Dansvoorstelling Eros, een coproductie van Schweigman& en DOX © Bowie Verschuren

Voor de binnenkomst in de zaal krijgt het publiek een stukje chocola uitgereikt met kruiden erin die alle chakra’s schijnen te openen. Zo zweverig als dit voorafje is, zo aards is de dansvoorstelling Eros. Die gaat over het openen van de dijen. En wijdbeens is voor vrouwen iets heel anders dan voor mannen. In de nieuwste productie van theatermaker Boukje Schweigman doen dan ook louter vrouwen mee. Jonge meiden van coproducent Dox, met als aanvoerder Ibelisse Guardia Ferragutti die samen met Schweigman dit ‘performance-ritueel’ creëerde. Met z’n zessen gaan ze in eerste instantie ontspannen op de grond zitten, losjes in contact met de toeschouwers aan drie zijden van de diepzwarte, glanzende dansvloer. In de eerste gezamenlijke beweging spreiden ze hun benen, zodat het publiek recht in hun kruis kijkt, en beginnen hun bekken naar voren te kantelen. Dat is een belevenis: als (vrouwelijke) toeschouwer voel je de kwetsbaarheid van die geopende kruizen in je eigen lichaam.

De puls die ontstaat, leidt naar een overrompelend groepsgebeuren. Vanuit hun heupen duwen de dansers zichzelf op, hun blote voeten stevig in de grond, en zoeken elkaar op. Elke schoot ontvangt een volgende schoot, tot er een schakelketting van vrouwen ontstaat die op en neer golft op de bekkenpuls. Hier wordt een kracht ontketend. Die sluimert in het onderlichaam van iedere vrouw, maar wordt in de westerse schaamtecultuur gedempt. ‘Ik moest twee kinderen baren om daarmee in contact te komen’, zei Schweigman in het radioprogramma Nooit meer slapen. In alle lessen die zij als fysiek opgeleide performer heeft gedaan, werd dat gebied amper geëxploreerd. ‘Er is nog steeds zo veel schaamte over onze vruchtbare delen. Heet ook de “schaamstreek”. Terwijl het ons energiecentrum is. En bij de vrouw wordt daar het leven gemaakt: het is levensenergie.’

In Eros is de ontketende energie óók seksueel, maar de nadruk ligt op een bevrijdende en verbindende vrouwelijke sensualiteit. Het wat fragmentarische tweede deel van Eros mist de meeslepende duur van het begintafereel. Als de vrouwen zich met hun lange haren blinddoeken, krijg je de betekenis daarvan niet helemaal mee. Bij vlagen staat het publiek een beetje buiten de viering op de dansvloer. Maar er is ook de doorgaande soundscape van de twee live percussionisten. Frank Rosaly en Katherine Bornefeld wisselen sferische klankschalen en fluisterend geknisper af met stuwende ritmesequenties. Ze bouwen op naar een opzwepend dubbel-drumstel-spektakel, zo strak dat het publiek zich bij een drum-’n-bass-rave waant. Wat blijft is de bewondering voor de (jonge) vrouwen die het overwinnen van de schaamte met ons delen en zich durven over te geven aan de kracht die er dan vrijkomt. Een doos van Pandora, noemt Schweigman het onderlichaam van de vrouw. En na het openen daarvan zijn de vrouwen nu eens niet de schuld van alle kwaad in de wereld.

14 t/m 16 juli op Julidans (Amsterdam), in augustus op het Boulevardfestival (Den Bosch) en volgend seizoen in Rotterdam en Zwolle.