Oedaltsov is de charismatische leider van Links Front, een beweging van zo’n driehonderd jongeren die – met de neuzen dezelfde kant op en de gezichten op storm – ieder moment klaarstaan om het Kremlin te bestormen. Om Oedaltsovs politieke visie te begrijpen hoef je alleen maar naar zijn trouwfoto te kijken. Zijn vrouw Anastasija heeft een witte trouwjurk en draagt in haar rechterhand een banier met de tekst ‘solidariteit met de werkende klasse’. De piepjonge Sergej draagt een zwarte spijkerbroek en een wit T-shirt met een portret van Stalin. Hij houdt het bord met de tekst ‘Poetin is het grootkapitaal’ steviger vast dan de hand van zijn vrouw.

Toch zou Oedaltsov op termijn wel eens de belangrijkste oppositiepoliticus van het land kunnen worden. Hij is de jongste telg van een generatie sovjet-aristocratie en anders dan andere oppositieleiders weet hij ook de gewone kiezer aan te spreken. Hij praat helder. Hij liegt niet. En belangrijker, hij loopt niet weg. Hij blijft voor, tijdens en na demonstraties uren praten met iedereen die hem iets wil vragen, ook al resulteert het er steevast in dat de oproerpolitie hem een arrestatiebus in slingert. Ook de laatste keer dat ik hem interviewde werd hij opgepakt. Hij schreeuwde zijn mobiele telefoonnummer door een megafoon voor iedereen die het wilde horen: ‘Bel maar als je meer wilt weten. En als ik er niet ben neemt Anastasija op!’

Bij de laatste verkiezingen was Oedaltsov een van de medestanders van de communist Zjoeganov. De communisten kampen met een generatiekloof en een pr-probleem. Alleen Oedaltsov weet jongeren aan te spreken. Politieke experts bijten er pennen op stuk, maar het zou zomaar kunnen dat Oedaltsov op termijn de leiding van de communistische partij overneemt. Het Kremlin voert de druk op. Afgelopen week werd zijn huis doorzocht en er dreigen lange gevangenisstraffen voor twee van zijn medestanders. Hij bleef er koel onder. ‘We moeten de straat op’, riep hij na afloop. ‘Al moet ik iedereen bij zijn strot naar buiten sleuren, het gaat gebeuren.’