
Hoe beladen de naam Judas is merk je als iemand anders dan Jezus die in de mond neemt. Iemand uit meer huiselijke kring. Nooit kunnen vermoeden dat Judas een vrouw had, en ook nog eens een zoon. Deze suggestie van familieleven maakt Judas in de gelijknamige voorstelling die Robert Icke bij ita maakte van begin af aan tragischer en complexer dan we dachten. Menselijker. Laat dat sowieso maar aan Hans Kesting over.
Vanaf zijn eerste slepende passen op het podium, de armen afhangend langs de enorme gestalte, gehuld in tijdloze verwassen outfit, verrijst daar voor het blote 21ste-eeuwse oog de mens zoals hij er al in zijn oervorm uit moet hebben gezien. Stakkerig en woest. En schuldbewust, in het besef dat hij zijn vrouw bedriegt.
Chris Nietvelt, woedend deeg knedend, de willoze klomp slaand en stompend, speelt haar met verdrietige vurigheid. Judas, zeg me gewoon hoe het zit. Keer op keer die vraag, in alle bekende varianten. Is het liefde of is het lust? Boven de scènes uit een huwelijk hangt de dood van de zoon, gekruisigd door de Romeinen om een lullig vergrijp.
Zou een huwelijkscrisis met deze twee op zich al een volwaardig drama opleveren, met de sterke Ilke Paddenburg als stoorzender Maria Magdalena binnen handbereik, het vooruitzicht van de komst van Jezus naar Jeruzalem tilt de gewetensnood van Judas naar een hoger plan.
Zonder dat het krampachtig aandoet, is het verhaal van de Messias en zijn wankelmoedige volgelingen in deze toneelversie een verhaal van deze tijd geworden. Van strijders die een leider nodig hebben om te weten wat hun missie is. In een uitgekiend decor, kaal en betonnig als een schuilkelder, scholen ze samen als een angstige roedel. Slechts zij die het wachtwoord kennen – sjibbolet – worden binnengelaten.
De zenuwen zijn hooggespannen bij het idee van Zijn komst. Waarom waagt hij zich hier? Heeft iemand met eigen ogen iets van zijn wonderen gezien? Met kleine accenten worden de verschillen tussen de apostelen getoond. Maria Kraakman als Johannes springt er bijna komisch uit als de brave klerk, panisch alles noterend, Minne Koole is de verzenuwde Andreas, zijn best doend om door wapens te leveren in de gratie te komen bij de opvliegende Mattheüs, boertig neergezet door Bart Slegers. En dan Petrus, Janni Goslinga, stoer en strijdbaar, Jezus uit alle macht weersprekende dat zij straks zal ontkennen hem ooit te hebben gekend.
Deze Jezus is ondertussen, misschien zoals het hoort, in de vertolking van Jesse Mensah een ongrijpbare figuur. Dan weer maniakaal en bestraffend, dan weer zacht en passief, maakt hij het niet eenvoudig om in zijn ban te geraken. Het is de kracht van Hans Kesting dat hij het desondanks voelbaar maakt, op het zeer aangrijpende af, niet anders te kunnen dan de gevraagde verradersrol op zich te nemen, als ware híj de verlosser.
ITA, Judas. Stadsschouwburg Amsterdam, tot en met 23 april