Sinds enige tijd woedt er in de Nederlandse dagbladen een debat over een Grondwet van de Europese Unie. Het concept van de zogeheten Conventie wordt eind deze week gepresenteerd.
De deelnemers, onder wie diverse politici, concentreren zich vooral op de tegenstelling tussen «democraten» en «federalisten», op de vraag hoe de invloed van de bevolking het best kan worden gewaarborgd en op de wenselijkheid van een referendum over deze nieuwe Grondwet.
Het is een interessant maar beperkt debat. De «31-mei- actie» van zeven internationale opinieleiders is de deelnemers kennelijk ontgaan. Vijf filosofen en twee schrijvers Jürgen Habermas met Jacques Derrida in de Frankfurter Allgemeine en Libération, Richard Rorty in de Süddeutsche Zeitung, Gianni Vattimo in La Stampa en Fernando Savater in El País plus Umberto Eco in La Repubblica en Adolf Muschg in de Neue Zürcher Zeitung pleitten op 31 mei voor een sterk en zelfbewust Europa dat de Amerikaanse suprematie moet bestrijden. Een strijd met Europese waarden, zoals relativeren van de rol van de markt, sociale gelijkheid, milieubewustzijn, afkeer van het recht van de sterkste en secularisatie.
De zeven reppen niet van de Conventie, maar secularisatie is een principe dat in het ontwerp van de Grondwet ernstig wordt bedreigd, een element dat in het Nederlandse debat tot nu toe niet aan de orde kwam. Het gaat hierbij vooral om artikel 37 dat de status van kerken en niet-confessionele organisaties regelt:
The European Union respects and does not prejudice the status under national law of churches and religious associations or communities in the Member States.
The European Union equally respects the status of philosophical and non-confessional organisations.
The Union shall maintain a regular dialogue with these churches and organisations, recognising their identity and their specific contribution.
De eerste twee paragrafen dateren al van het Verdrag van Amsterdam (1997). Dat leverde destijds de vraag op waarom kerken en religieuze organisaties of gemeenschappen expliciet zon uitzonderingspositie krijgen toebedeeld en waarom filosofische en niet-confessionele organisaties in een aparte paragraaf worden vermeld. Kan al dat zweven niet bij elkaar?
Het venijn zit echter in paragraaf 3. De Unie zal een geregelde dialoog onderhouden met die kerken en organisaties, daarbij hun identiteit en speciale bijdrage erkennend. Je kunt je al afvragen of kerken wel zon waardevolle speciale bijdrage leveren. Dat doen universiteiten, kranten, multinationals, sportbonden en milieubewegingen eveneens.
Ook los van deze vraag is paragraaf 3 een regelrechte aanval op het seculiere karakter van de Europese Unie. Zij geeft de kerken een formele basis om te interveniëren in de Europese politiek. Bijvoorbeeld in kwesties als opvoeding, moraal, gezin, de positie van vrouwen, contraceptie, abortus, euthanasie, scheiding, seksuele oriëntatie, medisch en ander wetenschappelijk onderzoek et cetera. Dat recht wordt toegekend aan organisaties waarvan sommige bekend staan om openlijke discriminatie van vrouwen en homoseksuelen.
Het ontwerpverdrag voor de Grondwet is tot nu toe vaak gekritiseerd omdat veel niet of onvoldoende is geregeld. Niemand noemde echter de positie van het Vaticaan. Een toekomstige Europese Grondwet zou jegens Italië de ongeldigheid kunnen formuleren van het Verdrag van Lateraan dat paus Pius IX in 1929 met duce Benito Mussolini sloot. De paus werd soeverein vorst van Vaticaanstad en het katholicisme werd tot de Italiaanse staatsgodsdienst gepromoveerd.
Hoe kan een van de oudste leden van de Europese Unie in het multiculturele Europa van 2003 iets als een staatsgodsdienst hebben? Hoe kunnen politici een natie als Vaticaanstad in hun midden dulden, die ondemocratisch wordt bestuurd, met een religieus leider als staatshoofd? Berlusconi konden de Italianen tenminste nog zelf kiezen.
Voor sommigen is de Poolse paus kennelijk het symbool van een christelijk Europa. Niet voor de zeven opinieleiders van de 31ste mei, maar wel voor voormalig Frans president Giscard dEstaing, de voorzitter van de Conventie, die meent dat Europa per definitie christelijk is en dat niet-christelijke landen daardoor buiten de Unie moeten blijven.
De christenen hebben overigens wel veertien eeuwen nodig gehad voor het karwei was geklaard. Al die tijd was Europa dus in afnemende mate niet-christelijk. Historici als Arnaldo Momigliano beschreven hoe in de eerste eeuwen van onze jaartelling het heidense maar beschaafde Griekenland en het Romeinse Rijk de opkomst van het christendom hebben gadegeslagen. Latere vakgenoten beschrijven hoe de kerstening verliep. In veel gevallen werd om politieke of economische redenen voor het christendom gekozen. De Friezen en later de Vikingen kregen door dat ze makkelijker handel konden drijven met het zuiden als ze christelijk werden. Aan de andere kant, toen de Noormannen in de tiende eeuw het bisdom Utrecht bezetten, ging dat in bepaalde delen weer gepaard met ontkerstening. Tijdelijk.
In de rest van Noord-Europa verliep de kerstening laat en ook tamelijk wreed, al ging het altijd om barbaren die juist door het evangelie eindelijk toegang kregen tot de beschaving. De bekering bleef intussen vooral een kwestie van de elite. Tot in de Reformatie besliste de koning welke religie zijn volk aanhing: «cuius regio, eius religio».
Litouwen is als laatste Europese natie gekerstend. Daarvan getuigen nog de «Drie kruisen» in Vilnius. Op deze plek werden volgens de overlevering in de dertiende eeuw zeven monniken gekruisigd door de heidenen. Een populaire attractie voor katholieken uit buurland Polen. De zeven martelaren werden vorig jaar tijdens hun bezoek in Litouwen nog herdacht door de zoon van het Nederlandse staatshoofd en zijn echtgenote.
Nobelprijswinnaar Czeslaw Milosz, in Vilnius geboren en opgegroeid, begint zijn memoires Geboortegrond (1959) met de geschiedenis van deze kerstening. De Litouwers kenden een vrij hoog ontwikkelde godsdienstige organisatie, aldus Milosz, gebaseerd op een hiërarchie van priesters. Hun staat nam geleidelijk vaste vormen aan en ze breidden hun gebieden ook uit. Vanaf 1228 «zijn hun belangrijkste vijanden ridders uit verschillende westerse landen geweest, die op tanks leken en over hun harnas een witte jas met een zwart kruis droegen».
Deze Ridders van de Duitse Orde wisten in hun kruistochten de naburige Letten te overwinnen en de Pruisen zelfs volledig uit te roeien. Maar de Litouwers bleken taai. Het duurde tot 1386 voordat ze zich op grond van een decreet van de grootvorst van Litouwen, die met de katholieke Poolse koningin Jadwiga was getrouwd, aan de oevers van de rivieren collectief lieten dopen.
Behalve «heidenen» woonden er eveneens joden in Europa, al voordat de eerste christenen zich er vestigden. Ook wonen er al meer dan duizend jaar moslims in Europa. In de tijd dat de Litouwers werden uitgemoord, bestond er een groot kalifaat van Córdoba in Spanje. Prachtige gebouwen als het Alhambra in Granada getuigen daarvan. Ze woonden daar toen al honderden jaren. In 1353 hadden de Ottomaanse Turken bovendien al een eerste steunpunt in Europa bemachtigd. Drie jaar na de collectieve kerstening van Litouwen vond de slag bij het Merelveld plaats, waarna de moslims een flink deel van de Balkan zouden islamiseren. De Turkse legers lagen in 1529 zelfs voor Wenen.
Kortom, Europa was nooit honderd procent christelijk. Anders dan het formeel seculiere Amerika is ons continent ook in de praktijk wereldlijk.
Binnenkort zullen de regeringen van de lidstaten de definitieve versie van de Grondwet vaststellen. Van Nederland valt weinig te verwachten. In de stukken van de zeven opinieleiders komen wij niet voor. In hun ogen eten wij uit de hand van Bush, net als Engeland.
Met zijn partijgenote Maij-Weggen, die aan de Conventie deelnam, heeft premier Balkenende kennelijk geen bezwaar tegen de directe lijn die hun kerken met de EU-top krijgen, noch tegen de Vaticaanstaat, of tegen het nu gedefinieerde christelijke karakter van de Europese beschaving.
Maar het kabinet bestaat uit drie partijen. En er is ook nog een Tweede Kamer.