Toen het Armeense gezin nog maar kort gebruik maakte van het kerkasiel in de Haagse Bethelkapel maakte ik me zorgen of er wel een plan B was. Stel dat de actie van de protestantse kerken geen succes had en het gezin toch zou moeten vertrekken, wat dan? Was er dan geen valse hoop gewekt, met nog meer schade als gevolg? Een dilemma dat opdoemt bij menig burgerprotest.
Een plan B bleek echter niet nodig. Maar misschien zeg ik dat verkeerd. Er was wel een Plan B, een politieke oplossing, voor een hele groep kinderen, niet alleen voor dit ene gezin. Daardoor kon de volcontinu-dienst in de Bethelkapel, waar vele dominees en andere vrijwilligers aan hadden meegewerkt, worden beëindigd.
Het stoppen van de kerkdienst gebeurde direct op de dag dat de Tweede Kamer met verantwoordelijk staatssecretaris Mark Harbers (vvd) van Justitie en Veiligheid debatteerde over het binnen het kabinet bereikte compromis over hoe om te gaan met de ongeveer zevenhonderd hier gewortelde, maar met uitzetting geconfronteerde kinderen. De dossiers van alle zevenhonderd kinderen worden opnieuw beoordeeld. De verwachting is dat ongeveer negentig procent van hen dan kan blijven. In de tussentijd worden geen kinderen uitgezet.
De kerkasielactie, een ‘stil’ protest dat door de vele media-aandacht overigens helemaal zo stil niet was, had dus succes gehad. Het cda dat tijdens de kabinetsformatie nog tegen een nieuw kinderpardon was, bleek gevoelig voor het protest van de pkn, Protestantse Kerk Nederland. Niet alleen uit puur electorale overwegingen, ook cda-Kamerleden zelf wilden dat een ander standpunt werd ingenomen en voelden de actie als een steun in de rug. Het veel gehoorde credo van politici dat ze willen luisteren naar de burger werd hier een keer niet alleen met de mond beleden. Maar ook dat viel niet overal even goed. Het cda-Kamerlid Madeleine van Toorenburg pareerde de kritiek op de ‘draai’ van het cda dat critici niet én kunnen beweren dat het regeerakkoord in beton gegoten is en dan óók kritiek hebben als afspraken toch worden herzien.
Door de andere opstelling van het cda zag de grootste regeringspartij, de vvd, zich geconfronteerd met een nieuwe politieke werkelijkheid: er was nu binnen het kabinet en in de Tweede Kamer een meerderheid die wil dat deze kinderen kunnen blijven. Het zorgde tijdens het debat voor een cruijffiaans aandoende uitspraak van staatssecretaris Harbers. Op de vraag van de SP waarom bij de formatie niet al was afgesproken deze groep opnieuw te beoordelen aan de hand van barmhartiger criteria zei hij: ‘Soms komt het moment als het moment daar is.’ Een wijsheid die van een democratische inborst kan getuigen.
De vvd heeft voor de nieuwe afspraken ook wat teruggekregen. Koehandel over de ruggen van kinderen, menen critici binnen en buiten de Kamer. Voor wie dat zo wil noemen is de harde werkelijkheid dat die koehandel dan al decennia wordt bedreven. Door kabinetten in verschillende politieke samenstelling én door de oppositie. Het is steeds weer een zoeken naar een compromis tussen verschillende politieke opvattingen over wie wel en wie niet wordt toegelaten tot Nederland, én naar procedures die de grens die uiteindelijk wordt getrokken naar behoren in acht nemen.
Op aandringen van de vvd is nu afgesproken om de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris aan het einde van de asielprocedure, als de daadwerkelijke uitzetting dreigt, bij de bewindspersoon weg te halen. Daarmee moet een eind komen aan het talkshowpardon, zoals dat door Arjen Lubach is gaan heten. Niet alleen de vvd vond het overigens ongepast dat mediagenieke kinderen daardoor onderwerp werden van Kamerdebatten en andere kinderen, of volwassenen, niet. Kamerleden horen niet over individuele gevallen te oordelen. Alleen al het gegeven dat de discretionaire bevoegdheid aan het einde van de asielprocedure bestond, gaf echter hoop. Het heeft geleid tot het rekken van het illegale verblijf, opdat uiteindelijk vertrek na een lang verblijf te schrijnend zou zijn. Voortaan kan alleen tijdens het allereerste asielverzoek een beroep worden gedaan op ‘schrijnendheid’, wanneer op grond van ziekte of seksuele geaardheid geen verblijfsvergunning kan worden verleend. Dit moet voorkomen dat kinderen zonder verblijfstitel hier opnieuw geworteld raken, doordat ouders procedures blijven stapelen in de hoop op de discretionaire bevoegdheid van de bewindspersoon aan het eind.
Of er niet opnieuw een groep ontstaat van kinderen die hier langer dan vijf jaar zijn en daardoor geworteld raken, zal voor een groot deel afhangen van de vraag of de Immigratie en Naturalisatiedienst (ind) voldoende personeel weet te vinden en op te leiden. Tussen droom en daad staat vooral een praktisch probleem in de weg, waarvoor nu wel extra geld komt. Maar een garantie geeft het niet. Elke grens kent grensgevallen.
pvda-Kamerlid Attje Kuiken kon daar moeilijk mee leven en uitte kritiek met de opmerking dat ‘schrijnendheid niet in wet of regelgeving valt te vatten’. Haar collega van regeringspartij d66, voormalig officier van justitie Maarten Groothuizen, erkende dat de nieuwe procedure niet waterdicht is. Maar hij herkent daarin de dagelijkse praktijk van het recht: ‘Waterdicht is het nooit in het recht en zeker niet in het asielrecht.’ Is dat niet ook wat we van rechterlijke uitspraken verwachten: aandacht voor de individuele omstandigheden? Dus is het goed mogelijk dat er over vijf jaar weer een debat over hier gewortelde kinderen is. Benieuwd welke politieke regeringspartijen er dan mee mogen worstelen.