Zijn nieuwste documentaire gaat ook over de oorlog; over nog veel meer familie, van opa tot achterneven; en over Israël. Welkom thuis opent met een gesprek tussen Frans en zus Carla over vetes die het gezin in hun kindertijd met de buitenwereld had (‘zijn wij ruziezoekers?’). Met treiterende bovenburen bijvoorbeeld. Antisemieten volgens hun joodse vader. Die, met een ‘sjikse’ getrouwd, niets aan het geloof deed behalve incidenteel rundermaag koken waardoor je het huis uit stonk. ‘Voel jij je joods?’ vraagt hij. Niet echt. ‘Maar die davidster dan?’ ‘Om te provoceren’, zegt ze, want joden hebben het weer moeilijk. Iets van ‘pap, ze krijgen ons er niet onder’. Bovendien voelde ze zich op bezoek in Israël wel thuis. En dat beaamt hij, tot zijn eigen verbazing (en die van de kijker die hem juist hoorde zeggen dat hij steeds meer de pest aan Israël had gekregen). ‘Of je thuiskwam’, zegt hij zelfs. En: ‘Merkwaardig – hoe kan dat?’ ‘Vraag dat maar aan de psychiater’, antwoordt Carla bijdehand.
Opmaat naar een Israël-reis waarin Bromet geëmigreerde Nederlanders bezoekt. Van oud, en in 1959 vertrokken, tot jong en in 2013 ‘op aliya gegaan’. Wat waren (en zijn) hun motieven, hoe veilig of onveilig voelen ze zich, hoe staan ze tegenover de politiek van Israël ten aanzien van Palestijnen (naam die sommigen weigeren uit te spreken)? Het levert een heterogeen beeld, van kolonist tot vrijwilliger in gratis gezondheidszorg voor Arabieren. Dat is één kant van de film.
De andere is de familiekant. Want er was in de jeugd van Frans en Carla ook ruzie met tante Annie, getrouwd met een broer van vader. Die oom overleefde Auschwitz niet, Annie wel. Maar haar en hun nichtje hebben Carla en Frans eigenlijk nooit gezien. Hoogbejaarde tante Annie blijkt sinds kort ook in Israël te wonen, weigert eerst Frans te ontvangen (‘u bent antisemiet’) maar gaat na aandrang toch óm (‘familie kijven, familie blijven’). Ze weigert te praten over de familiebreuk. Maar die onthutsende geschiedenis, wortelend in nazigruwel en al te menselijke kleinheid, weet Bromet langs andere weg te ontrafelen. Waarbij hij, verbijsterend, als ‘bijvangst’ een vrouw vindt die ooggetuige was van het gewelddadig oppakken van zijn opa Mordechai door de Duitsers. Vermoord.
In Israël ontmoet Frans ook twee kleinzoons van Annie, zijn achterneven, en hun uitgebreide kroost. Respectievelijk woonachtig in Jeruzalem en op de Westbank, wat op zichzelf al iets zegt. Die vinden herstel van familiebanden belangrijker dan familieconflict. Frans tot op zekere hoogte ook. Maar als zijn zus zegt een betere band met hem te willen, lacht hij even vaag als Boudewijn de Groot bij het aanhoren van de pijn van zijn kinderen (in DWDD). En met hun eigen broer zijn Frans en Carla gebrouilleerd tot de dood hen scheidde. Ruziezoekers? In elk geval ruziehebbers. Makkelijk ligt het niet – familie noch Israël. Een curieuze film.
Frans Bromet, Welkom thuis. KRO-NCRV 2Doc, donderdag 26 november, NPO 2. Welkom thuis draait tevens op het Idfa