Er is veel dat fascineert aan PJ Harvey. Om te beginnen is er haar stem, die even warm als ijzingwekkend kan klinken. Dan zijn er haar optredens: intens, ernstig, geconcentreerd, verre van vrijblijvend, en altijd met een enorme nadruk op haar recente werk. Bij PJ Harvey is een concert geen live-versie van een ‘best of’, aangevuld met drie nieuwe nummers. Nee, het is een viering van dat nieuwe werk. Nu zou het ook al ondoenlijk zijn een selectie voor een ‘best of’ te maken, want PJ Harvey heeft geen hits, en eigenlijk ook geen breed gedragen klassiekers. Ze heeft vooral nummers die een bepaalde periode vertegenwoordigen, en het geluid dat daarbij hoorde. Dat geluid was warm en weldadig ten tijde van Stories from the City, Stories from the Sea (2000), rafelig en rauw bij Uh Huh Her (2004) en dromerig en sfeervol in de tijd van White Chalk. Wanneer je die drie albums achter elkaar draait, hoor je eigenlijk drie verschillende zangeressen. PJ Harvey strekt zich uit van Courtney Love tot Kate Bush.

Wat een constante is, al ten tijde van haar debuut en van ouder werk als Rid of Me (1993) en To Bring You My Love (1995), en al helemaal bij haar meesterwerk Let England Shake (2011): de kwaliteit van haar teksten.

Deze zomer speelde ze op het Nederlandse Down The Rabbit Hole-festival. Engeland had zich zojuist afgekeerd van Europa. Sommige Britse artiesten zeiden er iets over, de meesten niets. PJ Harvey meer dan iéts: ze droeg voor uit No Man Is an Island van John Donne, uit 1624: ‘No man is an island/ Entire of itself/ Every man is a piece of the continent/ A part of the main’. Haar recentste album The Hope Six Demolition Project was net uit. De titel is een verwijzing naar het Amerikaanse Hope VI-project, dat neerkomt op het deels slopen van oude wijken, om daar plaats te maken voor nieuwbouwprojecten. Het is het proces dat in elke grote stad ter wereld leidt tot dezelfde discussies, over dezelfde vooruitgang en dezelfde onttakeling. De zin waarmee PJ Harvey gentrification samenvat, is even doeltreffend als vernietigend: ‘They’re gonna put a Walmart here.’

De tekst is het refrein van het openings- en titelnummer, en ze schreef de tekst na een tour door de rauwste wijken van Washington, met een verslaggever van The Washington Post als gids. Veel zinnen zijn letterlijk afkomstig van de verslaggever, ook het refrein. Die verslaggever kende haar niet en hoorde pas later dat hij een beroemde gast in zijn bus had gehad. Hij heeft er een verhaal over geschreven, dat te lezen is op de website van The Washington Post. De titel: I gave a famous rock star a windshield tour of D.C. – and didn’t know who she was.

Harvey heeft verdomd goed opgelet tijdens de tour, schrijft hij. Het heeft hoe dan ook een salvo van genadeloze zinnen opgeleverd. De straat Benning Road? ‘A well-known “pathway of death”’.

De snelweg South Capital? ‘Here’s the highway to death and destruction.’

De school? ‘Just looks like shit-hole.’

De wijk Ward 7? ‘OK, now this is just drug town, just zombies.’

Het kwam haar op felle kritiek te staan, van zowel politici uit Washington, als van de oud-burgemeester, wiens persoonlijke medewerker stelde: ‘PJ Harvey is to music what Piers Morgan is to cable news.’ Maar ook van de vrijwilligersorganisatie Community Of Hope, die probeert nog iets te maken van Ward 7, en de beschrijving van PJ Harvey van hun wijk opvatte als een dolksteek.

Ze hoeft maar één keer te noemen dat de schoonmaker zwart is, en de wetenschap dat Lincoln toekijkt, doet de rest

Maar dat is wat PJ Harvey doet, al haar hele loopbaan: schrijven als een sluipschutter. Misschien is de dodelijkste en meest typische zin uit dat omstreden nummer wel de gelaten boodschap na die beschrijving van Ward 7: ‘But that’s just life’.

Dat zit ook in een van de beste nummers van het album: Near the Memorials to Vietnam and Lincoln. Het enige dat ze doet in dat nummer is het beschrijven van dagjesmensen, op gewoon een ogenschijnlijk willekeurige dag in Washington. Een jongetje verjaagt met handgebaren de meeuwen. Mensen ploffen neer in plastic stoeltjes. Een zwarte man in een overall ruimt hun rommel op. Meer gebeurt er niet. Maar door in ieder refrein te zingen waar het gebeurt, ‘all near the memorials to Vietnam and Lincoln’, krijgt het allemaal een lading, en daar heeft PJ Harvey nauwelijks woorden voor nodig. Ze hoeft maar één keer te noemen dat de schoonmaker zwart is, en de wetenschap dat Lincoln hier toekijkt, doet de rest van het werk en roept de rest van de vragen op.

Op Let England Shake, dat zich door de ontluisterende opeenstapeling van menselijke conflicten en de prijs ervan uiteindelijk laat beluisteren als een pacifistisch manifest, zingt ze over de Slag om Gallipoli in 1915 en 1916. De poging van Britten en Fransen om Istanbul te veroveren mislukte, met enorme verliezen aan beide kanten als gevolg. Het is sowieso al niet het meest voor de hand liggende onderwerp voor een popnummer, maar PJ Harvey is niet van de voor hand liggende keuzes. Ook hier: met minimale middelen, met een volkomen gebrek aan omhaal van woorden zegt ze in een paar zinnen wat ze erover wil zeggen: ‘The scent of Thyme carried on the wind/ Stings my face into remembering/ Cruel nature has won again’.

Wanneer PJ Harvey een vrouw bezingt die haar dochter verdrinkt (in Down by the Water uit 1995), zingt ze: ‘I had to lose her/ To do her harm/ I heard her holler/ I heard her moan’.

Wanneer ze een stalker bezingt (Joe) en de vrouw die hij lastigvalt (Elise) en uiteindelijk vermoordt (in A Perfect Day Elise, uit 1998) heeft ze aan vier regels genoeg om te neer te zetten: ‘White sun scattered all over the sea/ He could think of nothing but her name Elise/ God is the sweat running down his back/ The water soaked her blonde hair black’.

Wanneer ze zingt over de liefde, en doet ze geregeld, is het vaak de liefde zoals in Black Hearted Love, haar samenwerking met John Parish: ‘When you call out my name in rapture/ I volunteer my soul for murder/ I wish this moment here forever’.

Rapture. Murder. En toch een liefdesnummer.

Helemaal Harvey. Poëtisch, maar zelden bloemrijk, en al helemaal nooit verbloemend. Bij PJ Harvey doet alles een beetje pijn. Relaties, seksualiteit, menselijk verkeer, samenleven. Alles. ‘But that’s just life.’


PJ Harvey leest op zaterdag 5 november voor uit The Hollow of the Hand


Beeld: PJ Harvey (Maria Mochinacz/Vagrant)