Grote opwinding in Nijmegen, toen NEC-speler Joël Tshibamba in de 62ste minuut in het veld kwam als wisselspeler, kort daarop een gele kaart kreeg voor iets onbenulligs en twaalf minuten later een doelpunt maakte. Leuk doelpunt, niet echt bijzonder. Het gaat om het vervolg, het juichen. Wat Tshibamba deed was: wegrennen naar de tribune, op volle snelheid zijn shirt uittrekken, om vervolgens met wijd gespreide armen een vliegtuig na te doen dat hoopt te gaan opstijgen.
Dat mag niet meer, je shirt uittrekken als je hebt gescoord. Gele kaart dus. Zijn tweede, dus een rode. Tshibamba werd uit het veld gestuurd en met tien man kreeg NEC in de laatste minuut een doelpunt tegen en verloor twee punten.
Tshibamba’s medespelers, de trainer, het bestuur en de supporters namen het hem kwalijk. Het grote publiek lachte hem uit. Vooral omdat drie weken geleden zijn teamgenoot Rutger Worm exact hetzelfde had gedaan, en hij dus beter had moeten weten. Sterker nog, de trainer had nadrukkelijk gezegd dat het geval-Worm nooit ofte nimmer herhaald mocht worden. (Naar verluidt zal NEC voortaan in een soort groen-rood rompertje spelen.)
Na de wedstrijd legde een beschaamde Tshibamba uit dat het allemaal door de emotie van het moment kwam. ‘Er gierde zo veel adrenaline door mijn lijf dat ik niet helder kon denken’, zei hij ongeveer. ‘Toen ik me omdraaide, dacht ik dat er juichende spelers op me af zouden komen. Ik zag alleen maar woedende jongens.’
We nemen het hem niet echt kwalijk. De opwinding van het moment, de emotie van het scoren – het verklaart veel.
Want er gebeurt nogal wat in zo’n mensenlijf. Niet alleen giert er adrenaline door het lichaam, maar ook hormonen gieren. Zenuwen gieren door de keel. Bloed jaagt door de aderen. Tranen rollen over de wangen. Haren rijzen te berge. Een brok zit in de keel. De mond loopt over, want het hart is vol van iets. Het hart zinkt in de schoenen. De maag draait om.
Daarbij loopt het dun door de broek. Rillingen lopen over de rug. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. De benen lopen vol. Het hoofd loopt om. Het komt de neus uit en rook wolkt uit de oren.
Het menselijk lichaam is een verfijnde chemische fabriek, die op volle toeren draait bij de scorende voetballer. Het lichaam maakt dan stoffen aan waar een gewoon mens geen weet van heeft. En die stoffen doen allerlei ingewikkelde dingen met de doelpuntenmaker.
Zoals Tshibamba uitlegde was adrenaline in zijn geval de beslissende factor. De stof waardoor hij zichzelf vergat, zijn gele kaart, zijn verantwoordelijkheid en waardoor hij dus rood kreeg, zijn ploeg benadeelde en schuld was aan puntverlies.
Adrenaline, ook wel epinefrine of suprarenine, is een hormoon en een neurotransmitter en wordt geproduceerd door het merg van de bijnieren. Het wordt aan het bloed afgegeven, door de bloedsomloop vervoerd naar verschillende organen, waarop het inwerkt. De chemische structuur ziet er schematisch zo uit:
(Dat leer je op school: C9H13NO3. Voetballers hoeven heus niet per se naar school, legde Johan Cruijff uit in zijn column in de krant: ‘Tenslotte is trainen ook een vorm van leren. Leren zonder dat er een boek aan te pas komt. Toch wordt je daar ook een stuk wijzer van.’ Van leren zonder boek word iemand ook wijzer, dus.)
Iedereen kan thuis zelf adrenaline – 4‑[1-hydroxy-2-(methylamino)ethyl]benzeen-1,2-diol – maken.
De effecten van adrenaline zijn serieus. De lever wordt aangezet tot de afgifte van glycogeen; de pupillen verwijden; de afscheiding van spijsverteringssappen vermindert; de luchtpijp en de bronchi verwijden; de gladde spieren in de inwendige organen verslappen; de bloeddruk stijgt; de bloedvaten in de spieren en de hartwand verwijden; de bloedvaten in de huid en de ingewanden vernauwen; de hartslag versnelt en de kracht van de hartspiersamentrekking neemt toe.
Adrenaline wordt in grote hoeveelheden aangemaakt bij angst en stress, als het lichaam buitengewoon actief moet worden, als er gevaar dreigt, of bij extreme inspanning. Ook bij intense emoties als woede, angst en pijn. En bij euforie na het scoren van een doelpunt, dus.
Joël Tshibamba was na zijn doelpunt een euforische geest in een van adrenaline gierend, ziedend en bruisend lichaam. Als dat allemaal tegelijkertijd gebeurt is het niet vreemd dat lichaam en geest even vergeten dat het shirt niet uitgetrokken mag worden.