De eerste vampierfilm die ik me levendig voor de geest kan halen is The Hunger van Tony Scott (1983), waarin een onsterfelijke Catherine Deneuve een jonge Susan Sarandon verleidt (en bijt!). Deneuve’s partner wordt gespeeld door David Bowie. Behalve veel zwarte zonnebrillen, leren jassen en neonlichten herinner ik me de broeierige soundtrack van de gothicband Bauhaus. Te cool om waar te zijn, al met al. Of het een erg geslaagde film was weet ik niet precies, maar wel dat hij mijn beeld vestigde van vampiers als fundamenteel hippe wezens.

Dat realiseerde ik me overigens pas bij het zien van Jim Jarmusch’ laatste film, het nog coolere Only Lovers Left Alive (2013). Daarin hangen de eeuwenoude vampiergeliefden Adam en Eve rond in hun decadente, eclectische woningen, nippen bloed uit cocktailglaasjes, spelen seventiesrock op antieke gitaren, lezen boeken van David Foster Wallace en gedichten van Keats, facetimen met hun iPhones en rijden rond in oldtimers. Een en al goede hipstersmaak, die ontwikkel je wel als je het eeuwige leven hebt. Vampiers zijn in hun onsterfelijkheid dankbare postmoderne subjecten – ze verenigen allerlei tijdperken en stijlen in zich. Van dat gegeven maakt ook de Amerikaans-Iraanse filmmaakster Ana Lily Amirpour gebruik. Zij charmeerde het festivalpubliek vorig jaar met een Iraanse vampier-spaghettiwestern, A Girl Walks Home Alone at Night. Een mengelmoes van genres, archetypen en iconen uit de geschiedenis van film en muziek, en tegelijk iets volkomen onbekends.

De zwart-witfilm speelt zich af in het verlaten, Iraans aandoende stadje Bad City, waar een vampier, The Girl (Sheila Vand), ’s nachts de straten bewandelt. Ze voedt zich met het bloed van mannen die vrouwen oneerbiedig behandelen. In dezelfde stad loopt de zachtaardige Arash (Arash Marandi) rond, een Iraanse James Dean, met kuif, witte shirts en Levi’s, die xtc dealt op undergroundfeesten. Terwijl het verval voortwoekert in Bad City bloeit er een romance tussen de twee. Zo eenvoudig is de plot, Amirpours taal bestaat hoofdzakelijk uit beelden en sferen. Die schreeuwen verwijzingen naar allerlei bronnen – het Wilde Westen van Sergio Leone, de klanken van Ennio Morricone, de streepjesshirts van Godard. Maar de hedendaagse Iraanse context werpt een vervreemdend licht op die overbekende elementen.

De vampier zet haar tanden in alle mannen die andermans fysieke grenzen niet respecteren

In een van de cartooneske shots zien we The Girl op een skateboard van een helling sjezen. Haar wapperende chador is haar cape, haar mond is haar wapen; je kunt moeilijk om de feministische superheldensymboliek heen. Dat geldt ook voor penetratiesymboliek, trouwens – oog om oog, de vampier zet haar tanden in alle mannen die andermans fysieke grenzen niet respecteren. (In een variant op een verkrachtingsscène forceert de verslaafde vader van Arash zijn heroïnenaald in de arm van zijn vaste prostituee.) De maakster zelf distantieert zich van zo’n specifiek feministische interpretatie. De film gaat voor haar meer over oppervlakten en wat die verhullen, zo vertelt ze in een interview met The New Republic. Amirpour is geïnteresseerd in geraffineerde verkleedpartijen. Wat vrouwelijk is en wat mannelijk, is lang niet altijd eenduidig; door de film danst af en toe een clownachtige travestiet en Arash draagt op een gekostumeerd feestje eenzelfde soort cape als The Girl, waardoor de twee een soort uiterlijke gelijkwaardigheid krijgen. In de wapperende chador hoeven we wat de regisseur betreft ook geen statements over islamitische vrouwen te lezen. De materie van A Girl Walks Home Alone at Night is popcultuur, geen politiek.

Natuurlijk zit juist in het voortdurend vervormen van conventies een subversieve kracht. Dat is een theoretisch cliché, maar de cultuurclashes waarin Amirpour het zoekt zijn daadwerkelijk indrukwekkend. Ze toont dat popcultuur en politiek in elkaars verlengde kunnen liggen. We zien The Girl haar chador afgooien om in de beslotenheid van haar kamer te dansen, tussen posters van Madonna – of is dat Margaret Atwood!? – op oude liedjes van Lionel Ritchie en nieuwe nummers van Iraanse new-wavebands. We zien Arash in zijn grote Amerikaanse oldtimer met Perzisch nummerbord door de straten van het stadje glijden. Als we goed kijken, dan zijn het niet de straten van Iran maar die van California.

Niets is wat het lijkt: het líjkt een open deur, maar A Girl Walks Home Alone at Night pakt dit versleten credo aan om een te eenduidig feminisme voorbij te streven. De vampier, die zich steeds weer verjongende, negentiende-eeuwse dandy, leent zich uitstekend als spil in zo’n spel met oude en nieuwe vormen. Waar de oorspronkelijke graaf Dracula, net als zijn schepper Bram Stoker, vooral een misogyne sadist was, is Amirpours herschepping – net als die van Catherine Deneuve destijds – een gevaarlijke vrije geest, die geldende normen aan haar tanden rijgt.


Meer informatie over What the F?! zie iffr.com


Beeld: A Girl Walks Home Alone At Night, Ana Lily Amirpour (Pretty Pictures).