Onder de presidenten George Bush sr. en Bill Clinton is dat zo gebleven. Toen hebben president George Bush jr. en zijn neoconservatieve vrienden met hun op leugens en zelfoverschatting gebaseerde buitenlandse politiek deze positie vernietigd. Daarna kwam Barack Obama. Op de avond dat zijn overwinning bevestigd werd, was ik in New York. Ik ging nog even de straat op. Daar werd ik door wildvreemden omhelsd, er was een uitzinnig feest aan de gang. Het volk was bevrijd uit de doodlopende steeg van zijn voorganger. De campagne was spannend en van Republikeinse kant rijk aan leugens geweest. Dat heeft de opluchting misschien nog groter gemaakt. Nu waren nieuwe tijden aangebroken!
Obama heeft zijn laatste tussentijdse verkiezing achter de rug. In zijn buitenlandse politiek heeft hij voortdurend geprobeerd de fouten van zijn voorganger te vermijden en over het algemeen is hem dat gelukt. No boots on the ground. Geen Amerikaanse soldaten naar verre oorlogen waarin ze verstrikt raken zonder in staat te zijn de beslissing te forceren. In Libië heeft hij bij de opstand tegen Kadhafi de luchtmacht ingezet en een nieuwe strategie uitgevonden: leading from behind. De dictator is dood, maar er is nog geen aanloop tot een modelstaat. Van Amerikaanse kant zijn de pogingen om een einde te maken aan de nu meer dan drie jaar durende burgeroorlog in Syrië diplomatiek krachtig gesteund, maar de moordpartij gaat door. Obama heeft zich ondubbelzinnig tegen de terreurstaat IS gekeerd, Amerika helpt met bombardementen, maar opnieuw: no boots on the ground. Wie weet voor welke nieuwe militaire catastrofe hij daarmee het Westen heeft behoed. Maar zulke onzichtbare resultaten tellen niet in een verkiezingscampagne.
In deze eeuw is de wereld, wat we vroeger de internationale gemeenschap noemden, gedesintegreerd. Rusland heeft zonder feitelijke weerstand eerst de Krim geannexeerd en speelt nu een duistere rol in Oekraïne. In Afghanistan, waar het Amerika van Bush jr. in 2001 orde op zaken zou stellen, heersen corruptie en burgeroorlog terwijl het Westen vrijwel uit het land is vertrokken. In Afrika zijn staatsgrepen aan de orde van de dag. En dan een ramp die niets met de wereldpolitiek te maken heeft: ebola dreigt een epidemie te worden en is daardoor nu al de oorzaak van een beginnende paniek. Degenen die van paniek het slachtoffer worden, zoeken redeloos naar de schuldigen.
Het is waar: de laatste jaren gaat het in menig opzicht niet slecht in Amerika. Er is weer een bescheiden economische groei, de werkloosheid is afgenomen en het vertrouwen van de consument is sinds zeven jaar niet zo hoog geweest. Concrete cijfers die in het voordeel van Obama zouden moeten werken. Maar hij heeft denkbeelden die vooral de rechtse Republikeinen tot razernij drijven. Obamacare, zijn plannen voor hervorming van de gezondheidszorg, worden door zijn felste tegenstanders als ‘socialistisch’ beschouwd. Zijn denkbeelden over particulier vuurwapenbezit, idem.
Verkiezingscampagnes verlopen in Amerika anders dan bij ons. Ten eerste worden er door beide partijen enorme kapitalen in geïnvesteerd, en daarvan gaat een groot deel naar attack ads, aanvalspropaganda waarin de tegenstander op de meest vileine manier verdacht kan worden gemaakt. In Nederland zou de strafrechter eraan te pas komen. Ten tweede is bij de uitersten van beide partijen de capaciteit voor politieke haat veel groter. Denk aan Sarah Palin, kandidaat-vice-president van John McCain bij de verkiezingen in 2008. Obama was een socialist, een geheime moslim, enzovoort. Ze zag nergens tegenop. Dat is in Amerikaanse campagnes normaal.
In 2008 heeft Obama zijn triomfantelijke entree in de Amerikaanse politiek en de wereldpolitiek gemaakt. Internationaal werd hij met grote opluchting, zelfs een gevoel van bevrijding begroet. Hij heeft de Nobelprijs voor de vrede gekregen. Bij deze tussentijdse verkiezingen is hij een grotendeels verbruikte man. Dat is niet alleen zijn schuld. De ‘internationale gemeenschap’, de wereld, is het Amerikaanse leiderschap ontgroeid. Het Midden-Oosten is een dodelijke chaos waar geen bondgenootschap of grote mogendheid zich nog in waagt. Misschien is China een grote mogendheid in aanbouw, maar voorzover we weten worden in Peking geen denkbeelden over een nieuwe wereldorde gekoesterd. Rusland heeft zichzelf gedegradeerd tot een regionale lastpost. De Europese Unie heeft als zelfstandige militaire macht niets te betekenen. En nu zien we Amerika langzaam van het wereldtoneel vertrekken. Nog twee jaar.