Kijkend naar Atonement, Joe Wrights verfilming van Ian McEwans veelgeprezen roman, vraag je je af wat de zin van deze film is. De film streelt het oog – de verblindend mooie Keira Knightley in een hoofdrol, de schitterende kostuums, landschappen en sets – maar inhoudelijk is het boek toch veel beter, veel complexer? De boekverfilming blijft een hachelijke onderneming; het gaat bijna nooit helemaal goed. Tenzij het een uitzonderlijke tekst betreft die zich herhaaldelijk laat lezen en genieten (zie de bespreking van Shakespeare-verfilmingen elders in dit nummer), of er een bijzonder getalenteerde cineast aan het roer staat die, zoals bijvoorbeeld Stanley Kubrick met The Shining (1980), het origineel slechts als uitgangspunt gebruikt voor een eigen, autonoom en uiteindelijk superieur kunstwerk.

Atonement is geen slechte film, integendeel; de beelden zijn aantrekkelijk en het verhaal wordt vlot verteld. Maar wie het boek kent, komt bedrogen uit. McEwans roman gaat over de mechanismen van literatuur: hoe je een roman schrijft, met al die verschillende stemmen en narratieve structuren en vertellers met geheime agenda’s die hen per definitie onbetrouwbaar maken. En de rol van de literatuur in het leven: troost en catharsis en, uiteindelijk, boetedoening. Dit zijn interessante thema’s, maar regisseur Wright, gesteund door een vakkundig scenario van Christopher Hampton, die eerder Dangerous Liaisons (1988) van Stephen Frears omzette, focust er pas aan het einde van zijn film op, wanneer Briony Tallis, nu oud en stervend en gespeeld door de nog altijd schitterende Vanessa Redgrave, in een hartverscheurend moment uitlegt waarom een schrijver dingen verzint. Dat raakt de kern, maar het komt veel te oppervlakkig aan de orde in Wrights verfilming.

Het verhaal begint decennia eerder, als de dertienjarige Briony (Saoirse Ronan) in het bos rond haar ouderlijk huis de verkrachting van haar nichtje aanschouwt. Meteen beschuldigt ze Robbie Turner (James McAvoy) op wie ze heimelijk verliefd is. Cruciaal is dat Briony eerder op dezelfde avond haar zuster Cecilia (Knightley) betrapte terwijl ze in de bibliotheek van het huis seks met Robbie had. Robbie wordt gearresteerd en de prille liefde wordt gefnuikt, ook door de Tweede Wereldoorlog die drie jaar later uitbreekt en waar Robbie in terechtkomt.



Tijdens de oorlog, in Frankrijk, ontvouwt de schrijver McEwan een centraal thema: de universele schuld. Lopend door een surrealistisch oorlogslandschap, dat McEwan op meesterlijke wijze beschrijft en dat doet denken aan het zwartgeblakerde Europa van Kurt Vonnegut en Thomas Pynchon, beseft Robbie dat niemand zonder schuld is, niet Briony en zeker niet hijzelf, die hier in den vreemde alleen maar het eigen hachje wil redden. Deze verhaallijn wordt in de film nauwelijks uitgewerkt, wat tekenend is. Misschien ligt dat in dit geval niet aan regisseur of scenarist en valt de genialiteit van McEwans observaties over het universalisme van schuld en boete gewoon niet in een film uit te werken of te kopiëren. Immers, de schrijver is een soort God, zegt verteller Briony in de roman. En als je God zelf bent, hoe bereik je dan atonement, boetedoening, en in de secundaire betekenis van het woord, verzoening tussen mens en God? Het is een vraag die enkel in de roman Atonement wordt beantwoord.

Joe Wright, Atonement. Nu te zien