Een aantal van zijn werken wordt tot de science fiction gerekend, maar het is juister te zeggen dat Ballard in zijn proza SF en surrealistische elementen gebruikt om de - vaak destructieve - invloed van de technologische vooruitgang op de menselijke geest bloot te leggen. In Ballards visie vervreemden we steeds meer van onszelf door de technologische beschaving, terwijl deze ons paradoxaal genoeg tegelijkertijd de mogelijkheid biedt om naar onze oorsprong terug te keren. In zijn romans onderzoekt Ballard telkens een ander aspect van de technologische beschaving: in High Rise (1975) de hoogbouw, in Hello America (1982) de invloed van de moderne media. In Crash, oorspronkelijk in 1973 verschenen en vertaald als De klap, draait alles om de auto.
In de nasleep van een auto-ongeluk op de ringweg van Londen komt de ik-figuur, reclameman Jim Ballard, in contact met televisieproducent Robert Vaughan. Deze is ogenschijnlijk bezig met een documentaire over auto-ongelukken, maar doet in werkelijkheid weinig anders dan de politieradio afluisteren om vervolgens van botsing naar botsing te kunnen rijden. Geleidelijk raakt Ballard even gefascineerd door alle verwondingen als door zijn nieuwe vriend. Net als Vaughan begint hij de erotiek van het auto-ongeluk te ontdekken. Hij merkt niet alleen hoe de verstrengeling van twee neuzen een symbolische geslachtsdaad tussen bestuurders voorstelt, maar ook hoeveel krachtiger seks kan zijn wanneer ze in een rijdende auto wordt bedreven.
Terwijl de ik-figuur steeds vaker hoeren oppikt bij het vliegveld om zich op de snelweg of in een parkeergarage door hen te laten bevredigen, jaagt Vaughan ondertussen een heel andere droom na. Hij wil sterven in een auto-ongeluk met Liz Taylor. De verstrengeling van hun beider auto’s in één geweldige klap moet een subliem hoogtepunt worden waarin al zijn fantasieën over seksualiteit, macht, snelheid en geweld culmineren.
DE 66-JARIGE Jim Graham Ballard kreeg als auteur pas op latere leeftijd de faam waar hij volgens velen al decennia lang recht op had. De ex-RAF-piloot en gemankeerd dokter wijdde zich al in een vroeg stadium van zijn loopbaan geheel aan het schrijven, maar brak nooit echt goeddoor met zijn boeken. Pas toen hij zijn eigenlijke thematiek liet varen en daarvoor in de plaats strikt autobiografisch over zijn jeugd in het door Japan bezette Shanghai ging schrijven, werd hij beroemd. Toch is The Empire of the Sun een buitenbeentje gebleven in zijn oeuvre. De klap daarentegen is een onvervalste Ballard. De vraag is echter waarom een 23 jaar oude roman nu ineens de aandacht van Hollywood heeft gekregen.
Ballard: ‘Al vanaf het eerste moment was er een optie op de roman. Die werd telkens weer verlengd. In 1991 kwamen de eerste concrete plannen voor verfilming op tafel en nu is de film er dan. Het kan soms lang duren voor het er werkelijk van komt.’
Bent u tevreden met het resultaat? Niet zelden vindt een auteur immers dat de regisseur zijn boek verkracht heeft.
Ballard: ‘Ik ben uitermate tevreden. Cronenberg heeft mijn verhaal vrij letterlijk gevolgd, maar belangrijker nog is dat hij de sfeer en de stijl van het boek precies heeft aangevoeld en daardoor ook in de film heeft kunnen verwerken. Ik was al erg onder de indruk van zijn verfilming van William Burroughs’ Naked Lunch, maar ik vind dat hij zichzelf met Crash overtroffen heeft. Dat klinkt weinig geloofwaardig uit mijn mond, maar ik meen het toch.‘
Hoe kwam u indertijd op dit thema? Ballard: 'Er was indertijd nog niet zoveel geschreven over de verhouding tussen automobiel en seksualiteit. Ik kende wel het boek De verborgen verleiders van de Amerikaan Vance Packard, waarin de auteur onder andere beschrijft hoe reclamemakers er in de jaren vijftig al in slaagden om een man in de showroom bij het ene type auto aan een echtgenote en bij een ander type juist aan een maîtresse te laten denken. De clou was nu juist dat je een type moest zien te construeren dat hem aan beide soorten vrouwen zou doen denken. Dan was de verkoop verzekerd. Ik heb ook onlangs gelezen dat een Russische psychiater, Sabina Spielrein, al in 1926 op de seksuele implicaties van de automobiel wees, maar volgens mij heb je het dan wel zo'n beetje gehad. Hoe dan ook, die psychologen benaderen het fenomeen altijd van de buitenkant, terwijl de seksuele betekenis van de auto volgens mij veel dieper gaat.
Het viel mij in de jaren zestig al op dat de auto-ongelukken waarbij enkele beroemde mensen om het leven zijn gekomen, sterk tot de verbeelding spraken. Van de meeste acteurs of politici weet je niet hoe ze aan hun eind gekomen zijn, het interesseert je eigenlijk ook niet werkelijk, maar wanneer de naam James Dean of Albert Camus valt, denk je direct aan het auto-ongeluk waarbij ze om het leven kwamen. Hetzelfde geldt voor Jane Mansfield en zelfs voor John F. Kennedy, want de moord op Kennedy is in wezen een auto-ongeluk. Iedereen kent het beeld van de president die in zijn open limousine doodgeschoten wordt.
Er moet dus wel iets met dat auto-ongeluk aan de hand zijn als het zo'n enorme fascinatie bij ons opwekt. Volgens mij gaat het erom dat in het ongeluk al onze fantasieën over seks, macht, snelheid en geweld letterlijk en figuurlijk in één klap samenkomen.’
KAN DE VERKLARING niet veel eenvoudiger zijn? Hoeveel mensen doen het niet soms of geregeld in hun auto?
Ballard: ‘O zeker. Ik denk zelfs dat seks in een auto op een bepaald moment in de geschiedenis meer regel dan uitzondering is geweest. In de jaren vijftig waren de Verenigde Staten nog erg preuts. Ongetrouwde stelletjes konden zich nergens terugtrekken, tenzij in hun auto. Niet voor niets waren de drive-in bioscopen destijds zo populair bij de jeugd. Het aantal moetjes was in die tijd heel groot en ik ben er zeker van dat het merendeel van die kinderen op de achterbank van de auto is verwekt. Sterker nog, volgens mij is bijna de hele generatie van veertigers een achterbankgeneratie, wat mijn theorie niet hoeft te ontkrachten. Het beste bewijs ervoor is het feit dat grote hotelbranden, treinbotsingen en vliegtuigcrashes veel minder tot onze verbeelding spreken dan auto-ongelukken. We ondernemen ook niets om de massaslachting die op onze wegen plaatsvindt aan banden te leggen. In de Verenigde Staten sterven jaarlijks dertigduizend mensen als gevolg van aanrijdingen. Als er zoveel mensen omkwamen in hotelbranden zouden we alle hotels sluiten, als er zoveel slachtoffers zouden vallen in treinbotsingen of vliegrampen zouden we de rails laten wegroesten en de start- en landingsbanen opbreken. Maar tegen snelheidsduivels en andere brokkenmakers nemen we halfslachtige maatregelen. We voeren snelheidsbeperkingen in, maar blijven auto’s construeren die met gemak tweehonderd kilometer per uur halen. Dat heeft dieperliggende oorzaken.’
In hoeverre speelt het afvlakken van onze gevoelens een rol in de fascinatie voor de auto en het auto-ongeluk? Uw personages lijken in de auto pas echt tot leven te komen.
Ballard: ‘Het afvlakken van onze emoties is volgens mij de kern van de zaak. Ik probeer in al mijn romans te laten zien hoe de moderne technologie ons het leven enerzijds vergemakkelijkt en anderzijds bemoeilijkt. We worden hoe langer hoe meer omringd met technologische snufjes. Tandenborstels die zelf poetsen, deuren die vanzelf open- en dichtgaan, verwarmingsketels die het huis automatisch op de juiste temperatuur brengen. Het is allemaal erg comfortabel, zelfs gemakzuchtig. Waarom zou je nog naar een museum gaan als je de schilderijen ook via een cd-rom kunt bekijken? Tegelijkertijd krijgen mensen hierdoor ook de indruk dat ze van het werkelijke leven vervreemd raken, dat ze zichzelf op de een of andere manier moeten verloochenen.
Wanneer je op kantoor komt, kijk je als man wel uit om je secretaresse spontaan een kus te geven of haar even in de billen te knijpen. Voor je het weet heb je een proces wegens ongewenste intimiteiten aan je broek hangen. Dus houd je je in. Maar in de auto is het ineens anders. Die ronkende motor, die gaat loeien als je op het gaspedaal trapt, geeft een gevoel van macht en dat wekt verdrongen agressie op.
Dezelfde man die zijn secretaresse met alle egards behandeld heeft, kan tien minuten later in zijn auto een vrouw bruusk de weg afsnijden, omdat hij haar koste wat het kost niet wil laten passeren.’
DE BESCHAAFDE directeur is plots een primitieve holenmens.
Ballard: ‘Inderdaad. In mijn roman De torenflat gebeurt dat ook letterlijk. Daarin laat ik een groot aantal artsen, architecten, piloten en andere beter opgeleiden een enorme torenflat van veertig verdiepingen betrekken. De flat is van alle luxe voorzien. Op enkele etages bevinden zich winkels, restaurants, zwembaden en noem maar op. Op het dak is zelfs een complete tennisbaan aangelegd. De bewoners hoeven dus, behalve voor hun werk, eigenlijk nauwelijks nog naar buiten en dat is ook wat je ziet gebeuren. Ze zitten echter ook vrij dicht op elkaar. Flessen wijn vallen van balkons op geparkeerde auto’s, er is voortdurend geluidsoverlast, een Afghaanse windhond kakt in het zwembad. Dat leidt tot ruzies die steeds ergere vormen aannemen. Uiteindelijk vechten hele verdiepingen tegen elkaar en vallen de bewoners van de torenflat uiteen in rivaliserende clans. Niemand gaat nog naar zijn werk. Op het laatst overleven ze op een dieet van champagne en ingeblikt kattenvoer - als echte holenmensen.
In De verdronken aarde, een van mijn zogenaamde apocalyptische romans uit de jaren zestig, ging ik daarin nog verder: het broeikaseffect heeft de polen doen smelten en veel steden letterlijk van de aardbodem weggevaagd. Wat er nog aan menselijke beschaving over is, heeft zich teruggetrokken op Groenland en Antarctica. Er zijn echter ook avonturiers die in de tropische, verdronken steden blijven, plunderaars, op zoek naar achtergelaten schatten. Het is een wereld waarin de reptielen het weer voor het zeggen krijgen en in de mens verdrongen oerherinneringen aan de tijd van de sauriërs ontwaken.
In De verdronken aarde heb ik bepaalde jungiaanse concepten heel letterlijk genomen en beweerd dat er in onze tussenhersenen, het zogeheten “reptielenbrein”, nog prehistorische herinneringen en wellicht ook gedragingen sluimeren. In De torenflat en De klap gaat het om herinneringen en gedrag van recentere tijden. De technologie speelt daarin een sleutelrol. Enerzijds onderdrukt ze primitief gedrag, anderzijds maakt ze dat juist mogelijk.’
De seks in uw roman wordt steeds onpersoonlijker. Vaughan is nog uitsluitend met scenario’s bezig - met het maken van composities voor benen en armen na het ongeluk. U stelt hem voor als een excentrieke, maar ook reële voorafschaduwing van de mensen in het nieuwe technologische tijdperk. Dat was in 1973. Hoeveel is daarvan al werkelijkheid geworden?
Ballard: ‘Het klonk destijds nog heel futuristisch, maar tegenwoordig al niet meer. De opmars van cyberseks en andere vormen van seksueel contact, waarbij men de partner niet werkelijk aanraakt en soms zelfs niet eens ziet, maar ook het duizelingwekkende gebruik van tal van hulpmiddelen, van opblaaspoppen tot videocassettes, de populariteit van diverse vormen van sadomasochisme, toont wel aan dat velen niet meer genoeg hebben aan simpel lichamelijk contact. Het is het zoeken naar de kick, die steeds krachtiger moet zijn om nog bevrediging te kunnen schenken. Hoe of met wie is dan irrelevant.
Het klinkt misschien bizar dat Vaughan denkt het ultieme orgasme te kunnen bereiken door in een frontale botsing met de auto van Liz Taylor om het leven te komen. Maar hoeveel mensen deden de afgelopen jaren niet aan wurgseks? In Engeland zijn zelfs parlementsleden overleden tijdens wurgseksorgieën. Ik denk dat je zelfs de mate waarin de ideeën geaccepteerd worden die ik in De klap naar voren breng kunt zien als aanwijzing hiervoor.Toen het boek voor het eerst verscheen, was het gelijke een bestseller in Frankrijk en verkocht het niet of nauwelijks in Engeland en de Verenigde Staten. De Angelsaksen vonden mijn manier van schrijven veel te expliciet, vooral in de vele seksscènes, en deden mij af als pornograaf. In Frankrijk bestaat traditioneel meer tolerantie voor expliciete literatuur. Het is niet voor niets dat Henry Miller en Anaïs Nin oorspronkelijk in Parijs gepubliceerd werden en pas veel later in hun eigen land.
Toen de film Crash vertoond werd op het festival van Cannes heb ik tientallen interviews gegeven aan Franse journalisten. Het viel mij op hoe goed ze het boek begrepen hadden en hoezeer ze met de inhoud ervan instemden, maar ik had eigenlijk ook niets anders verwacht. Voor Engeland en de Verenigde Staten vreesde ik daarentegen het ergste, maar vreemd genoeg is de film ook in de Verenigde Staten zeer goed ontvangen. Half november van dit jaar zal de film in Engeland in première gaan. Ik ben erg benieuwd of ik dan nog steeds als pornograaf zal worden afgeschilderd.
Maar hoeveel beter men de verbanden tussen de auto en de menselijke seksualiteit nu ook mag begrijpen en accepteren, het zal geen verschil uitmaken voor het gemiddelde rijgedrag. Zelfs al zou De klap verplichte literatuur worden, dan nog zouden er jaarlijks evenveel slachtoffers in het verkeer vallen.’