In tachtig minuten uit en thuis. Król Roger van de Poolse componist Karol Szymanowski is een aanrader voor wie een hekel heeft aan het slakkentempo van de gemiddelde opera. Om te beginnen hebben Szymanowski en zijn librettist Jaroslaw Iwaszkiewicz gemakshalve de ouverture geschrapt. Als gevolg daarvan plonzen we midden in de handeling: in het rijk van de katholieke koning Roger is een Herder gesignaleerd die «de zonde verbreidt». Rogers echtgenote Roksana laat er ook geen gras over groeien: ongezien neemt ze het op voor deze geheimzinnige vreemdeling. Zodra de koning een blik op de uitdagende vreemdeling heeft geworpen weet hij genoeg: laat hem terug naar de bergen gaan, waar hij vandaan komt. Om zich in één adem weer te bedenken: kom vanavond naar mijn paleis, dan zal ik je berechten.

Wie hecht aan geloofwaardigheid is aan het verkeerde adres bij deze zelden opgevoerde opera. Eigenlijk is Król Roger de enige opera die Szymanowski, die in 1937 overleed, ooit schreef — de dramatische eenakter Hagith buiten beschouwing gelaten. Een reis door Zuid-Europa en Noord-Afrika vormde de inspiratiebron voor Szymanowski. In de sensuele sfeer van de mediterrane landen kon de componist voor het eerst toegeven aan zijn homoseksuele gevoelens, die hij dan toe onderdrukt had. In Król Roger zet hij het Apollinische (ratio en discipline) tegenover het Dionysische (genot en wellust) in de persoon van de stramme koning Roger en de zinnelijke Herder.

De confrontatie met de Herder heeft een louterende werking op de koning. Hij eindigt als een herboren mens in wie geest en lichaam elkaar in evenwicht houden. Einde verhaal.

Op de keper beschouwd is Król Roger dus een moralistische draak, die er ook nog eens in een noodtempo doorgejast wordt. Dat het toch de moeite waard is om deze nieuwe productie van de Nederlandse Opera te bezoeken is de verdienste van de componist en de regisseur. En niet te vergeten de zangers. Met name James Johnson als koning Roger en Brigittte Hahn als Roksana houden het publiek aan de lippen gekluisterd. Het Residentie Orkest, gedirigeerd door Hartmut Haenchen, heeft de dankbare taak de schitterende partituur van Szymanowski tot klinken te brengen. De eerste akte, die in een Byzantijnse kathedraal speelt, neigt soms naar de stemmige kleuren van Moessorgski. Maar in het verloop van het stuk wordt de ambiance steeds exotischer en doen de invloeden van de vroege Stravinsky, Strauss, Ravel en Debussy van zich spreken.

Het is zinderende maar altijd transparante muziek, waarin verschillende instrumenten zich losmaken om een betoverende solo te spelen of een vlinderachtig duet met een van de stemmen aan te gaan. De Duitse regisseur Johannes Schaaf heeft de ondankbare taak op zich genomen iets te redden van het houterige libretto. Hoe laat je in nog geen anderhalf uur zien dat een geharnaste man ontdooit, oog in oog komt te staan met zijn eigen «vale angst» en er uiteindelijk in slaagt twee extremen in zich te verenigen? Een shocktherapie is de enige remedie.

De plechtige kerkelijke openingsceremonie doorbreekt Schaaf door de koning als een mummie uit de doeken te wikkelen en vervolgens op te dirken met zijn loodzware koningsgewaden. Even zien we de koning naakt: het bleke uitgezakte lichaam van een oudere man. Even zien we de kwetsbaarheid die schuilgaat onder het uiterlijk vertoon. Heel even maar, want alles verloopt in een duizelingwekkend tempo.

In de tweede akte is Roger niet langer koning maar een burgermannetje — gevangen in een confectiepak en de bijbehorende moraal. De Herder toont zich nu als een ware goeroe, gehuld in wapperende, wit doorschijnende gewaden. Alles aan hem is een toonbeeld van vrijheid, genot en zinnenstreling. De onderdanen van Roger vallen als een blok voor de Herder. De zo stijve nonnetjes staan rond hem te wiegen als riet in de wind; een deel van de aanwezigen heeft zich de kleren van het lijf gerukt en zingt in wulpse lingerie verder. Ook Roger bezwijkt voor de macht van liefde en lust.

In de derde akte verschijnt de Herder in dezelfde kleding als Roger. Gaat hier een synthese plaatsvinden tussen twee tegengestelde levenshoudingen? Zullen Apollo en Dionysos gebroederlijk de handen ineenslaan? De ingreep die Schaaf hier toepast is te verrassend om te verklappen. Feit is dat hij de levensfilosofie van de Herder, welke net als het huidige New Age-denken met veel supe rioriteitsgevoel gepaard gaat, een gevoelige klap toebrengt.

Het slot van het stuk is dan ook bepaald zwartgallig. Gelukkig is er dan nog een halve avond over om daarop te kauwen.

Król Roger, Muziektheater te Amsterdam, tot en met 31 oktober