Bratislava – ‘Wie niet steelt, is een dief van zijn familie’, was een gevleugeld gezegde in communistisch Tsjecho-Slowakije. Ook na het uiteengaan van Tsjechië en Slowakije bleef dit motto intact. Niet in de laatste plaats binnen de politieke klasse. De Tsjechische president Václav Klaus maakte zich onsterfelijk toen hij in 2011 tijdens een staatsbezoek aan Chili een kostbare vulpen belegd met edelstenen die de gastheer had klaargelegd voor de ondertekening van een vriendschapsverdrag fluks in zijn zak stopte. Een filmpje van de diefstal werd een YouTube-hit.
Hoewel de Slowaken het altijd moesten afleggen tegen de Tsjechen spelen zij op dit terrein toch echt de eerste viool. Volgens een rapport van het World Economic Forum is Slowakije samen met Oekraïne het op één na corruptste land in Europa. Het moet alleen Moldavië nog boven zich dulden. En dus hoeven de recente diefstallen van grote partijen munitie uit Slowaakse militaire depots geen verwondering te wekken. Evenmin dat de diefstallen – volgens de tv-zender Markíza gaat het om meer dan driehonderdduizend kogels, plus een flink aantal handgranaten en antitankraketten – voor 99 procent zeker door elementen binnen het leger zelf zijn gepleegd. Dat de regering geen haast maakt met nader onderzoek ligt in de lijn der verwachting. De ondergrondse handel in Slowaakse wapens is een bron van zorg. Zo betrokken de aanslagplegers op Charlie Hebdo hun wapens van een Slowaakse online winkel.
In april gingen duizenden mensen de straat op in Bratislava om het ontslag te eisen van de minister van Binnenlandse Zaken. Dit op grond van diens banden met een projectontwikkelaar die van belastingfraude wordt verdacht. Ook premier Robert Fico staat in een kwade reuk. In een poging zijn imago op te vijzelen maakte Fico een einde aan een omstreden amnestiewet.
Die kwestie draait om de ontvoering van de zoon van de eerste president van postcommunistisch Slowakije, Michal Kovác, in 1995. Kovác was voor toetreding van zijn land tot de EU, zijn aartsrivaal premier Meciar was fel tegen. De kidnapping van Kovác jr. was bedoeld als politieke list, maar mislukte. Een politieman die de zaak onderzocht werd getroffen door een autobom. De toenmalige chef van de inlichtingendienst Ivan Lexa gold als de kwade genius. Daarna riep Meciar amnestie uit en gingen de daders vrijuit. Dankzij een succesvolle film leefde de controverse de afgelopen maanden opnieuw hoog op en werd Fico gedwongen de wet in te trekken. Is dit het begin van een nieuwe Slowaakse lente?