Mensen bekijken de op Rusland overwonnen militaire wapentuig tentoongesteld op straat in Kiev in de dagen oplopend naar de Oekraïense onafhankelijkheid viering, 21 augustus © Metin Aktas / Anadolu Agency / ANP

De tweets waarin Bruno Maçães oproept tot een visaban voor Russische toeristen zijn intussen niet meer te tellen. Tegenargumenten, zoals dat het zou neerkomen op een collectieve straf, ontmantelt hij vakkundig. ‘Hoezo collectieve straf’, tweet hij dan. ‘Alsof de herstelbetalingen die Rusland in het geval van een nederlaag tegen Oekraïne moet betalen niet door de gehele bevolking worden gedragen.’ Of: ‘Met ieder toeristenvisum dat de EU voor Russen uitvaardigt vertrapt ze de Europese waarden.’ En altijd heeft hij wel een filmpje paraat van Russen die zich misdragen op een Zuid-Europees strand, of die Oekraïense vluchtelingen lastigvallen op straat in een Europese stad.

Te zeggen dat Maçães – in een vorig leven staatssecretaris van Europese Zaken van Portugal en tegenwoordig consultant en bestsellerauteur – betrokken is bij de oorlog in Oekraïne is een understatement. Eerder uitte hij felle kritiek op Europese leiders. Op de Franse president Macron, die in juni stelde dat Rusland niet ‘vernederd’ moest worden, en meer nog op de Duitse Kanselier Scholz, die hij beticht van inertie en provincialisme. Ook westerse academici nam hij op de korrel. In een artikel in het Britse weekblad The New Statesman noemde hij prominenten als de Duitse filosoof Jürgen Habermas en de Amerikaanse politicoloog John Mearsheimer ‘intellectuele snobs’, die waarden als vrijheid en rechtvaardigheid afdoen als ‘saai en banaal’.

De wereld na Oekraïne

De invloed van de Russische inval in Oekraïne strekt veel verder dan de regio. Opeens vormt het Westen weer een blok tegenover het Oosten. De oorlog heeft de EU nu al tot daadkracht aangezet, heeft de Navo weer relevant gemaakt en zorgt er ook voor dat de wereldwijde voedselvoorziening opnieuw hoog op de agenda staat. De komende weken interviewt De Groene Amsterdammer wetenschappers en denkers over de geopolitieke toekomst.

Openlijke minachting reserveert Maçães voor wat hij de ‘westerse defaitisten’ noemt: analisten, commentatoren en politici die in het afgelopen half jaar steeds te hoop liepen over ‘wat er niet mogelijk was, niet waarschijnlijk, niet realiseerbaar of te risicovol’. Deze mensen begrijpen volgens hem niet wat er op het spel staat in Oekraïne. Dat zijn nog niet eens de ‘westerse waarden’ als democratie en rechtsstaat, maar nog fundamenteler zaken als waarheid en menselijke creativiteit. ‘Zodra ik naar Oekraïne kijk zie ik geen strijd tussen het Westen en de rest’, zegt Maçães via een audioverbinding vanuit Portugal. ‘Ik zie een strijd van een land dat bezig is zijn eigen identiteit vorm te geven versus een land dat uit is op de vernietiging daarvan. Op het meest basale niveau is de oorlog in Oekraïne een strijd tussen schepping en vernietiging.’

Daarmee houden de Oekraïners ook ons een spiegel voor, vindt Maçães, want ze wijzen ons op het belang van waarden waar het in het moderne liberalisme nauwelijks nog over gaat, maar waar het tegelijk niet zonder kan, zoals individuele moed, maar ook de notie van gemeenschap in een tijd waarin het niet langer duidelijk is wat ons verbindt. ‘Toen ik afgelopen mei in Kiev was, was ik onder de indruk van hoezeer Oekraïne als samenleving samen was gekomen, letterlijk iedereen was wel ergens hulp aan het bieden, het voelde als een levend organisme.’

En er is meer dat we volgens Maçães van het land kunnen leren. De ‘grote les van weerstand en verzet’ in de eerste plaats, maar ook wat hij ‘de les van het verleden’ noemt. Dat Oekraïne een land is met een lange geschiedenis van mensen die opkwamen voor de eigen cultuur en hoe je jezelf in die traditie plaatst.

Maçães’ nadruk op deugden die aan het moderne liberalisme voorafgaan is geen toeval. Het verraadt de invloed van de beroemde politiek filosoof Leo Strauss (1899-1973) en diens herwaardering van het klassieke republicanisme. Maçães kwam met het oeuvre van Strauss in aanraking op Harvard, waar hij in 2006 promoveerde bij de eigenzinnige conservatief Harvey Mansfield. ‘Ik heb al jaren geen boek meer van Strauss opengeslagen’, zegt Maçães, ‘maar de Oekraïne-oorlog doet daar natuurlijk aan denken, want er is die plotselinge ervaring met het “natuurlijk bestaan”, waarvan wij in het Westen waren afgedwaald, maar dat we nu weer herontdekken in Oekraïne, die momenten van radicale crisis, individuele en collectieve heroïek. Dat zijn grote leermomenten, alles is ontdaan van iedere accessoire, en het stelt je in staat om dieper in de dingen door te dringen, de wezenlijke zaken om het leven beter te begrijpen.’

In zijn proefschrift betoogt Maçães dat het moderne liberalisme het avontuur insluit en ook aanmoedigt. Tegenwoordig is hij daar minder zeker van. Zeker wat betreft Europa. Hier ziet hij een zucht naar comfort gepaard aan een blindheid aangaande de geopolitieke verschuivingen in de wereld, met de opkomst van China als belangrijkste element. Maar ook een onwil om te denken in termen van harde macht, waardoor de intenties van Poetin gedurende lange tijd niet goed werden begrepen.

Hij zag het met eigen ogen tijdens de inmiddels beruchte top in Vilnius van het Oostelijke Partnerschap, het samenwerkingsverband tussen de EU en zes voormalige sovjetrepublieken, waaronder Oekraïne. Hier kwam op 29 november 2013 de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj tot algehele ontsteltenis van de aanwezige EU-leiders onverwacht terug op zijn toezegging een associatieverdrag met de EU te tekenen.

Als staatssecretaris was Maçães betrokken geweest bij de voorbereidingen van de top en was hij eveneens aanwezig bij het diner waar de onfortuinlijke ontknoping plaatsvond. ‘We hebben grote problemen met Moskou. Drie jaar lang heb ik in mijn eentje weerstand moeten bieden tegen Moskou’, citeert Maçães Janoekovitsj in The Dawn of Eurasia, het verslag van een zes maanden durende reis die Maçães maakte door Rusland, Centraal-Azië en China. De onderhandelingen over het EU-associatieverdrag waren in 2007 gestart en markeerden een volgende stap van de EU richting het oosten. In 2009 zette Rusland daar een eigen douane-unie tegenover, daarmee landen als Oekraïne en Moldavië in een uiterst ongemakkelijke positie plaatsend, aangezien lidmaatschap van deze unie een associatieverband met de EU uitsloot. Sindsdien was de druk vanuit Moskou jaar na jaar toegenomen. Tot Janoekovitsj ervoor bezweek – iets wat veel Europese leiders totaal niet hadden zien aankomen.

Maçães schetst hoe men dacht dat het Oekraïense ‘nee’ in Vilnius een ultieme onderhandelingstactiek was, niet beseffende dat de EU al die tijd op een harde confrontatie met Poetin afstevende. Twee dagen na Janoekovitsj’ terugkeer in Kiev stroomde het Maidanplein vol betogers en stelde oppositieleider en huidige burgemeester van Kiev, oud-bokskampioen Vitali Klitsjko, dat de Russen ‘onze droom gestolen hebben, onze droom om in een normaal land te leven’.

Drie maanden later was Janoekovitsj gevlucht en begon Rusland een gewapend conflict met de nieuwe leiders in Kiev. Daarbij werd eerst de Krim geannexeerd en steunde Moskou gewapende separatisten in de Donbas. Op 24 februari dit jaar trok een Russische invasiemacht de grens over met als doel Kiev te veroveren en escaleerde het conflict tot een all out war met het voortbestaan van de Oekraïense natie als inzet.

‘In Oekraïne leeft het idee dat de toekomst van het land nu wordt beslist, en dat is 'energizing'’

Terugblikkend was ‘Vilnius’ een historisch moment dat, zo schreef Maçães in 2018, ‘tot op de dag van vandaag niet op zijn juiste waarde wordt geschat of zelfs wordt ontkend’. Van ontkenning zal sinds de Russische invasie niet langer sprake zijn. De vraag blijft wel: ‘historisch’, maar in welk opzicht? Hoe is de wereld sinds 29 november 2013 veranderd, en hoe zal het verloop van de oorlog in Oekraïne daarop van invloed zijn?

Bruno Maçães © Roberto Ricciuti / Getty Images

Maçães ziet dat sindsdien de geopolitiek naar het centrum van onze wereld is verplaatst. In The Dawn of Eurasia staat Oekraïne centraal; daarna schreef hij boeken over de opkomst van een meer geopolitiek georiënteerd China dat een alternatief voor het Westen wil bieden (Belt and Road, 2018), over Trump en de toekomst van Amerika (History Has Begun, 2020), en over de coronapandemie (Geopolitics for the Endtime, 2021). ‘Dat zijn stuk voor stuk belangrijke evenementen, want ze brengen ons terug naar de kwestie van geopolitiek, en van politieke organisatie, want er woedt daar een strijd, en de uitkomst is onzeker.’Vanwaar de focus op Oekraïne?

‘Het was altijd een land dat functioneerde als richtingaanwijzer, een land in het gebied tussen Europa en Rusland, en dat is ook nu het verhaal, de clash tussen politieke modellen. En de vraag naar welke kant Oekraïne zal vallen is van belang voor het Europa dat we zullen hebben, welk Eurazië, en hoe de macht in Europa verdeeld zal worden, of het in staat zal zijn om soeverein te zijn, in staat zijn eigen lot te bepalen. Veel daarvan zal afhangen van wat er in Oekraïne gebeurt.’

Wie doorzag dit?

‘Vrijwel niemand. Carl Bildt wellicht, de oud-premier van Zweden, of Radek Sikorski, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van Polen. Inmiddels is het wel iets beter, maar de geopolitieke manier van denken is en blijft lastig te verwerven voor een Europese politicus. Die komt aan de macht binnen een liberale democratie, waar het gaat om consensus, dialoog en onderhandeling. Vervolgens duurt het een poos eer die doorheeft dat er op mondiale schaal andere regels gelden.’

Dat maakt dat het voor Europese politici lastig is om te denken in termen van ‘hard power’?

‘Ja, wat militaire macht betreft. Maar ook ontbreekt vaak het besef dat de economie door geopolitieke factoren wordt bepaald. En er is die hardnekkige notie van de liberale democratie als ideologisch eindpunt waar iedereen naartoe beweegt. Veel westerse politici denken dat de belangrijkste vragen beantwoord zijn, dat zij in de best mogelijke wereld leven, en dat dat het Europese model is. Het besef dat dit juist niet het geval is, en dat er een strijd gaande is om te bepalen welke vorm de wereldorde zal aannemen, blijkt erg ingewikkeld, en zelfs nu zien we maar een beperkte bewustwording ervan.’

Dit idee, dat de toekomst open is, én politiek, impliceert de notie van avontuur, het thema van uw proefschrift destijds.

‘Tot betrekkelijk recent was het vooral de ervaring van het Einde van de Geschiedenis van Francis Fukuyama die bepalend was. Ik denk niet dat Fukuyama een intellectuele waarheid te pakken had, want de geschiedenis houdt nooit op, maar wel een zekere intellectuele stemming. We leefden in het Einde van de Geschiedenis, niet als feit, maar als stemming. Het idee dat de toekomst open is, een avontuur dat je moet aangaan, leidt tot onrust, met name in Duitsland. In Oekraïne is het tegengesteld, daar leeft het idee dat de toekomst van het land nu wordt beslist, en dat is energizing.’

Wat is de rol van de Oekraïense president Zelenski hierbij? Hij lijkt dit moment te dragen.

‘Ja, al moet ik zeggen dat in West-Europa deze old school deugden als moed niet behoren tot de dagelijkse ervaring. Als die ten tonele verschijnen, lijkt het wel een wonder, en daarom neigen we ertoe deze toe te schrijven aan een uitzonderlijk individu. Maar dit is waar het om gaat. Zelenski moet leven naar het model dat door anderen in het verleden is geschapen, en door de mensen om hem heen. Als hij dat niet zou doen, zou hij een bron van schaamte worden, van oneer. Dus het is een geval van nabootsing, te willen leven naar de voorbeelden uit het verleden. Zoveel mensen hebben zich in de afgelopen acht jaar al opgeofferd voor Oekraïne, of in de afgelopen eeuwen eigenlijk al, de vele standbeelden getuigen daarvan. Zelenski moet zichzelf de vraag stellen of hij de uitzondering zal zijn, of dat hij gehoor geeft aan de oproep, en er zal stáán. Zelenski is Zelenski niet omdat hij een uitzonderlijk individu is, maar omdat hij onderdeel is van het grotere Oekraïense verhaal.’

‘Poetins voornaamste drijfveer is niet te scheppen maar kapot te maken’

Hoe straalt dat af op de rest van Europa?

‘Wij in Europa zien dat en het doet denken aan flarden van ons eigen verleden, en daarom wekt het ook sympathie. Tot op zekere hoogte staat Oekraïne in een Europese revolutionaire traditie die een betere wereld wil scheppen, en daar zie ik een kans om terug te keren naar de bronnen van de Europese beschaving. Niet aan een zogenaamd universeel liberalisme, maar wat Europa tot Europa maakt, en deze revolutionaire traditie is daar onderdeel van.’

In The New Statesman schreef Maçães onlangs dat Kiev het nieuwe Parijs is, omdat je er tegelijk midden in een historische gebeurtenis zit en in een openluchtmuseum, waar op iedere straathoek een nieuw monument is opgericht, of een altaar voor de helden. ‘Dit was de ervaring van Europese steden’, zegt hij: ‘Ze bestonden te midden van de gebeurtenissen én ze speelden dat ze een geschiedenisboek waren, het opleidingscentrum voor staatsburgers, educatie. In Kiev staat nu die parade van kapotgeschoten Russische legervoertuigen. Er is steeds het besef van in de geschiedenis te leven én de wil die geschiedenis te transformeren tot een les voor het volgende historische moment. In die zin is Kiev de meest Europese stad van Europa.’Wat drijft Poetin volgens u? Hier in het Westen hadden we eschatologische voorstellingen over een duizendjarig Russisch Rijk. U schreef dat Poetin vooral uit is op chaos, om vanuit daar te kunnen heersen.

‘Dat denk ik nog steeds, want zijn voornaamste drijfveer is niet te scheppen maar kapot te maken. Hij ziet de wereld als een soort gevangenis, voor hemzelf, en voor Rusland, en in speeches lijkt zijn voornaamste doel om de hele bestaande orde omver te trekken zonder zich verder te bekommeren om wat er na hem komt. Maar een belangrijke reden voor de invasie is dat hij dacht dat het Westen op een existentieel niveau verzwakt is en op zijn einde loopt als macht in de wereld, Europa met name. De gebeurtenissen van de afgelopen maanden hebben hem niet van gedachten doen veranderen als je het mij vraagt.’

Met ‘gebeurtenissen’ doelt u op de gereserveerde houding van Europese politiek leiders, Scholz met name. Recent memoreerde u op Twitter nog sardonisch hoe Duitsland eind februari vijfduizend helmen aanbood, ‘op te halen op een plek buiten Oekraïne’.

‘Dat volgt uit waar we het al over hadden. Scholz had het over een “Zeitenwende”, maar ik zie geen ernst daarover, en geen acties om aan dit historische moment tegemoet te komen. Wat ik zie is het geloof dat dit allemaal zal overwaaien en de wereld weer zal worden zoals ze was. Wat ik in Duitsland bespeur is een poging hier doorheen te komen tegen het inleveren van een paar procentpunten groei. Het is illustratief voor hoe we op dit punt in de geschiedenis zijn aanbeland en de controle zouden kunnen verliezen op de transformatie die zich in de wereld aan het voltrekken is.’

Het is geen cynisme van de Duisters, benadrukt Maçães. ‘Het is kleingeestigheid, ingegeven door een zucht naar comfort en een angst voor verandering. Ik was lang bereid de Duitsers wat tijd te gunnen om met de radicale veranderingen te komen die nodig zijn, maar feit is dat we nu zes maanden verder zijn en nog steeds dagelijks miljarden naar Rusland zien gaan, niet alleen van Duitsland, maar Duitsland heeft het proces geleid. Ze hebben de gasinfrastructuur gebouwd en zich verzet tegen pogingen te veranderen, in Brussel met name. Daarom houd ik Duitse politici verantwoordelijk, en nu stoppen die het zand in het hoofd en hopen dat het probleem vanzelf overgaat.’

Wat zouden de Duitsers kunnen doen?

‘Vooropgesteld: veranderen is moeilijk, zeker in het geval van Duitsland, dat zich economisch afhankelijk heeft gemaakt van twee autoritaire regimes: Rusland wat betreft energie; China wat betreft export. Duitsland is verslaafd aan comfort. Dat valt nog goed te praten indien anderen ook aangenaam leven, maar met zulke aantallen Oekraïners die iedere dag sneuvelen valt dat niet langer te tolereren. De beslissing om van nucleaire energie af te zien zou moeten worden heroverwogen en de economie zou moeten worden omgebouwd naar een die meer is gericht op interne consumptie. Dat laatste zou bovendien de Duitse middenklasse ten goede komen.’

Hoe ziet u de oorlog zich op korte termijn ontwikkelen?

‘Het meest existentiële gevaar is geweken. Het komt er nu op aan om de Zwarte-Zeekust te heroveren en het gebied rondom Charkov, en ik vind dat het Westen Kiev bij dit contraoffensief moet steunen. Als dit contraoffensief succesvol blijkt, is Rusland militair verslagen en met steun vanuit het Westen kan dat ook.’

Ziet u daar iets van oorlogsmoeheid, en zou dat een factor kunnen zijn?

‘Eerlijk gezegd zie ik dat niet. Wat wel speelt is dat er nog steeds een zeker ontzag is voor Ruslands militaire macht en een onvermogen te dealen met Poetins psychologie. Er zijn steeds nieuwe gebeurtenissen, misdaden en gruwelijkheden die de publieke aandacht vasthouden. Bovendien betalen we een relatief lage prijs voor dit conflict, en als politici duidelijk maken dat de inflatie verband houdt met de coronacrisis en lage rentes en veel minder met de oorlog zie ik op dat punt weinig belemmeringen. Niet oorlogsmoeheid is het probleem, maar risicomijding en angst voor conflict.’

Hoe ziet u de rol van Rusland na dit conflict?

‘Rusland zal niet langer deel zijn van het Europese systeem. Het enige wat het land nog bij de Europese wereld hield was de energieverbinding, die is verbroken of zal dat worden. Dat betekent dat Rusland een Aziatisch land zal worden. We zullen een Euraziatische kaart zien met een machtig India en een machtig China, en Rusland dat een Chinese cliëntstaat is. Want daar zal het op uitdraaien, dat Rusland een economische kolonie van China wordt, dát zal de erfenis van Vladimir Poetin zijn; hij haatte het Westen zozeer dat hij zijn land in een Chinese economische kolonie veranderde – het zou in 2060 zomaar een boektitel van me kunnen zijn.’