
Na een stormachtig begin neemt het nummer gas terug en spreekt Danko Jones zijn publiek toe met een speech. Over alle artiesten in wier voetsporen hij mag treden. De gestorven artiesten wier erfenis iedere avond over zijn schouder meekijkt. En hij noemt ze op. Cliff Burton, de gestorven bassist van Metallica. Bon Scott van AC/DC. Ronnie James Dio. Johnny Cash. Het lijstje is lang, en Jones’ conclusie prachtig: ‘Everybody is sexy in heaven.’
Het nummer vervolgt, en na een paar furieuze riffs legt Jones het opnieuw stil, om een nieuwe speech in te zetten. Over de momenten die zijn publiek volgens hem moet herkennen: die waarop het leek of niemand ze zag staan – figuurlijk, soms zelfs letterlijk. Danko Jones’ eigen oplossing daarvoor, houdt hij zijn publiek iedere avond voor, is een drietal regels die hij als een mantra herhaalt. En dan zingt hij ze: ‘This heart gets stronger/ This skin gets thicker/ This mouth gets louder.’ Na die eerste zin slaat hij zichzelf op zijn borstkas, bij de tweede op zijn arm, bij de derde in zijn gezicht. Vroeger bij concerten deed hij dat zó hard dat hij tegenwoordig een bril draagt: de tol van zoveel eigen klappen op zijn hoofd.
De furieuze toon van Bring On the Mountain zou geen enkele albumopname overleven, daarom is het goed dat hij het nummer nooit heeft vastgelegd. Je moet het vóelen, en dat kan alleen live. Jones’ oeuvre lijdt aan datzelfde, zoals dat van veel verklaarde podiumbeesten: de albums kunnen nooit tippen aan de energie van de optredens. Zijn nieuwe album Fire Music, het beste sinds Sleep Is the Enemy (2006), komt niettemin aardig in de buurt. Hoe puntiger en feller zijn nummers, hoe beter Danko. Precies daarom knallen The Twisting Knife, Gonna Be a Fight Tonight en vooral het sublieme Body Bags er zo uit. Danko Jones is op zijn best wanneer hij zijn muzikale universum zo beperkt mogelijk houdt. Ook in die zin sluit hij naadloos aan bij de twee bands waar zijn beste werk het meest nadrukkelijk door is beïnvloed: Misfits en AC/DC.
Die laatste band heeft de laatste tijd personele problemen, waarbij vooral de bijna filmisch spectaculaire rechtszaak rond de drummer veel publiciteit haalde. Op de albumopnamen heeft al dat gedoe geen hoorbare invloed gehad, want AC/DC’s zestiende studio-album Rock or Burst is het beste in decennia. Het is een album van een band die ten diepste heeft begrepen dat zelfherhaling in haar geval geen zwaktebod is, maar het hoogst haalbare. Elk nummer, elke riff, elke drumslag is een echo van haar eigen verleden. Maar wel een geïnspireerde echo, die duidelijk maakt hoe invloedrijk dat verleden op de rockmuziek is geweest. Op 5 mei speelt de band in het Gelredome. Net als Ahoy’ heeft die locatie veel last van het akoestisch en facilitair veruit superieure Ziggo Dome. Het Gelredome is een lompe betonnen bak, een architectonisch statement tegen subtiliteit. Het is, kortom, de ideale locatie voor een optreden van AC/DC.
Danko Jones, Fire Music. AC/DC, Rock or Burst. Danko Jones speelt 21 maart in de Melkweg, Amsterdam en 28 maart in Metropool, Hengelo. AC/DC speelt 5 mei in het Gelredome, Arnhem
Beeld: (Bradley Fortner / Flickr)