Buenos Aires, 30 november. Vladimir Poetin en Mohammed bin Salman op de openingsdag van de G20-top © Jacques Witt / SIPA / HH

Je weet dat er iets flink is misgegaan als de leider van een land dat traditioneel zo weinig mogelijk aandacht wil trekken zoveel over de tong gaat als Mohammed bin Salman op de G20 van afgelopen weekend in Buenos Aires. De aanloop was al niet lekker: de Argentijnse politie had een aanhoudingsverzoek tegen de Saoedische kroonprins ontvangen wegens moord. Die aanklacht ging ongebruikt het archief in, maar nog steeds verscholen regeringsleiders zich naar verluidt in liften om niet met Mohammed bin Salman gefotografeerd te worden. De Franse president Macron probeerde hem juist de les te lezen – al ging het effect wat verloren omdat de Arabier grijnzend boven Macron uittorende.

Dat Mohammed bin Salman zo in de belangstelling stond, komt doordat het buitenlandse imago en de buitenlandse politiek van Saoedi-Arabië spectaculair in scherven uiteengevallen zijn. De gevolgen gaan verder dan het koninkrijk alleen. Saoedi-Arabië probeert al twee generaties het leiderschap van de Arabische en islamitische wereld te verkrijgen, stond centraal in plannen van de Amerikaanse regering om het Midden-Oosten te hervormen, en heeft vanwege zijn olie-export een belangrijke positie in de wereldeconomie.

Maar de buitenlandse ambities van het land kunnen de koelkast in. ‘De manier waarop Saoedi-Arabië sinds drie jaar de buitenwereld tegemoet treedt, zal moeten veranderen. Op deze weg kan het niet verder’, zegt Daniel Gerlach, directeur van de Duitse Midden-Oosten-denktank Candid en hoofdredacteur van het Midden-Oosten-tijdschrift zenith. ‘In de VS, Europa en andere delen van de wereld vindt een mentaliteitsverandering plaats. De overtuiging groeit dat Saoedi-Arabië niet zo stabiel, niet zo invloedrijk en economisch kwetsbaarder is dan veel mensen zich realiseerden. Veel westerse landen waren niet blij met de Saoedische export van een zeer conservatieve islam en steun aan radicale groepen, maar zagen de Saoedi’s ook als weliswaar moeilijke maar ook betrouwbare en stabiele partners. Dat is ten einde gekomen.’

Dit alles begon twee maanden geleden, toen de Saoedische journalist Jamal Khashoggi het Saoedische consulaat in Istanbul betrad om huwelijkspapieren te verkrijgen. In plaats daarvan werd hij door een vijftien man sterk team gemarteld, vermoord en in stukken gezaagd (volgens bronnen in de regering en bij de Turkse politie en de Amerikaanse geheime dienst cia). De Turkse president Erdogan, die Saoedi-Arabië ziet als rivaal voor het leiderschap van de islamitische wereld, reageerde furieus en probeerde zo veel mogelijk de aandacht voor de moord op te kloppen. De huiveringwekkende details ervan, en het lijntje dat naar de Saoedische kroonprins zelf lijkt te lopen, deden de rest.

Dat er door de moord op Khashoggi twijfels zijn gerezen over Saoedi-Arabië als partner is logisch, maar het is ook tamelijk laat. Er kwamen in de afgelopen jaren wel meer vege tekenen voorbij. Alles is terug te leiden tot een regeringswissel in Riyad, begin 2015. Toen stierf de Saoedische koning Abdullah, en hij werd opgevolgd door zijn halfbroer Salman. Een felle machtsstrijd binnen de familie Saoed volgde, waar Salmans zoon Mohammed bin Salman als overwinnaar uit kwam. Hij werd eerst benoemd als minister van Defensie en later als kroonprins.

Onder de nieuwe leiding viel Saoedi-Arabië buurland Jemen binnen, toen rebellen daar in het voorjaar van 2015 de regering verdreven. Dat is op een drama uitgelopen. Geweld van het Saoedische leger heeft duizenden burgers het leven gekost, IS heeft grote delen van het land veroverd, een bewuste ondermijning van Jemens economie door Saoedi-Arabië dreigt een hongersnood te veroorzaken, en het Saoedische leger staat er slecht op – net als de strategische wijsheid achter de interventie.

In 2017 werd de situatie steeds bizarder. In de zomer sloot Saoedi-Arabië plotseling alle grenzen en het luchtruim naar Qatar af, in een duidelijke poging om de onafhankelijkheid van de eigenwijze Qatari’s de nek om te draaien. Dat mislukte grandioos: Qatar boog niet, en na anderhalf jaar en drie miljard euro aan pr-campagnes van beide zijden lijkt vooral Saoedi-Arabië er slecht op te staan. Later in 2017 nodigde Saoedi-Arabië de Libanese premier Hariri uit voor een kampeertrip met Mohammed bin Salman, maar werd Hariri na aankomst een week gegijzeld, geïntimideerd en mogelijk geslagen, waarna hij vanuit Saoedi-Arabië zijn vertrek als premier aankondigde en dat bij terugkomst in Libanon weer introk. Kortom: een pr-ramp.

‘Al-Qaeda, IS en anderen kwamen voort uit de wahabitische islam die de Saoedi’s exporteren’

Deze agressieve blunders zijn ingegeven doordat Saoedi-Arabië onder Mohammed bin Salman steeds onwaarschijnlijker sprongen maakt om de groeiende macht van aartsvijand Iran in het Midden-Oosten tegen te gaan. Daarin vindt ‘MbS’, zoals hij vaak wordt genoemd, het Witte Huis aan zijn zijde. Saoedi-Arabië staat centraal in de strategie van de regering-Trump om een Arabische coalitie te smeden die Iran moet isoleren en terugduwen. Deel van die strategie is ook een partnerschap tussen Saoedi-Arabië en Israël, en Saoedische steun voor het ‘vredesplan’ van Trumps schoonzoon Jared Kushner, dat erop neerkomt dat de Saoedi’s de Palestijnen de rug toekeren. Maar die strategie ligt nu door de dadendrang van Mohammed bin Salman in duigen.

‘De bereidheid in de regio om Mohammed bin Salman een leidersrol te geven, is snel gedaald’, zegt Daniel Gerlach. ‘In de kleinere landen op het Arabische schiereiland is veel onrust over zijn activistische buitenlandse politiek. Er is angst gegroeid dat Saoedi-Arabië misschien een grotere bedreiging is voor hun onafhankelijkheid dan Iran.’

Ook Paul Aarts, als Midden-Oosten-deskundige verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, ziet veel schade. ‘De zeer agressieve Saoedische buitenlandse politiek sinds het aantreden van Salman staat in groot contrast met die onder de koningen in de decennia daarvoor’, zegt hij. ‘Dat Saoedi-Arabië een stabiele factor wil zijn is nu een lachwekkende ambitie geworden. Als je naar de buitenlandse politiek kijkt, lijkt Saoedi-Arabië nu de grootste destabilisator van de regio.’

Er is wel een lichtpuntje: de Saoedische export van extremisme loopt eindelijk terug. ‘De steun aan radicale groepen heeft in Saoedi-Arabië een kater achtergelaten’, zegt Aarts. ‘De Saoedische elite is heel lang in de ontkenningsfase blijven hangen over waar dat allemaal toe leidde. De aanslagen van 9/11 waren de schuld van Israël, met ander terrorisme had Saoedi-Arabië niets te maken. Onder Mohammed bin Salman is er de realisatie dat al de radicale terreurgroepen wel degelijk iets met Saoedi-Arabië te maken hadden. Al-Qaeda, IS en anderen waren geen directe creaties van Saoedi-Arabië, maar kwamen wel voort uit de wahabitische islam die de Saoedi’s exporteren. Het is nu wel doorgedrongen dat die tijd voorbij moet zijn.’

De blunders op buitenlands gebied en de aandacht daarvoor komen voor Saoedi-Arabië op een zeer ongewenst moment: net nu de VS een uitgebreid sanctieregime tegen Iran probeerden in te stellen, en Saoedi-Arabië het anker zou worden van een nieuw Midden-Oosten. Ook op binnenlands terrein zijn er misschien negatieve effecten. De reeks eigen doelpunten voedde hier en daar de speculatie dat de positie van Mohammed bin Salman wankelde – en daarmee ook de veranderingen die hij in eigen land wil doorvoeren.

Dat is voorbarig, denkt Paul Aarts. ‘Als er wordt geschreven over rivalen van Mohammed bin Salman die klaarstaan, zit daar vaak de hoop in dat het hele regime verdwijnt’, zegt hij. ‘Maar niemand heeft zicht op wat er in de familie gebeurt, we weten het gewoon niet. Wat we wél weten, is dat Mohammed bin Salman zeer effectief was in het uitschakelen van rivalen. En wat belangrijker is, en daar is hier maar weinig oog voor, is hoe populair hij is in Saoedi-Arabië. De meeste Saoediërs zijn jonger dan dertig, en zij zijn meestal enthousiast over Vision 2030, het programma waarmee Bin Salman de Saoedische economie wil hervormen. Hij heeft daar een paar sociale hervormingen aan gekoppeld, zoals het recht voor vrouwen om te rijden of naar concerten te gaan, en veel mensen zijn doodsbenauwd dat dit in gevaar komt als hij opzij moet stappen. Ik verwacht daarom dat hij het wel redt. De onzekere factor is de stijgende werkloosheid, met name onder hoogopgeleiden. Het ambtenarenapparaat zit tjokvol en de private sector is onderontwikkeld. Dat zou tot iets kunnen leiden, al is het speculeren wat dat zou zijn. Er kan altijd iets onverwachts gebeuren, maar anders denk ik dat hij koning wordt voor tientallen jaren.’

Paul Gerlach, de Duitse Midden-Oosten-expert, ziet dezelfde problemen, maar schat ze negatiever in. Hij vermoedt dat Mohammed bin Salmans positie binnen Saoedi-Arabië aangetast is. ‘Dit is wat we nu zien: Mohammed bin Salman die op een zeer agressieve manier andere leden van de familie opzij schuift en buitenlandse politiek bedrijft, beide zeer atypisch voor Saoedi-Arabië’, zegt Gerlach. ‘Binnen de familie Saoed zijn er altijd botsende visies geweest, maar ook de afspraak dat meningsverschillen nooit de familieraad mogen verlaten. Verdeeldheid schaadt de hele familie en versterkt rivalen. Het is dus moeilijk om goed in te schatten. Maar ik zie tekenen dat er binnen de heersende klasse veel angst en kritiek is over Bin Salmans koers.’

Dan gaat het onder meer over Bin Salmans zeer agressieve koers ten opzichte van Iran. ‘Er zijn zorgen dat een directe confrontatie met Iran de zwakke plekken van Saoedi-Arabië blootlegt’, vervolgt Gerlach. ‘Saoedi-Arabië is niet zo rijk en zeker niet zo stabiel als velen denken. Het regime heeft duidelijk grote moeite om economische groei en maatschappelijke ontwikkeling te genereren. Ik betwijfel eerlijk gezegd of het land stabiel zal blijven onder de huidige koning en onder Mohammed bin Salman, als die hem opvolgt. Ik denk dat het land in grote problemen zit. Die heeft Saoedi-Arabië vaak niet zelf geschapen, en het regime probeert er ook wat aan te doen, maar het is een race tegen de klok. Het land heeft zo ongelooflijk veel geld nodig voor de beoogde transformatie dat het geld wel eens op kan zijn voordat die transformatie afgerond is.’

De meeste Saoediërs die Gerlach spreekt zijn blij met de huidige hervormingen ‘Ze geloven dat Bin Salmans agressieve optreden nodig is, dat de belangen van de wel twintig- tot dertigduizend prinsen anders niet kunnen worden doorbroken. Die prinsen zien Saoedi-Arabië als eigendom van de familie, en gewone Saoediërs zijn het daarmee oneens. Bin Salman probeert een natiestaat te creëren, met een burgerschapsidee. Dat blijft een relevant project. Maar het hele project om van Saoedi-Arabië een natiestaat te maken in plaats van een familieonderneming is door Bin Salmans agressieve optreden in diskrediet geraakt. Het zal moeilijk zijn om het wantrouwen tegen zijn persoon los te koppelen van zijn project.’