‘De majoor is een paradox. Een vrouw vol passie. Een vurige voorstander van militaire regels. Ik versier haar graag, maar ik zou niet weten hoe. Tenslotte moet je in de houding springen…’ In de leefwereld van Hawkeye Pierce, veldarts verbonden aan het in Korea gestationeerde 4077th Mobile Army Surgical Hospital, is een vrouw alleen maar goed voor één ding, wat nog duidelijker naar voren komt in zijn Engels, namelijk: ‘I wouldn’t mind making a grab for her.’

De seksuele politiek in Robert Altmans MASH (1970) is pijnlijk en gênant als je de film nu bekijkt. Hawkeye’s opmerking over majoor Margaret ‘Hot Lips’ Houlihan (Sally Kellerman) komt niet uit de film, maar uit het bronmateriaal, Richard Hookers gelijknamige roman. Toch geven zijn woorden precies weer hoe vrouwen in de film worden behandeld. Dat woord alleen al – to grab – doet je terugdeinzen, indachtig Donald Trumps ‘grab ’em by the pussy’, wat precies is wat de mannelijke artsen van het veldhospitaal reflexief doen. Álle vrouwen in het verhaal, dat zich afspeelt tijdens de Korea-oorlog van begin jaren vijftig, moeten eraan geloven: je bent vrouw, we zijn ver van huis, dus die tent in met je en uit met dat uniform, en als je weigert dan ben je een spelbreker.

Margaret is vrouw, verpleegkundige én majoor, niet dienstplichtig zoals Hawkeye (Donald Sutherland) en zijn artsenvriend Trapper John (Elliot Gould), maar een professionele soldaat. Ze arriveert per helikopter. Na de landing zwaait het portier open. Terwijl Margaret uitstapt waait haar jurk op – en talmt Altmans camera op haar lange, in jarretelkousen gestoken benen. Hier arriveert geen vrouwelijke militair, zegt Altmans gaze, maar een seksobject pur sang in de ogen van Hawkeye, Trapper en andere kijkende mannen. De tongen hangen uit, de adem stokt. Later zegt Trapper als hij haar in de kantine ziet: ‘The sultry bitch with the fire in her eyes - bring me that one.’

Hier arriveert geen militair, zegt Altmans gaze, maar ’n seksobject

Is MASH, de ooit zo vooruitstrevende comedy, een van Altmans beste, tot op het bot misogyn? Twee jaar geleden werden de messen al geslepen. Toen kopte The Guardian, compleet met de asterisken die pas later met de komst van de gelijknamige sitcom aan de titel werden toegevoegd: ‘M*A*S*H is 50: de Robert Altman-comedy die zwelgt in wrede vrouwenhaat’. Het artikel plaatst de film in de context van de nieuwe, radicale Amerikaanse cinema van de jaren zeventig en verklaart dat de vrijheid die jonge honden als Martin Scorsese, Steven Spielberg, George Lucas en Hal Ashby opeens kregen een vruchtbare voedingsbodem voor seksisme vormde. Deze revolutionaire cineasten hadden een blinde vlek voor gendergelijkheid. Ze bereidden de weg voor een populaire cinema waarin jonge mannen seksuele grappen op nietsvermoedende meisjes uithaalden. Juist MASH en Altman dienen ter verantwoording te worden geroepen, concludeert het stuk.

Maar ‘Hot Lips’ compliceert de kwestie. In het verhaal belichaamt Sally Kellerman met haar vertolking van de bijbel lezende, altijd glimlachende Margaret alles wat in die tijd ‘rechts’, fout, was. Ze is o zo vroom, maar die jarretels vertellen een ander verhaal. Zie haar buitenechtelijke seksescapade met de godsdienstfanaat majoor Frank Burns (Robert Duvall). Om haar te plagen plaatsen de Swamp Men, zoals Hawkeye, Trapper en hun vrienden zichzelf noemen, een microfoon in Margarets tent, zodat de hele compound kan genieten van haar kreten van genot, waar ze haar bijnaam aan dankt: ‘Oh, Frank my lips are hot… Kiss my hot lips!’ Nou, Margaret, zegt de scène, waar zijn dan je republikeinse, christelijke waarden?

Als Hot Lips stond Kellerman midden in de culture wars die het tijdperk van New Hollywood definieerden. Na MASH werkte ze in Brewster McCloud (1970) weer samen met Altman, een regisseur die juist voorop liep met films waarin vrouwen sterke rollen hadden, bijvoorbeeld 3 Women, over de relatie tussen drie mysterieuze vrouwen in een woestijnstadje in California. Toch was de artistieke Altman een anomalie in Kellermans carrière. Ze speelde in televisieseries, veelal westerns en sciencefiction, waarin de cultuuroorlog weliswaar woedde, maar zonder de grensoverschrijdende radicaliteit die het filmlandschap veranderde. Om deze tv-rollen bleef ze tot haar dood geliefd. Trekkie-nerds verkneukelen zich nog steeds over haar verschijning in 1965 in de pilotaflevering van Star Trek, Where No Man Has Gone Before, waarin ze de rol van een psycholoog vertolkt die speciale krachten ontwikkelt waarmee ze iedere man op zijn knieën dwingt. Natuurlijk legt ze halverwege de aflevering het loodje.

Ondanks #MeToo merk ik onmogelijk aan Kellerman als slachtoffer te kunnen denken, zelfs niet na de wreedste grap in MASH: de Swamp Men halen de tent neer waarin Hot Lips aan het douchen is, zodat iedereen haar naakt kan zien. De scène krenkt de vrouw, maar de betekenis ervan is veel complexer. Niet het lichaam wordt hier ‘ontmaskerd’, maar datgene waar het geüniformeerd voor staat: opsmuk, bekrompenheid, zelfs fascisme. Vergeet niet: de film kwam uit twee jaar na het Bloedbad van My Lai waarin een Amerikaanse infanterie-compagnie zich schuldig maakte aan moord op en verkrachting van onschuldige Vietnamese dorpelingen. Margaret ís het Amerikaanse leger terwijl ze daar staat te douchen, Hot Lips wordt ze wanneer de schellen haar van de ogen vallen en ze doorziet dat het uniform ontmenselijkt. Het is hard, het klopt op geen manier als je de film nu bekijkt, maar dit is wat hier gebeurt: Altmans exploiterende camera bevrijdt Margaret. Ze stort zich op free love met de vrijgevochten Swamp Men.