Een van zijn laatste tweets bevatte eens niet een van zijn weloverwogen meningen of een link naar een artikel uit de krant Rising Kashmir waarvan hij hoofdredacteur was. De tweet bevatte een foto van hemzelf. Geen selfie, maar een amateuristisch gekaderd portret door een anonieme fotograaf. Bukhari op een internationale conferentie van hoofdredacteuren in Lissabon, goed gekleed als altijd en met de zachte, tevreden blik die India van hem kende.
Kort daarna was hij terug in Srinagar, hoofdstad van de Indiase deelstaat Jammu en Kasjmir. Net na zeven uur ’s avonds, kort voordat de zon zou ondergaan op de laatste dag van de ramadan, verliet Bukhari het kantoor van zijn krant om naar huis te gaan. Daar zaten zijn vrouw Tahmeen en zijn jonge dochter en zoon klaar om samen met andere familieleden Eid al-Fitr, het Suikerfeest, te vieren. Toen hij in zijn auto stapte barstte kalasjnikov-vuur los. In één langgerekt salvo werden Bukhari en een van zijn lijfwachten gedood. De andere, die de auto bestuurde, raakte zwaar gewond en overleed later.
In India, tot ver buiten Kasjmir (zoals de deelstaat vaak kortweg wordt genoemd) werd geschokt gereageerd. ‘One more silenced’ was de tekst op protestborden die werden meegevoerd in protestmarsen meteen na de moordaanslag. Bukhari was niet de eerste prominente journalist die in ’s werelds grootste democratie werd omgebracht, en gevreesd moet worden dat hij ook niet de laatste zal zijn.
Kort na de moordaanslag gaf de politie van Srinagar beelden vrij van drie mannen die vluchtten op een motor en vroeg om tips van ooggetuigen. Aangenomen wordt dat de daders gezocht moeten worden in separatistische kringen in Kasjmir. Al sinds 1989 woedt in het Indiase deel gewapend verzet tegen de heerschappij van India. India en Pakistan eisen Jammu en Kasjmir allebei in z’n geheel op. De buurlanden, beide in bezit van kernwapens, voerden drie oorlogen om het gebied en hebben grote troepenmachten gelegerd langs een bestandslijn die Kasjmir opdeelt in een door Pakistan en een door India bestuurd deel. India heeft volgens waarnemers ruim een half miljoen militairen en paramilitairen in Kasjmir gestationeerd.
Twee jaar geleden vlamde de opstand van islamitische Kasjmiri-jongeren tegen het Indiase gezag opnieuw op. Kasjmir heeft twaalf miljoen inwoners en is overwegend islamitisch, terwijl India als geheel, met een totale bevolking van 1,3 miljard, in grote meerderheid hindoeïstisch is. Een groot deel van de islamitische inwoners wil dat Kasjmir een onafhankelijke staat wordt; anderen pleiten voor aansluiting bij het islamitische Pakistan. Bukhari was een van de weinige gematigde krachten in een strijd die al duizenden doden kostte. Hij protesteerde net zo hard tegen het keiharde optreden van Indiase ordetroepen tegen stenengooiers, als tegen de Pakistaanse steun voor de terreur van militante groepen die aanslagen plegen op politie, leger en iedereen die in hun ogen te nauw aanschurkt tegen het Indiase gezag. Kort voordat hij werd vermoord had een separatistische militantenleider vanuit Pakistan laten weten dat mensen als Bukhari ‘agenten van de Indiase inlichtingendiensten’ zijn en ‘worden betaald door het Indiase leger’.
Intellectuelen in India wijzen echter op nóg een dodelijke stroming die bezig is om India’s democratie te vergiftigen. Sinds premier Narendra Modi aan de macht is neemt het hindoeradicalisme toe. Hindoe-extremisten vallen steeds vaker arme moslims aan. Ook intellectuelen uit de hogere klassen zijn hun leven niet zeker. Vorig jaar september werd journaliste Gauri Lankesh, even bekend als Shujaat Bukhari, vermoord. Ook door mannen op een motor. Zij verzette zich in haar publicaties fel tegen aanhangers van de oprukkende hindoetva-ideologie die de Indiase democratie, met al haar vrijheden, wil omvormen tot een Hindoe Rashtra: een hindoenatie, waarin niet-hindoes zich moeten aanpassen aan hindoeïstische gebruiken. Eerder al werden drie schrijvers vermoord die zich tegen het hindoeradicalisme verzetten: Narendra Dabholkar, Govind Pansare en Malleshappa Kalburgi. Ook Shujaat Bukhari schreef felle teksten tegen het hindoetva-denken, dat volgens hem een oplossing voor de strijd in Kasjmir net zo in de weg stond als het islamitische radicalisme.
Barkha Dutt, een van de bekendste journalisten en tv-persoonlijkheden in India, besloot een week voor de moord op Bukhari bekend te maken dat ze bedreigd wordt door hooggeplaatste personen uit de bjp, de hindoe-chauvinistische partij van premier Modi. ‘De afgelopen maanden hebben personen geassocieerd met de regerende partij me beleefd en onbeleefd gewaarschuwd niet te werken aan nieuwe televisieprojecten. Ze zeiden: “We zullen ze nooit toestaan.” Vandaag werd me verteld dat er een 45 minuten durende vergadering was geweest over hoe ze me konden tegenhouden, besmeuren en afluisteren’, twitterde ze. ‘Ik heb besloten dit openbaar te maken omdat ze me vertelden dat ze achter mijn familie aan zouden gaan.’
Barkha Dutt is niet de eerste die de partij van premier Modi zo direct beschuldigt. Tot nog toe hult de premier zich in stilzwijgen. Ook over de dood van Gauri Lankesh en Shujaat Bukhari zweeg hij. Dat leidde tot een dramatische oproep van intellectuelen aan zijn adres, kort na de moord op Bukhari, om het geweld door radicalen, uit welke hoek dan ook, te veroordelen en om politie en inlichtingendiensten, die al te vaak hun oren laten hangen naar de wensen van machtige Indiase politici, aan te sporen alles op alles te zetten om minderheden en intellectuelen te beschermen. Hun protest reikt verder dan Kasjmir, en verder dan India. Het is een veeg teken voor open samenlevingen overal ter wereld als het India niet lukt zijn democratie afdoende te beschermen.