Rini Brakkee, The Most Important Job II, 2019. Olieverf op paneel, 18 x 24 cm © Rini Brakee

Op een tafeltje staat een ouderwetse telefoon met draaischijf. Erbij ligt een briefje uit de typmachine: ‘Sound of a woman giving birth. A 4 minute experience’. Geboortegeluiden moeten de meest universele geluiden zijn die de mens sinds het bestaan der mensheid heeft voortgebracht. Je kunt erbij gaan zitten, bij dat luisteren, in een luie stoel. De belofte van ritmisch hijgen, puffen en schreeuwen aan de andere kant van de lijn wordt waargemaakt. Het is ongemakkelijk, een intieme gebeurtenis waar je als ongenode gast bij bent. Moet dit echt? Is dit echt?

De telefoon hoort bij de installatie van Sophie Ebrard (1976, Frankrijk), die ze in september 2019 in haar eigen huis had tentoongesteld en die nu te zien is in een grotere tentoonstelling over de obstakels rond het moederschap in Dat Bolwerck in Zutphen. De titel van Ebrards werk is I Didn’t Want to be a Mum en gaat deels over de weerstand die ze zelf voelde tegen het moederschap. Het is ook de eerste zin uit de tekst die ze als dagboek voor de tentoonstelling schreef. ‘Ik wilde geen moeder worden. Ik wilde fotograaf worden’, dacht de toen 35-jarige Ebrard. Toen ze toch zwanger werd, voelde ze nog steeds grote weerstand.

Bij de baargeluidentelefoon hangen foto’s van tijdens en kort na de bevalling: een plas bloed met waarschijnlijk de placenta, een uitgeputte moeder met kind aan de borst. Pas achter een gordijntje komt de geluksfase: esthetische foto’s van zijdezachte babylichamen, soms samen met die van hun moeder, die nog steeds een succesvol fotograaf is voor sport- en horlogemerken, en inmiddels moeder van twee kinderen. Er staat een potje met parfum, door Ebrard samengesteld, met de geur van pasgeboren baby’s. De tekst heeft Ebrard opgedragen aan haar kinderen. Ze biedt haar excuus aan aan haar zoon, omdat ze niet meteen de goede moeder was die ze voor haar tweede kind wel durfde te zijn.

Filmmaker Margot Schaap (1986) werkt op dit moment aan een documentaire over moederschap en stelde in het kader daarvan als gastcurator deze tentoonstelling samen. Bij binnenkomst in kunstruimte Dat Bolwerck, gevestigd in een rijksmonument uit 1549 in het centrum van Zutphen, heet een Maria met kind de bezoeker welkom.

Er staat een potje met parfum met de geur van pasgeboren baby’s

Deze Maria draagt een smetteloze eenvoudige jurk, ze kijkt sereen voor zich uit, net als de voorbeeldig brave Jezus op haar schoot. Ergens tussen dat geïdealiseerde eeuwenoude heiligenbeeld en dat van de tegenpool, een ‘marginale moeder’ die als geesteszieke of misdadiger in de media en in verhalen opduikt, leven, werken en bewegen de meeste moeders zich, aldus Schaap. Het meer genderneutrale ‘ouders’ gaat hier, ondanks welwillende vaders, niet op, zo blijkt uit deze tentoonstelling. Het zijn de vrouwen die het meest te maken hebben met een dwingend keurslijf van perfectionisme, voor werk én voor het moederschap.

Als motto en titel voor de expositie, waarin het werk van zeven kunstenaars te zien is, koos Schaap de zin ‘I won’t be an egg which you would crack in a hurry for the world’, afkomstig uit de Engelse vertaling van het gedicht Moederschap van de Poolse dichteres Anna Swir (1909-1984). Het gedicht hangt naast het mariabeeld, het gaat over de tweestrijd die de ik-figuur voelt bij het kijken naar haar pasgeboren kind: trots zichzelf voorop blijven stellen of verdrinken in nederigheid bij het zien van zijn bewegende vingertjes.

Voor dat laatste lijkt Keetje Mans (1979) aanvankelijk bang te zijn geweest tijdens haar zwangerschap, althans, dat zou je kunnen denken. Ze maakte tekeningen, olieverf ging niet, vanwege de dampen; twee ervan hangen in de tentoonstelling. Daarop staan huiselijke voorwerpen zoals een tafeltje, stoelen en een ladder voor een fraai gedecoreerde achterwand. Op die wand lijkt een boom getekend, pas later ontwaar je er een lichaam in, een hand die schoonmaakt, of een paard in vermomming. Voor deze tentoonstelling schilderde Mans een van de tekeningen nu alsnog in het groot, meer dan twee meter hoog, als een triomf over de onzichtbaarheid.

Rini Brakkee (1983) koos ook beelden uit de praktijk van het moederschap die meestal verborgen blijven, maar die dankzij realityshows als Super Nanny, waarin een specialist wanhopige ouders opvoedles geeft, wel bij het grote publiek bekend zijn. Brakkee schilderde voor haar serie The Most Important Job scènes waarin het kind overwegend krijsend, met rode wangen en waterige ogen, de aandacht trekt. Om hen heen proberen handen, benen en schouders de kleine wezens in bedwang te krijgen, in schoenen gewurmd, aan het tandenpoetsen, aan het eten. Zoiets had niemand nog zo geschilderd. In aansluiting hierop heeft Dat Bolwerck voor deze tentoonstelling een samenwerkingsverband met de Oudertelefoon. Die is anoniem bereikbaar voor opvoedadvies. Daarnaast kun je ook kiezen voor de schreeuwfunctie, waarbij je bij harde heavy metal-muziek alles mag schreeuwen wat je wil. 

I won’t be an egg which you would crack in a hurry for the world, in kunstruimte Dat Bolwerck in Zutphen tot en met 28 mei.