Achter hem is de ruimte vaag verlicht. Hij staat op de breedte-as van de toneelopening met een lichte draai naar links, het hoofd enigszins gebogen, het gezicht onderbelicht. Het zijn vooral de contouren van dat tengere lichaam die we zien. En de druk die op het lijf staat. Als een gespannen boog. Vlak voor het schot. Het hoofd opgericht, de armen en handen in een spasme. Dan het ‘schot’, de ontspanning erna, de ontlading zo u wilt. Een lichte verslapping en het vermoeden van een mentale val.

Daarna de hele sequens in herhaling, maar anders. Dan nog eens, en nog eens, en weer, door en door, op het ritme, de cadans, de toonhoogtewisselingen van de tekst, die aanklacht, het relaas van vernedering en zelfkwelling. Toneelspelen is ademen. Hier zie je dat gedemonstreerd. Negentig minuten lang. Hier observeert de toeschouwer de ademende machine van de toneelspeler, de toneelfiguur, die hardop denkt, en maalt, en jaagt. Tot de toneelfiguur kapot is. En de toneelspeler bevrijd.

Het redenerend denkapparaat van de wereldverbeteraar wordt door zijn vrouw (‘mijn noodzakelijk kwaad, mijn helle-engel’) opgelapt voor de uitreiking van een eredoctoraat, verkregen vanwege een traktaat ‘dat niets anders wil/ als de totale afschaffing/ alleen heeft niemand dat begrepen’. Dat is, samengevat, plot en fabel van het toneelstuk De wereldverbeteraar. Regisseur Erik Whien en zijn team hebben de toneeldaad bij het woord van hun protagonist gevoegd, en alle overbodigheden, inclusief de vrouw, afgeschaft. Althans in beeld. In de woorden en de zinnen spookt iedereen nog volop rond. De acteur die op 6 september 1980 de wereldpremière speelde, de Duitse toneelspeler Bernhard Minetti, 75 op dat moment, vroeg aan Thomas Bernhard om nog wat meer filosofisch vlees aan de botten van zijn stuk toe te voegen. Want ‘ik ga toch niet een avond lang een volslagen idioot spelen’. Hij stuitte op een ongeclausuleerd neen van de auteur. Die op het titelblad van het stuk weliswaar ‘voor Minetti, wie anders’ had geschreven, maar die geen duimbreed toegaf. Bernhard: ‘Het is wat het is, en het is verschrikkelijk.’

Daar kan iedere Bernhard-vertolker het mee doen. De Oostenrijkse schrijver beschouwde de toneelspeelkunst als een soort kleistiaanse kunstnatuurcatastrofe. Waarin elke neiging tot realisme en naturel hoe dan ook kansloos is. De hel verbeeld je ook niet met waxinelichtjes.

Maar ik houd geen toespraak

Als wij iets zeggen

worden wij niet begrepen

Als wij de waarheid zeggen

is het toch alleen maar gelogen

Wij zijn ook te grote fanatici

en het fanatisme is een ramp

Van kunst begrijpen wij niets

de natuur haten we

Onze gedachten blijken tenslotte onzin

De tournee is kort. Sanne den Hartogh laat u iets groots meemaken. Mis dit niet.


De wereldverbeteraar is op reis t/m 13 april en op 14 en 15 april op de thuisbasis in Haarlem

Beeld: Sanne den Hartogh in De Wereldverbeteraar (Sanne Peper)