© beeld Anna June

Beste analyticus,

Ik beschouw mijzelf als een geëmancipeerde vrouw. Ik heb een lieve partner met wie ik alles kan delen. Onze seks is goed, maar soms wil ik meer of iets anders. Toch blijf ik vaak haperen bij het aankaarten hiervan. Ik vind het ook niet echt gemakkelijk om erover te praten met vriendinnen of familie. Ik snap dat niet. We leven toch in de 21ste eeuw; we zouden bevrijd moeten zijn van alle taboes. Waarom blijft over seks praten moeilijk, zelfs met je geliefden?

Met vriendelijke groet,

Jet

Beste Jet,

Eerst even de theorie. Een van de overtuigendste hypotheses die ik hierover ken is van een oud-docent van me, de psychoanalyticus Peter Fonagy. Hij werd bekend met zijn onderzoek naar de interacties tussen ouders en jonge kinderen. Volgens hem leren we al vroeg in ons leven de meeste van onze gevoelens kennen, door een proces dat hij ‘affectief spiegelen’ noemt.

Stel je voor: een baby of peuter heeft een gevoel, ze begrijpt er zelf niet veel van, maar haar ouders reageren erop. Papa zegt: ‘Voel je je verdrietig?’ Mama zegt: ‘Wat ben jij een driftig meisje!’ Ouders en verzorgers markeren zo de basale gevoelens van hun kinderen, en geven er woorden aan. Als het goed is, reageren ze adequaat op wat het kind voelt: er komt een papje als er honger is, een kus op de zere plek. Al die talloze kleine interacties, dat spiegelen, helpen ons als dreumes onze gevoelens te kennen, benoemen en accepteren. Zo leren we onze gevoelswereld kennen.

Maar dan seks. Bij seks horen gevoelens die we, vanuit het oogpunt van de ontwikkeling, pas veel later leren kennen, meestal in ons eentje, en meestal ergens in de vroege puberteit. Cruciaal is: die gevoelens worden níet door onze ouders gespiegeld. Dat is om allerlei redenen een goede zaak, maar een consequentie is wel dat onze seksuele gevoelens ons altijd unheimisch zullen voorkomen, en dat we ons er ook eenzaam mee kunnen voelen.

Tel daarbij op dat we vanuit de maatschappij al eeuwenlang moreel gechanteerd worden als het op seks aankomt, en je hebt een aannemelijke verklaring voor waarom het nog steeds, ook nu nog, ingewikkeld is om je gevoelens erover te delen; zelfs met je geliefden.

Laat ik je vraag ook praktisch aanvliegen. Het eerste wat goed is om te weten is dat praten over seks intiemer is dan seks hebben zelf. Iemand zei ooit tegen me: over seks moet je niet praten, je moet het gewoon dóen. Dat klinkt stoer, maar ik ben blij dat het niks geworden is tussen ons. Seks kan onpersoonlijk zijn, onze gevoelens erover kunnen dat niet. Als je erover praat, maak je jezelf kwetsbaar. Je stelt jezelf open en leert jezelf en de ander echt kennen. Dat levert bijna altijd betere seks op.

Ik realiseer me dat ik met adviezen een beetje uit mijn rol als beschouwende analyticus stap, maar belangrijk om te weten is ook: je kunt beter niet over seks praten tíjdens de seks. Ook niet vlak ervoor of erna. Dat is niet goed voor de seks en ook niet voor het gesprek. Het klinkt prozaïsch, maar praat erover tijdens een wandeling of een kop thee. Begin rustig en zet niet te hoog in. Vanuit de psychologie weten we dat de manier waarop je een gesprek begint – dit geldt trouwens voor elk soort gesprek – in hoge mate bepaalt hoe het afloopt. Als je gefrustreerd bent, of niet lekker in je vel zit, is de kans groot dat het nergens toe leidt.

Maar goed, daar sta je dan op het strand. Ook dat maakt het niet makkelijk. Wat mensen soms helpt is om te beginnen door je seksuele geschiedenis aan elkaar te vertellen. Let wel, niet een geschiedenis van cijfers en prestaties, maar de geschiedenis van de gevoelens die je in de loop van de tijd hebt gehad over seks; de goede ervaringen en ook de minder fijne. Hoe was je eerste keer? Hoe zijn je behoeftes veranderd? Als je nog steeds niet echt warm wordt van zo’n gesprek, troost je dan met de gedachte dat uitvinden waar je behoefte aan hebt, en waar de ander zin in heeft, uiteindelijk fascinerend kan zijn – en bevredigend. En het voedt een gezonde relatie (hoe lang of kort die ook moge duren).

Verder deel ik je verwondering: als samenleving hebben we de komst van anticonceptie meegemaakt, de jaren zestig en de seksuele revolutie, de aanvang van het internet. Toch blijft seks ingewikkeld. Rooie oortjes, zullen we maar zeggen, zijn van alle tijden.

Met hartelijke groet,

Arthur

Heb je ook een brandende levensvraag? Mail dan een korte brief naar analyticus@groene.nl