In de draaikolk van meningen over de crisis kan vaak worden gehoord dat een teveel aan testosteron op de handelsvloeren van banken en vermogensbeheerders de oorzaak is. Te veel jonge mannen op een te kleine ruimte die hun zelfrespect ontlenen aan de omvang van hun bonus. Het antwoord is dan: meer vrouwen op bancaire sleutelposities om deze concurrentiedrift te temperen en financiële instellingen prudenter te maken.
Het is geen geheim dat seksisme welig tiert in ‘The City’. Tot diep in de jaren tachtig werd het bankwezen gedomineerd door mannen. Vrouwen waren secretaresses of administratieve krachten. Als ze mooi waren, kregen ze representatieve functies – in de communicatie, pr of de bancaire kunstcollectie. In de jaren negentig is daar enige verandering in gekomen. Met het gestegen opleidingspeil van een jongere generatie belandden vrouwen steeds meer op hoge bestuursposten. Dat ging niet zonder slag of stoot. Nog van begin deze eeuw dateert een aantal spraakmakende rechtszaken tegen Britse banken over seksediscriminatie; hoog gestegen vrouwen die om oneigenlijke redenen op een zijspoor werden gerangeerd. En nog altijd zijn vrouwen zelden te vinden in de machinekamers van het hedendaagse bankwezen, de grote handelsvloeren waar handelaren vanachter een batterij aan schermen de financiële markten bespelen. Vrouwen missen, zoals dat heet, ‘de ballen’ om in deze hypercompetitieve wereld uit te groeien tot ‘big swinging dicks’.
In het buiswater van de crisis is recentelijk een stroom autobiografische impressies van het leven in The City verschenen die een onthullend licht werpen op het seksisme aldaar. Het imago van geld, drugs en hyperconsumentisme bevestigend vergast Cityboy van Geraint Anderson de lezer op veel beschrijvingen van gekochte seks. Veelzeggend is het alledaagse seksisme dat doorklinkt in de dialogen. Wanneer de hoofdpersoon met een collega naar een bar gaat, kan hij zijn lachen niet onderdrukken als zijn collega de aanwezige vrouwen in financiële termen bespreekt: borsten zijn ‘a lovely pair of assets I’d like to get my hands on’; een oudere vrouw is ‘gone ex-dividend’; en wanneer ze eindelijk worden benaderd door twee vrouwen heet het: ‘I can feel the market hardening already. There is some serious upside potential here.’
Tetsuya Ishikawa’s veel betere want veel informatievere How I Caused the Credit Crunch grossiert eveneens in gekochte-seksscènes. Hoofdpersoon Andy ontmoet er zelfs zijn Braziliaanse vriendin, een professionele stripper, en enkele hoofdstukken later, in een Beiers bordeel, haar zus, een dure prostituee. En ook in deze roman schuilt het seksisme in de vanzelfsprekendheid waarmee ‘hard play’ hoort bij ‘hard work’. Wanneer Andy voor het eerst door mentor Mike wordt voorgesteld aan de mooie secretaresse – ‘wearing tight trousers that showed off her perfect backside and a low-cut white shirt that revealed a cleavage even Angelina Jolie would have been proud of’ – ziet hij in de vleselijke lust in Mike’s ogen zijn eigen voorland: ‘Perhaps the more time a man spent on a trading floor, the more horny he would get. Or the more men were worked, the more the fantasy of the secretary became overwhelming. Perhaps it was just the wave of testosterone around a trading floor that made them into the real animals that men can only be in a herd.’
Het onthullende aan het alledaagse seksisme dat hier wordt uitgevent is niet de pornografische platheid maar de ongeloofwaardigheid. De seksscènes ademen meer de mechanische gekunsteldheid van collectieve mannenfantasieën – de hongerige secretaresse met de borsten van Angelina Jolie en de billen van Jessica Alba; de Braziliaanse stripper en haar nymfomane zus; de one-night stand met het korte rokje die een lijntje coke klaarlegt en op kantoor over het kopieerapparaat genomen wordt – dan dat zij adequate beschrijvingen zijn van een door en door seksistische werkelijkheid. Die werkelijkheid is er namelijk een van verlegenheid, speeksel en sperma, onvindbare preservatieven en dronken onhandigheid. Het mannelijke overwicht in de oorlog tussen de seksen dat het seksisme-verwijt impliceert, is in werkelijkheid de omzichtigheid waarmee het seksuele terra incognita wordt betreden. SCP-cijfers leren al jaren dat wij niet door en door geseksualiseerd zijn, maar dat wij ondanks geslechte taboes en hoewel we allemaal grof in de bek zijn geworden in werkelijkheid nog net zo preuts zijn als toen.
Wat het vermeende seksisme van The City leert is dat het probleem niet een teveel aan testosteron is, maar een diepgevoelde behoefte aan sprookjes die uiteindelijk maar één functie hebben: gezichtsverlies voorkomen. Bankiers en handelaren zijn, vrij naar Ishikawa, kuddedieren die alleen en masse tot roven in staat zijn. Het is de vraag of meer vrouwen deze behoefte tempert. Wellicht wel die aan het sprookje van de hete secretaresse, maar waarschijnlijk niet die aan de efficiënte markt – dat sprookje is, helaas, nog lang niet uit.
Rubriek Economie
Seks en The City
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2009/28
www.groene.nl/2009/28