Rome – Hij heeft haar ‘sbrufoncella’ (opschepstertje) genoemd. Zij zei in een live verbinding vanaf de Sea-Watch 3 met de buitenlandse persclub in Rome dat ze ‘verantwoordelijk is voor meer dan zestig mensen aan boord, en dat Salvini gewoon even zijn plaatsje in de rij moet innemen en wachten op zijn beurt voor mijn aandacht’. Hij is de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken, Matteo Salvini (46), en sinds een jaar de gezichtsbepalende politicus van zijn land. Zij is een Duitse onderzoekster van de poolkappen, Carola Rackete (31), die vanwege haar capaciteiten als kapitein van moeilijke missies het ngo-schip Sea-Watch 3 met aan boord 42 vluchtelingen 17 dagen voor de kust van Italië parkeerde om uiteindelijk door alle verboden heen te varen en een patrouillebootje van de Guardia di Finanza bijna te pletten tegen de havenmuur van Lampedusa.

Allebei ging het ze om het statement, wordt zowel Salvini als Rackete verweten door de beste – zeker niet xenofobe of extreemrechtse – commentatoren die Italië te bieden heeft: Corrado Augias (la Repubblica), Domenico Quirico (La Stampa) en Marco Travaglio (Il Fatto Quotidiano). Ze zeggen alle drie eigenlijk hetzelfde: Italië is het podium geworden van een fout toneelstuk met een vast scenario en rolbezetting, waarbij de Afrikaanse bootvluchtelingen worden misbruikt als figuranten.

De sterren van de show zijn enerzijds de ‘verschrikkelijke Hulk’ Matteo Salvini, die de kusten van zijn land tegen de stroom uit Afrika probeert te barricaderen. En anderzijds de ngo-missies die de vluchtelingen tegemoet varen tot bijna aan de kust van Libië, en keer op keer recht op Italië afkoersen. Niet op Malta, niet op Tunesië, terwijl dat dichterbij ligt. Italië moet het zijn, ‘terwijl bekend is dat Italië op dit moment een minister heeft die illegale immigratie wil indammen, overtuigend gekozen door een grote hoeveelheid Italianen’, meent commentator Corrado Augias van la Repubblica. ‘Acties zoals die van Carola Rackete zijn een cadeau aan Salvini, die zijn steun in Italië alleen maar doet groeien. Haar verdiensten op het humanitaire vlak zijn door haar provocerende opmerkingen en gedrag helaas totaal overschaduwd. Je zegt niet “hij moet maar een plaatsje in de rij innemen voor mijn aandacht” over een minister van een land waar je gastvrijheid komt vragen voor de mensen die je hebt opgepikt uit zee. Daarmee help je helemaal niemand, in de laatste plaats degenen om wie het gaat.’