsluitend via de orale traditie doorgegeven.
Layan opent de voorstelling met een elegie, gezeten achter een doorschijnend gordijn, te midden van de puinhopen van een vergane wereld. Op het doek zijn filmbeelden te zien van de zee die voor zoveel verwoesting heeft gezorgd. Terwijl een zestienkoppig koor van blootsvoetse overlevenden hun verloren gegane wereld beklagen, om zich zo te verzoenen met hun verlies, spoelt een drenkeling aan. Hij krijgt een gouden ei aangereikt, als breekbaar symbool van een nieuw begin. Woest uitziende dansers, die de menselijke vervuiling en natuurvernietiging verbeelden, trachten de fragiele toekomst te vernietigen, maar de drenkeling beschermt die met zijn leven. Ook na de grootste rampspoed is de mens in staat om de band met de natuur te herstellen.
De veelgeroemde Australische ontwerper Anna Tregloan ontwierp de kostuums en het bijzondere decor, waarin een enorme berg oude, weggegooide kledingstukken centraal staat. Tregloan verzamelde de kleren op een markt in Oost-Timor. ‘Tot onze heupen stonden we in de oude, weggegooide spullen’, vertelt ze. ‘Sommige kledingstukken waren misschien maar een of twee keer gebruikt, weggegooid in veel rijkere dorpen en steden. De kleding was vermoedelijk gedoneerd, zoals er ook altijd bergen kleren aankomen in rampgebieden. Weggegeven door mensen met de beste bedoelingen, maar zonder begrip van de logistieke gevolgen van tonnen kleding.’ De drenkeling draagt daarentegen het ei in een onverwoestbare Papoease nokan, een traditioneel van boombast geweven draagzak, die wordt gebruikt om kinderen in te vervoeren.
De Australische Michael Kantor, verantwoordelijk voor de dramaturgie, noemt de voorstelling van Nugroho ‘een manifestatie van culturele heling’. ‘De misdaden tegen de natuur zijn te vergelijken met de lijdensweg van Christus. We moeten allen eerst rouwen voordat we onze wonden kunnen helen en opnieuw kunnen beginnen.’
Nugroho meent dat Australië en Indonesië, als onderdeel van Oceanië, een geschiedenis delen. De voorstelling zorgt voor reflectie in Australië, dat een catastrofaal bosbrandseizoen beleeft terwijl reflectie over de rol van klimaatverandering uitblijft. The Australian Financial Review noemde de timing van het stuk ‘verschrikkelijk, maar perfect’.
De regisseur verzamelde zangers en dansers uit de hele Indonesische archipel, sommigen van hen hadden nog nooit hun eiland verlaten; een van de zangers in het koor moest zijn baan als supermarktmedewerker opgeven om met het theatergezelschap te kunnen reizen. Als leider van zoveel verschillende identiteiten voelde Nugroho zich meer dorpsoudste dan regisseur, vertelt hij. ‘Je moet heel goed weten wat er speelt, niet alleen op het toneel, maar ook daarbuiten. Soms had een van de zangers een gebroken hart en dan is het vooral mijn taak om goed te luisteren. Het begint met vertrouwen en het kan soms lang duren om dat winnen.’
Dat was het geval bij het trio dansers uit Papoea, vertelt Nugroho. ‘Voor mensen uit Papoea is vertrouwen nog belangrijker. Ze zijn al zo vaak teleurgesteld.’ Film, theater, zang en dans was een logische vorm om dit verhaal te vertellen, zegt hij. ‘Zang en dans zijn in Azië en Melanesië de belangrijkste manier om onze gevoelens te tonen en verhalen te vertellen. Dans is de geschiedenis gevangen in lichaamsbeweging.’
Dans heeft een bijzondere plek in het oeuvre van Nugroho, die behalve als regisseur ook als schilder en installatiekunstenaar werkt. Hij maakte de afgelopen veertig jaar meer dan twintig films die veel op internationale filmfestivals zijn getoond, ook in Rotterdam en Venetië. In zijn bekendste film, Opera Java, die in 2017 op het Holland Festival was te zien, gebruikte Nugroho traditionele Javaanse dans om een oude Sanskriet-legende te vertellen, voor een project ter ere van de 250ste geboortedag van Mozart in Amerika. Voor een ander project volgde Nugroho jarenlang straatkinderen in Jakarta, voor een film die grotendeels in de rauwe straattaal van de Indonesische hoofdstad werd verteld.
Vorig jaar was zijn film Kucumbu Tubuh Indahku (Herinnering van mijn lichaam) de Indonesische inzending voor de Oscars. De film is gebaseerd op het levensverhaal van de Javaanse danser Rianto, die ook in Planet: A Lament een grote rol heeft. De film volgt een jonge jongen die gefascineerd raakt door de lengger lanang, een Javaanse dans waarbij de man zowel de mannelijke als de vrouwelijke rol speelt. De dans is voor hem het begin van een zoektocht naar zijn genderidentiteit. Het project was voor Nugroho onderdeel van een onderzoek naar de betekenis van mannelijkheid en vrouwelijkheid op verschillende Indonesische eilanden. De film ging in première op het filmfestival van Venetië en won onderscheidingen op de festivals van Brisbane en Nantes.
Maar de beelden zorgden voor razernij onder radicaal-islamitische groeperingen in Indonesië, waar de rechten van lhbti’ers steeds meer onder druk staan, volgens activisten doordat de radicaal-religieuze groepen aan invloed winnen. Burgemeesters en provinciebestuurders in het hele land verboden bioscopen de film te tonen. De scènes waarin de mannelijke danser zich als vrouw verkleedt konden jongeren volgens de critici op verkeerde ideeën brengen. Bijna honderdduizend Indonesiërs tekenden een petitie om de film te verbieden en Nugroho ontving doodsbedreigingen uit islamitische hoek. Dat een fluïde genderidentiteit al eeuwen onderdeel is van de Javaanse dans, raakte in de discussie buiten beeld.

Controverse is Nugroho niet vreemd. Zijn start als filmmaker beleefde hij in het Indonesië onder dictator Soeharto, die korte metten maakte met dissidenten. Het weerhield Nugroho er nooit van films te maken over onderwerpen die in Indonesië gevoelig liggen, zoals radicalisering, homoseksualiteit en corruptie. ‘Als we de best mogelijke samenleving willen creëren, zullen we de moed moeten hebben om controversiële onderwerpen als religie, seksualiteit en politiek te bespreken, ook als dat betekent dat anderen die discussie niet kunnen verdragen’, zegt hij. De doodsbedreigingen over Herinneringen van mijn lichaam brachten hem niet van de wijs. Lachend: ‘Wat ik al zei, het leven draait om spanning en verrassingen en dit hoort daarbij.’
Nugroho wordt in Indonesië weleens de tweede Salman Rushdie genoemd, omdat hij zijn eigen interpretatie geeft aan thema’s die voor veel mensen niet voor interpretatie bedoeld zijn. Zijn versie van de oeroude Sanskriet-verhalen voor zijn film Opera Java stond voor critici gelijk aan heiligschennis. In 2017 volgde de zwijgfilm Setan Java, met live concertmuziek, over de gevolgen van industrialisatie voor Java. ‘Duidelijk is dat met de democratisering van Indonesië de problemen niet zijn opgelost’, zegt Nugroho. ‘Van die democratisering hebben drie groepen geprofiteerd: de militairen, de radicalen en de grote bedrijven. Te midden van die grote krachten moet een mens zien te overleven. Ik vergelijk het leven weleens met de strips van superheld Batman, die over het donkere Gotham City waakt: de vijand van Batman verandert voortdurend van gedaante en is aan het eind van de strip nooit verslagen. De donkere stad blijft er altijd.’
Hij ziet hoe radicale denkbeelden gedijen in een wereld die ogenschijnlijk steeds verder democratiseert. ‘Sociale media lijken de ultieme democratie: we kunnen immers allemaal onze boodschap verkondigen, op een manier die wij zelf kiezen. Maar om te zorgen dat die informatie zich snel verspreidt, worden ideeën versimpeld tot zwart-witte denkbeelden. Dat is hoe doctrines ontstaan. Voor een eigen, onafhankelijke interpretatie van die denkbeelden is geen ruimte.’
Diezelfde paradox ziet Nugroho als het gaat om menselijk contact. ‘Dankzij de technologie van onze telefoon kunnen we met iedereen praten, waar ook ter wereld. Maar we spreken steeds minder met de mensen dicht bij ons. Van een ware dialoog is geen sprake. Dat geldt niet alleen voor mensen onderling, maar ook voor de dialoog tussen mens en natuur.’
Nugroho omschrijft zijn creatieve proces als dat van een boer. ‘Ik droom ’s nachts vaak dat ik een rijstveld bewerk.’ Tijdens zijn reizen komt hij op vruchtbare plekken voor zijn ideeën, vertelt hij, zoals een rijstboer zoekt naar de beste plek om zijn zaad te planten. ‘Maar hoe sterk een zaadje of idee ook is, het groeit alleen met heel veel zorg.’
Voor de voorstelling Planet: A Lament verwerkte Nugroho al zijn ervaringen in de Indonesische archipel, waar hij zo vaak getuige was van natuurrampen en geweld. Als hulpverlener arriveerde hij in Atjeh, daags na de verwoestende tsunami van 2004, en hij zag de bosbranden op het eiland Riau. Hij was ooggetuige van geweld in Oost-Timor. ‘Het is de paradox van Indonesië: de glimlach en het moorden zijn nooit ver van elkaar verwijderd.’
Nugroho’s grootmoeder wist vroeger precies wanneer de Merapi-vulkaan bij Yogyakarta zou uitbarsten, zegt hij. Hij werd in 1961 in een voorstad van de Javaanse stad geboren. ‘Dat voelde ze, ze wist dat. Dan zei ze tegen me dat ik die middag in de rivier moest gaan zwemmen, omdat die dan lekker warm zou zijn door de hete modderstromen die van de berg stroomden. En ze wist ook hoe laat ik er weer uit moest komen omdat het water dan te heet zou worden. Ze wist dat omdat ze in contact stond met de natuur.’
Nugroho vreest dat we die connectie zijn kwijtgeraakt. ‘Als de vulkaan nu uitbarst, is de ophef in de media niet van de lucht. We proberen dit soort natuurfenomenen met wetenschap en uitvindingen te voorspellen, maar toch lukt ons dat nooit’, zegt hij. ‘Met louter begrip vanuit intellectueel oogpunt redden we het niet. Dat is ook te zien in de discussie over klimaatverandering: dat is wetenschappelijk te verklaren, maar de mens is verlamd en verward. Op gevoelsniveau gaat het mis.’
De verbroken verbinding tussen de moderne mens en de natuur zag Nugroho toen hij kort na de tsunami van 2004 in de zwaar getroffen Indonesische stad Atjeh aankwam om hulp te verlenen. Hij hielp slachtoffers om hun trauma te verwerken door hen te leren hoe ze hun levens konden filmen. De tijd maakte diepe indruk op hem. Hij vertelt over een man die hem vertelde hoe de tsunami voor iedereen als een verrassing kwam. ‘Deze man zei me hoe het zeewater zo kalm had geleken, vlak voordat de verwoestende golf aan land kwam. De lucht was mooi en vissen sprongen op uit het water. Veel mensen liepen naar de zee om die vissen te vangen, maar niemand zag het gevaar aankomen.’
Louter een intellectueel begrip van de wereld om ons heen is onvoldoende, denkt Nugroho. ‘De mens doet de meest fantastische uitvindingen, maar in de kern zijn al die spullen dode materie, die de ruimte innemen van al wat leeft. Kijk, deze tafel waaraan wij zitten is dood. Mijn hotelkamer is dood. Het neemt de plek in van wat ooit de natuur was’, zegt hij.
De natuur komt in opstand tegen dat gebrek aan ruimte, zegt hij. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de natuur een ziel heeft en die ziel heeft ruimte nodig. Zoals een kind de vrijheid moet hebben om te spelen. Ik was ooit in Papoea getuige van een overstroming, een kleine tsunami. Een lokale bewoner zei tegen mij: waarom nemen de zee en de wind geen genoegen met hun plek? Waarom komen deze elementen aan land? Misschien geven we hen onvoldoende ruimte.’
De klaagliederen in Planet: A Lament zijn het louterende ritueel dat de mens nodig heeft om de connectie met de natuur te herstellen, denkt Nugroho. ‘Er is een ceremonie nodig om ons gevoel te hervinden en om onze positie ten opzichte van de natuur te bepalen. Alleen als we diep in onze ziel kijken zullen we antwoorden vinden. Door te rouwen ontstaat er ruimte voor een nieuw begin.’