«The past is a foreign country, they do things differently there.» Deze uitspraak van de Britse romanschrijver L.P. Hartley verwoordt goed het besef dat het verleden radicaal verschilt van het heden, en dat we ons moeten realiseren dat wat ons op het eerste gezicht bekend voorkomt, in werkelijkheid wel eens heel anders kan zijn. Bijvoorbeeld dat wat in het ene land een teken van beleefdheid is in een ander land als belediging kan worden opgevat.

Uiteraard weten we best dat het er vroeger heel anders aan toe ging, maar toch zijn we vaak geneigd te denken dat de mensen die toen leefden sterk op ons leken, dat ze dezelfde verlangens, ambities en emoties hadden. Dat verklaart de populariteit van boeken waarin de mensen uit het verleden voor ons «herkenbaar» zijn.

Lange tijd werd het zogenaamde Victoriaanse tijdperk gelijkgesteld aan preutsheid, verwrongen seksualiteit en een dubbele moraal. In zijn monumentale, vijf delige reeks The Bourgeois Experience heeft Peter Gay dit beeld willen bijstellen. Onder grote bijval van veel recensenten portretteerde hij onze negentiende-eeuwse voorouders als mensen die er over het algemeen een bevredigend seksleven op nahielden.

Volgens Pieter Stokvis is Gay hierin te ver doorgeschoten en in Het intieme burgerleven benadrukt hij juist de vele verschillen met de huidige tijd. Op basis van een grote reeks dagboeken, brieven en memoires schetst hij een beeld van het huiselijke en liefdesleven van Nederlanders tussen 1800 en 1940. De vele frappante voorbeelden die hij geeft van de enorme machtsverschillen tussen mannen en vrouwen, en tussen de hogere en lagere standen, maken duidelijk dat we alleen al wat dit betreft te maken hebben met een «vreemd land».

Maar uiteraard zijn de verschillen het meest duidelijk waar het gaat om het seksleven van onze voorouders. De angst om zwanger te worden drukte niet alleen een stempel op het liefdesleven van mensen die niet gehuwd waren, ook zorgde zij ervoor dat echtelieden dikwijls op een allesbehalve ontspannen wijze met elkaar omgingen. Stokvis wijst er bovendien op dat de scherpe daling van de kindersterfte de mogelijkheden tot echtelijk geslachtsverkeer nog verder inperkte. Alleen bij de katholieken lag dat een tikje anders, al kleefde daar, althans in onze ogen, één nadeel aan, zoals blijkt uit de memoires van de historicus Gerard Brom. Hij verontschuldigde zich min of meer voor het feit dat zijn ouders «slechts» twaalf kinderen hadden, door erop te wijzen dat zijn vader al voor zijn geboorte gestorven was.