‘Shireen Abu Akleh, Al Jazeera, Palestine.’ Deze zin galmde een kwarteeuw lang bij menig Palestijns huishouden elke dag door de huiskamer. De Al-Jazeera-verslaggever sloot er dagelijks haar televisiereportages mee af.
Geharnast in een donkerblauw kogelvrij vest – met ‘PRESS’ – en met een helm op is op videobeelden te zien hoe Abu Akleh in de ochtend van 11 mei met een kogel door haar nek wordt geschoten. Het gebeurde in Burqin, een dorpje dat grenst aan het vluchtelingenkamp van Jenin, waar ze verslag deed van een Israëlische inval.
Sinds haar dood zorgt de fatale kogel voor getouwtrek tussen Palestijnse en Israëlische autoriteiten, inmiddels is het duidelijk dat het Israëlische leger geen strafrechtelijk onderzoek instelt. Verschillende bronnen houden inmiddels de Israëlische elite-commando-eenheid Duvdevan (‘kers’ in het Hebreeuws), onderdeel van de undercover terrorismebestrijdingseenheid Mista’arvim, verantwoordelijk voor het schot.
Abu Akleh kende elke Palestijnse stad, elk dorp, vluchtelingenkamp of steegje als haar broekzak – en iedereen kende haar. Dag in, dag uit liep ze uitgerust met haar kogelvrije vest, helm en gasmasker door gebieden waar ze verslag deed van oorlog en vrede. Velen in de Arabisch-sprekende wereld zagen Abu Aklehs verslaggeving als de stem die anders niet gehoord zou worden. Dat haar woorden nu niet meer klinken, voelt voor hen alsof hun eigen stem ontnomen is.
De in Jeruzalem geboren Abu Akleh groeide op met een oudere broer in een Palestijnse christelijke familie en verloor haar ouders op jonge leeftijd. Christelijke Palestijnen zijn een kleine minderheid in Palestina. Door de steeds groter wordende diaspora noemt tegenwoordig nog maar twee procent van de Palestijnen in Palestina zich christelijk. Via familieleden in New Jersey, en na een verblijf in de VS, verkreeg ze het Amerikaanse staatsburgerschap. Haar dood wakkerde ontstemming en protesten in de VS aan.
Abu Akleh studeerde journalistiek en media aan de Yarmouk-universiteit in Jordanië, na haar studie architectuur aan de Jordan University of Science and Technology. Met haar diploma’s op zak keerde Abu Akleh in 1993 – ten tijde van de Oslo-akkoorden – terug naar de Westelijke Jordaanoever. Ze werkte mee aan de oprichting van het radiostation Voice of Palestine. ‘Er was een overweldigend gevoel van trots bij het oprichten van het eerste radiostation voor Palestina, vanuit Palestina zelf’, zei ze tijdens een interview met Al Jazeera, waar ze in 1997, een jaar na oprichting van het televisienetwerk, voor ging werken.
Sinds haar 26ste pionierde ze als een van de eerste vrouwelijke verslaggevers in de Arabische wereld. ‘Met een haarborstel in de hand als microfoon, staand voor de spiegel, deden jonge meisjes haar na. Ze wilden net zo worden als Shireen’, vertelt Dalia Hatuqa, een vriendin en collega-journalist, in een podcast van Al Jazeera. ‘Veel vrouwen willen in haar voetstappen treden, maar het is een fakkel die moeilijk over te nemen is.’ Wereldwijd zorgde haar dood voor felle kritiek wat betreft persvrijheid in de door Israël bezette gebieden, ook heerst er onvrede over morele fouten van de Israëlische veiligheidsdiensten.
‘Abu Akleh straalde tijdens haar werk kalmte, beheerstheid en rust uit – ongeacht de werkomstandigheden’, vertelt Hatuqa. ‘Maar ze was ook the life of the party.’ Een ongelofelijke zoetekauw die hield van dansen, feesten, reizen, winkelen en plezier maken. Terwijl ze zich dagelijks omringde met geweld en ellende bleef ze met haar lach en vrije geest nuchter en nederig, ondanks haar wereldwijde faam.
Als ervaren journaliste kende ze de risico’s om het Palestijnse verhaal te vertellen. ‘Het was zeker niet haar ambitie om martelaar te worden’, vertelt Hatuqa tegen Al Jazeera. ‘De veiligheid van haar team en van zichzelf stond voorop, voorzichtigheid was daarbij geboden’, zegt Hatuqa. In een tweet deelde ze nog een zoete herinnering: ‘Ik moest net denken aan zoiets liefs over Shireen: ze pakte haar favoriete kussen in en nam het overal mee naartoe. Ze had het ook ingepakt voor Jenin.’
‘De kracht van het beeld ligt in zijn eenvoud’, schrijft journalist Jack Khoury in Haaretz over de foto van Abu Aklehs begrafenisstoet. Haar kist, gewikkeld in een Palestijnse vlag, wordt gedragen op de ruggen van jonge Palestijnen die worden omringd door Israëlische politieagenten. ‘Een tafereel van dood, pijn en onderdrukking, dat ondanks alles aan de wereld bewijst dat het Palestijnse volk nog springlevend is en streeft naar zijn vrijheid.’
‘Elke reportage had een eigen sfeer’, zei Abu Akleh eens in een Al Jazeera-interview. Ze wijdde haar leven niet alleen aan verslaggeving van zichtbaar geweld, maar had ook veel aandacht voor het dagelijks leven van Palestijnen en Israëlische onderdrukking. ‘Bepaalde gebeurtenissen mogen nooit over het hoofd worden gezien’, vertelde ze, ‘zoals de voortdurende Israëlische invallen op de Westelijke Jordaanoever.’ In de Arabische wereld werd ze hét gezicht van Palestijnse berichtgeving door haar verslaggeving gedurende de tweede Intifada, tussen 2000 en 2005. Met de zin ‘we zullen meer details geven zodra we dit hebben bevestigd’ nam ze de kijker op sleeptouw door de gebeurtenissen. Het is dan ook niet voor niets dat ze de bijnaam ‘dochter van Palestina’ droeg. In een Al-Jazeera-video zei ze over de tweede Intifada: ‘Ik zal nooit de omvang van de verwoesting vergeten of het gevoel dat de dood soms dichtbij was. We sliepen in ziekenhuizen of onder de daken van mensen die we niet kenden, en ondanks het gevaar waren we vastbesloten om door te gaan met verslaggeving.’