
Bij een deining in de polder is het verstandig om naar de constitutie van de rechtsstaat te kijken, zoals oud-minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin placht te doen. Met diepe achting spreekt hij over de grondwet, alsof het de bijbel is. En terecht. Het kompas van de rechtsstaat biedt duidelijkheid.
Hirsch Ballin zei afgelopen zondag in Buitenhof dat de politiek zich niet mag bemoeien met individuele strafzaken en dat vanwege de scheiding der machten moet overlaten aan de rechter. In de grondwet zijn de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht van elkaar gescheiden om te voorkomen dat rechtspraak politiek wordt. Hij refereerde eraan in kraakheldere taal, zonder zich te laten verleiden tot een ferme uitspraak over de recente beslissing van zijn opvolger op Justitie. Wel hekelde hij de lust van politici om in ‘de huidige standplaats.nl-cultuur’ telkens als een windvaan te reageren op actuele kwesties. Wie niet koersvast is, ondermijnt volgens hem op lange termijn het vertrouwen in de democratie. Het is een algemene uitspraak die lading krijgt in het licht van de onrust over het komende verlof van een man wiens bloed velen kunnen drinken.
Dat neemt niet weg dat deze uitzonderlijke casus veel vergt van de maatschappij. Van der Graafs recht op proefverlof en vervroegde vrijlating wegens goed gedrag is dan ook meer dan een puur juridische kwestie. De reïntegratie van de moordenaar van Fortuyn roert een dieper ongenoegen aan onder een deel van de bevolking, over ‘de elite’.
En Van der Graaf zou Van der Graaf niet zijn als hij geen procedure zou voeren tegen de beslissing van de staatssecretaris. Hoewel hij met zijn daad ruim elf jaar geleden de rechtsstaat aan zijn laars lapte, kent hij als geen ander zijn eigen rechten. Hij tekent beroep aan bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (rsj), het orgaan dat uiteindelijk het laatste woord heeft.
De kans is groot dat hij straks buiten de gevangenismuren mag gaan wennen aan een samenleving die in de afgelopen jaren flink is veranderd. Dat geeft opnieuw voeding aan een ‘zie-je-wel-gevoel’ onder mensen die zich nooit hebben neergelegd bij het relatief milde vonnis. Zij beroepen zich daarbij op ‘de rechtsstaat’, want die zou geschonden zijn door het ‘politieke’ strafproces.
Toch moeten ook zij, vanuit respect voor het staatsbestel, de beslissing van de rsj slikken. Bovendien is de ophef over het proefverlof van Van der Graaf uitstel van executie: op een dag komt hij (onvoorwaardelijk) vrij. Als hij volgend jaar mei twee derde van zijn straftijd achter de rug heeft, moeten de mensen die daar grote moeite mee hebben niet, zoals hij dat deed, het recht in eigen hand willen nemen.