Brussel - Bart De Wever, de te dikke antiheld en vlijmscherpe leider van de Nieuw-Vlaamse Alliantie, is de te kloppen man bij de vervroegde Belgische verkiezingen, 13 juni. De separatisten worden volgens een recente peiling de grootste partij van Vlaanderen, tot afgrijzen van hun Franstalige landgenoten. Maar, anders dan zij vaak beweren, extremisten zijn het niet.
Sterker nog: hun nationalisme is eerder van het softe soort. ‘Humanitair nationalisme’ noemen ze het zelf: ‘de eigen culturele identiteit beschermen’ door middel van inburgering, maar ook ‘het anders-zijn van mensen en groepen tolereren en ten volle aanvaarden’. ‘Discriminatie’, zo verklaart het partijmanifest, ‘mag niet onbestraft blijven.’
Ze zijn daarbij uitgesproken pro-Europees. ‘Ik zou nooit pleiten voor een Vlaams leger, of een Vlaamse munt’, zei De Wever in Knack. ‘Maar dankzij Europa hoef ik dat ook niet te doen.’ Fascisten zijn het dus al evenmin. Integendeel, het zijn verklaarde pacifisten. ‘Vlaanderen dient zich toe te leggen op conflictpreventie, eerder dan op defensie’, leest het manifest verder. ‘Het moet wereldwijd actief opkomen voor de rechten van de mens en het voortouw nemen in de geweldloze strijd voor de emancipatie van alle verdrukte volkeren.’
De Nederlandse pvv zou niet mogen bestaan, als het aan de n-va ligt. Ze willen ‘het democratisch gehalte van politieke partijen op objectieve wijze toetsen aan de eerbied voor de beginselen van de rechtsstaat en de rechten van de mens.’ Ze doen daarbij een interessant voorstel voor een Europees Hof voor de Democratie, dat partijen zou kunnen verbieden.
Economisch en cultureel staan ze rechts van het centrum. Iedereen die kan werken wordt verwacht dat te doen en ze ‘wijzen een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen resoluut af’. De Wever ergert zich hardop aan de alomtegenwoordigheid van seks, oftewel de ‘pornoficatie’ van de samenleving.
Op andere vlakken zijn het bijna grijze-wollen-sokken-dragers: ze willen naast bodem-, lucht- en waterverontreiniging ook licht-, geur- en geluidshinder aanpakken; kinderopvang en leerplichtonderwijs moeten gratis zijn; en ‘niet enkel de economische kost van goederen moet in de prijs verrekend worden, maar ook de sociale, ecologische, culturele en maatschappelijke kost’.
Hun separatisme lijkt meer pragmatisch geïnspireerd dan iets anders. Het is geen doel op zich, verzekeren ze, maar ‘een middel om te komen tot meer democratie en beter bestuur’. België werkt gewoon niet meer, vinden ze. Of, zoals De Wever het gezegd schijnt te hebben: ‘Als twee mensen naar de dokter gaan met verschillende ziektes, kan de dokter hen zelden beter maken als hij beiden hetzelfde medicijn moet meegeven.’