De ondertitel van de voorstelling Dolly onthult een onheilspellende ambitie: the art of being myself. Hoe ben je jezelf op een podium? Die gevaarlijke vraag alleen al stellen nodigt uit tot een reeks goed bedoelde adviezen. Van keep it cool, laat je gevoel maar thuis, tot personages die zijn uitgerust met psychologische inleving, of die zichzelf permanent van commentaar voorzien. In de afgelopen decennia kwam daar een variant bij: toneelspelen is samenvallen met jezelf, met hoe jij je tot de stof van de voorstelling verhoudt. Niet voelen, niet tonen, jezelf zijn. Terug bij het menselijk tekort: the art of being yourself.
Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot zijn geen acteurs maar mimespelers. Zij bieden in Dolly and the Art of Being Myself primair hun fysieke kwaliteiten, ze zetten in de allereerste plaats lijf, mimiek en gestiek in. De eerste teksten in de voorstelling worden geplaybackt, woorden en liedjes lenen ze van hun voorbeeld, de countryzangeres Dolly Parton. Ze zingt over haar eigen leven, over haar geboortegrond, haar familie en haar liefdes. Befaamde liedjes: I Will Always Love You, Love Is Like a Butterfly, Here You Come Again, en Jolene. Boogaerdt en Van der Schoot spelen twee fans met imitatiedrang. Ter geruststelling: Dolly is geen miniplaybackshow voor twee bakvissen. Integendeel, het is een geraffineerd geconstrueerd statement over de houdbaarheidsdatum van echtheid op een podium. Om te beginnen lijken de beide dames niet op Dolly Parton. Suzan Boogaerdt is bijvoorbeeld te lang, wat na het uitrollen van een levensgrote foto van het origineel leidt tot een oergeestige verkleiningsscène. Bianca van der Schoot mist de vrouwelijke rondingen die Dolly tot Dolly maken, wat tot een ombouwoperatie met hulpstukken leidt, even pijnlijk als humoristisch. Net als de pogingen van de dames om zich de «platte mond» en de bevroren glimlach van het idool eigen te maken. Dwars door alles heen blijf je naar twee theaterpersoonlijkheden kijken die in een curieus gevecht zijn met een onbereikbare heldin.
De situatie van de voorstelling zou de achterkant van een Dolly Parton lookalike-wannabee-wedstrijd kunnen zijn: twee fans van een podiumberoemdheid, die de uitstraling van hun icoon zo goed mogelijk willen benaderen. In die kwaliteit schrijnt en ontroert Dolly. Omdat de gespeelde fans er in de loop van het uur dat de voorstelling duurt achter komen dat de stelling dat Dolly Parton «zo gewoon is gebleven» een dijk van een levensleugen is, een pose, waardoor het geploeter om zo dicht mogelijk in de buurt van het origineel te komen, uitloopt op een puffend tot stand gekomen imitatie van… een levensleugen.
Ze sparen elkaar niet, Boogaerdt en Van der Schoot. In een mooie, stille scène vangen ze elkaar Parton-weetjes af alsof ze strontvliegen uit de lucht slaan: wat een valsigheid! Als Boogaerdt niks maakt van een playbacknummer wordt ze vanaf de kant genadeloos het graf in gecoacht door Van der Schoot. En die maakt op haar beurt van het playbacknummer I Will Always Love You een weergaloze act van een zinderend lijf dat «het» allemaal he-le-maal niet meer aankan. Waarna haar partner een denkbeeldige vrouw in het publiek («Ik weet dat je er zit, Jo-lan-da!») verrot begint te schelden omdat die niet van het vriendje van haar Dolly-partner kan afblijven.
De in showy ondergoed gestoken lijven van Suzan en Bianca zijn een feest om naar te kijken: kleine tics, griezelige slowmotiondansen, beweeglijke shownummers die geleidelijk volledig de mist in gaan in het beheerste detail zit hier het absolute vakvrouwschap. Uiteindelijk eindigen ze als een Siamese Dolly Parton-tweeling, de pruiken in elkaar vergroeid, het playbacknummer uitgevoerd als estafette op minidraaitoneel, eindigend in een hartverscheurende muzikale oerkreet op de partituur van hun heldin. Dan is het volbracht. Als twee verregende hondjes lopen ze de duisternis in. Einde van een theatrale diamant.
Dolly is tot eind februari 2004 (en nog op 1 april) overal in Nederland te zien. Inlichtingen, zie www.viarudolphi.nl, of bel: 020-6277555