Een man komt in een duikerspak uit zee. Aan zijn harpoen drie vissen gespietst. Hij trekt zijn handschoenen en zwemvliezen uit en gaat naast zijn vriendin in het zand liggen. Ze kussen elkaar terwijl de visjes naast hen in de zon glinsteren. Twee jonge Amerikanen die als twee druppels op elkaar lijken ravotten in het zand. Ulrich zit voorovergebogen op een rots, hij wil alleen gelaten worden. Een meisje gooit keer op keer een stuk hout in zee, haar jonge hond brengt het onvermoeibaar terug, een man spoelt met een fles water zijn vrouw schoon, ze kijkt gelukzalig in de richting van de horizon, een oud omaat je op een brommer rijdt mij tegemoet, de wind door haar zomerjurk, een glimlach op haar gezicht, Victoire ligt aan het zwembad met Loulou aan wie ik haar gisteren heb voorgesteld, ze staan op en lopen hand in hand het huis in, de bankier smeert zijn overspelige vrouw in, terwijl ze met haar Franse accent ten overstaan van mij, de heuvels en de zee voorleest uit Tropic of Cancer: I have found God, but he is insufficient. I am only

spiritually dead. Physically I am alive. Morally I am free. The world which I have departed is a menagerie. The dawn is breaking on a new world, a jungle world in which the lean spirits

roam with sharp claws. If I am a hyena I am a

lean and hungry one: I go forth to fatten myself, ik loop naar mijn kamer en vind geen berichtje op mijn gsm.

Een Hollandse familie verzamelt glas op het strand, het blonde dochtertje kan een vies liedje zingen of een gewoon liedje, het vieze liedje gaat over een poepchinees d plast, viezer kan ze niet, ik help haar stukjes glas zoeken, haar vader spreekt me aan, vraagt wat ik doe, de volgende dag vertrouwt hij me toe dat hij een uitvinder is en dingen met elkaar in verband brengt, hij heeft gisteravond een vallende ster gezien en aan mij gedacht, hij heeft een titel gevonden voor mijn volgende boek: Als de sterren vallen. Ik vertel hem dat ik een paar maanden geleden een ster heb zien vallen en geen wens heb gedaan. De jonge vader zegt dat hij gisteravond voor het eerst van zijn leven niet een wens heeft gedaan voor zichzelf maar voor zijn dochtertje. Hij heeft zich er vier jaar tegen verzet, maar zijn leven staat in haar teken.

Op onze laatste avond eten we paella aan het strand, een flyer gaat rond voor een feest morgenavond in Pacha, de line-up van dj’s is overweldigend, de hyena-vrouw zegt dat we moeten blijven, haar man stribbelt tegen, we zijn hier al een maand, de anderen willen ook nog een dag extra blijven, uitgaan is verslavend, dus vanavond vieren we niet de laatste avond maar de één-na-laatste, Christine belt met haar gsm naar Iberia, de tickets zijn niet te veranderen, haar wereld stort in, dus is het wel de laatste avond vanavond en omdat het de laatste avond is vindt Christine de paella de beste van het eiland, en ze stelt voor dat we allemaal over twee weken voor een paar dagen terugkomen voor het sluitingsweekend van de Space, ik maak me los van het gezelschap en zoek een ligbed aan het strand, ik denk, het zijn mislukkingen, echte bobo’s, daarom zijn ze hier naartoe gekomen, en Christine maar beweren dat ze hier naartoe is gekomen omdat ze maar één keer leeft, flirten met het idee dat ze volgend jaar wel in een rolstoel kan zitten, en die man van haar, die ze eerst heeft verlaten voor een ander en die nu opnieuw haar man is — de dag dat ze iemand ontmoet van wie ze werkelijk houdt laat ze hem opnieuw vallen, Ulrich komt bij me liggen en vertelt dat hij vorig jaar vanuit zijn zeilboot tussen Sicilië en Sardinië de maan op had zien komen en dolfijnen rond de boot had zien springen, naast hem zijn vriendin, hij voelde zo'n afstand tot haar, ze konden die overweldigende natuurervaring niet met elkaar delen, hij besloot dat het tussen hen voorbij was. Achter mij hoor ik Christine schreeuwen dat ze een happy girl is omdat ze zich overal bij neer kan leggen en morgenavond met haar vrienden gaat dansen in Bateau Phare aan de Seine en dat we allemaal volgend weekend naar Parijs moeten komen voor de technoparade.

Victoire belt haar ouders op om te vragen of ze haar ophalen van het vliegveld. Ze begrijpen dat er met hun dochter iets mis is. Als ze thuiskomen vertelt ze hen dat het over is met Michel. Ze biecht op dat ze in de vakantie Loulou heeft ontmoet. Haar moeder slaat haar vuist op tafel en zegt: «Ja, ik wist het, ik wist het, ik wist het, ik zei het je toch, Pol?» en ze wil weten hoe Loulou eruitziet, zijn kleur haar, zijn kleur ogen, ze smelt helemaal bij de beschrijving van haar mogelijke schoonzoon en net zoals iedere keer als er iets misgaat in het leven van zijn dochter zegt de vader: dat heb ik precies zo mee gemaakt maar toen ontmoette ik je moeder.