‘Het Cornelius Haga Lyceum blijft gewoon open, lesniveau en burgerschapsonderwijs zijn prima op orde, het bestuur kan aanblijven en de financiering mag niet worden gestopt. Allaahu akbar.’ Op hun eigen sociale-mediakanalen maakte de omstreden Amsterdamse islamitische school maandag (‘Brekend!’) de uitspraak van de rechter bekend: er is geen wettelijke grond voor het besluit van Arie Slob om het bestuur te laten vervangen.

Daartoe had de onderwijsminister in september besloten, want de school zou ‘onvoldoende invulling geven aan de wettelijk vastgelegde opdracht om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. Daarnaast zou er sprake zijn van financieel wanbeleid en zelfverrijking.’ De rechter vindt dat Slob daarmee zijn boekje te buiten is gegaan. De eisen die de minister aan de school stelt gaan te ver, is het oordeel. De rechtbank gaat ook niet mee in de stelling van de minister dat de school openlijk afstand moet nemen van personen met een omstreden (salafistisch) gedachtegoed en omstreden gedachtegoed met de leerlingen moet bespreken. ‘De keuzes die sio hierin maakt, vallen binnen de vrijheid van onderwijs die is verankerd in de grondwet.’

Eerder had de onderwijsinspectie al geconcludeerd dat er geen signalen waren van salafistisch of antidemocratisch onderwijs. Die zorgen waren er onder meer nadat de aivd in een ambtsbericht had laten optekenen dat de schoolleiding banden zou hebben met terroristen en er plannen zouden zijn om de helft van het curriculum aan salafistische geloofsleer te wijden. Maar daar bleef later weinig van over toen de toezichthouder (ctivd) die uitlatingen van de aivd als ‘ongenuanceerd’ bestempelde. Er is nog wel sprake van een rommelige administratie, maar niet dusdanig dat er sprake zou zijn van financieel wanbeleid.

Ook scholen met een dubieuze leiding kunnen niet zomaar opzij geschoven worden

In een reactie liet Slob weten dat hij tegen de uitspraak in beroep gaat bij de Raad van State, maar kenners geven hem ook daar weinig kans. De kwestie Haga is ‘onontgonnen terrein’ zei de minister, dus gaat hij kijken welke andere wegen er nog zijn.

Daarin schuilt een parallel met de oprichting van de school. Die ging namelijk ook gepaard met talloze rechtszaken. Ook toen, onder staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker, was de opdracht: blijven zoeken naar juridische openingen om de school tegen te houden, tegen adviezen in van de eigen juristen en van een rapport van de Onderwijsraad. Na zeven jaar procederen opende het Haga Lyceum in 2017 toch de deuren.

Het is de taak van de rechter om te kijken of er naar de letter van de wet wordt gehandeld, en langs die meetlat is het Haga keer op keer in het gelijk gesteld. Artikel 23 van de grondwet dat onderwijsvrijheid garandeert, is nou eenmaal zo sterk dat scholen met een dubieuze leiding niet zomaar opzij geschoven kunnen worden, ook niet door een rechter.

En dus is er eigenlijk nog maar één mogelijkheid en die zet Slob ook in: een wetswijziging, waar de Tweede Kamer zich binnenkort over buigt. Tegen Het Parool zei de minister daar na de uitspraak maandag over: ‘De wet is niet gericht op het Cornelius Haga Lyceum. Er is een veel bredere wens dat overal in onze samenleving leerlingen leren om met respect met elkaar om te gaan en respect te hebben voor elkaars opvattingen. Maar de huidige wetgeving is in de ogen van de rechter zo smal, dat je niet eens kunt optreden in situaties als deze.’

Inmiddels weten we: wat er ook gebeurt en hoeveel rechtszaken de school ook wint, de minister zal zich niet neerleggen bij de vrijheid van onderwijs – waar hij zelf aan zegt te hechten. Want dat een school als het Haga Lyceum niet wenselijk is, ondanks het gelijk van de rechter, is prima te verdedigen. Maar dat de ChristenUnie-minister aan de ene kant strijdt voor vrijheid van onderwijs maar die aan de andere zijde bestrijdt is dat niet.