
In deze chaos is het meest verbazingwekkende nog dat het werk zelf onaantastbaar blijft. The Interview is zowel een briljante satire over de destructieve werking van ideologie als een hilarische comedy over twee stoner bro _’__ s_ die uit hun gemakzuchtige wereldje van dope en hipster-ironie worden gerukt.
Verrassend is dat de film zijn pijlen ook op zichzelf richt en op de context waarin hij gemaakt werd.
Dave Skylark (James Franco) is een talkshowhost die beroemdheden interviewt in de hoop dat ze iets controversieels kwijtraken, Eminem, bijvoorbeeld, die onthult dat hij homoseksueel is. Dave’s partner, producent Aaron Rapaport (Seth Rogen), is in de zevende hemel. Want kijkcijfers!
Tenminste het eerste halfuur van The Interview gaat over de leegte van de celebrity-cultuur. Hollywood anno nu, dus. Maar ook: RTL Boulevard. De Telegraaf. De ‘bladen’. Zelfs kwaliteitskrant NRC Handelsblad, onlangs met het ‘nieuws’ rond Onno Hoes – uitgerekend op de dag dat een rapport van de Amerikaanse Senaat uitkwam over martelpraktijken door de CIA. De beroemdheid, de acteur, de muziekster. De celebrity. Dat is nieuws. Niet het nieuws zelf.
Aaron komt in gewetensnood als hij op een feestje een studentenvriend ontmoet die bij Sixty Minutes werkt, anders dan The Dave Skylark Show een echt nieuwsprogramma. Wanneer Dave en Aaron de gelegenheid krijgen Kim Jong-un, Sublieme Leider van Noord-Korea, te interviewen, grijpen ze die met beide handen aan, ook als blijkt dat de CIA hen wil inzetten als sluipmoordenaars.
In Pyongyang, of ergens in de buurt van de hoofdstad, blijkt dat Dave en de Sublieme Leider iets met elkaar hebben. Beiden zijn weg van Katy Perry, vooral het nummer Fireworkwaarmee het popsterretje wereldfaam bereikte. Dat niet alleen, Kim is verslaafd aan dit soort pulp, vooral ook de show van Dave. De televisiester belandt in een crisis. Is dit nou de massamoordenaar die zijn volk onderdrukt, in concentratiekampen stopt en onderwerpt aan hongersnood? Leugens! Deze Kim is een toffe gozer met wie hij echt kan praten over dingen als basketbal. Hoe kan hij zijn nieuwe vriend vermoorden?
In satire komt de morele les na de confrontatie met een dilemma. En in The Interview dient deze les zich aan wanneer Dave ontdekt dat een rijkelijk gevulde supermarkt die de onderdanen van Kim eerder met trots aan de Amerikanen hadden getoond in werkelijkheid uit bordkarton bestaat. De waarheid komt boven water: Pyongyang is even nep als het soort vermaak dat Dave en Aaron maken. Dave besluit samen met Aaron dat regime change inderdaad de juiste beslissing is –niet met een sluipmoord, maar op televisie, tijdens het interview dat nu een echt interview zal zijn.
Het onderscheid tussen echt en onecht bevat de kern. Dave ontdekt dat de leugen van zijn eigen leven in Amerika –de vulgariteit van oppervlakkig vermaak –even mensonterend is als het repressieve bewind van Kim in Noord-Korea. Hierin ligt het subversieve van de film: het werk suggereert dat er in essentie weinig verschil zit tussen massavermaak gebaseerd op de vluchtige cultuur van selfies en celebrity, en massaonderdrukking op grond van ideologie. Beide dingen zijn gebaseerd op leugens en misleiding, op indoctrinatie en manipulatie.
Regime change vindt plaats, ook in het hart van de twee Amerikanen. Ze leren hun les, keren terug naar Amerika, en de kans dat ze ooit weer een RTL Boulevard-achtige show zullen maken, is nul. Sterker, stoner bro nummer één (Dave) schrijft een boek.
Dat The Interview de klassieke lijn van satire volgt, maar dan met grove grappen over anussen, afgebeten vingers en een climax waarin de helikopter waarin Kim zit op de maat van Fireworkwordt opgeblazen, is even verbijsterend als hilarisch om te zien. De twee hoofdrolspelers vinden een perfect ritme in hun samenspel, als Jerry Lewis en Dean Martin in hun beste films. De humor hier is vlijmscherp: slechte smaak gecombineerd met intelligentie en gevoel.
Wie The Interview wil zien, kan zich wenden tot de Amerikaanse versie van iTunes.