Het waren weer heerlijke beelden, de plaatjes die afgelopen week op Twitter circuleerden van de kleptocratie van de zoveelste gevallen Slavische oligarch die zich aan volk en schatkist had vergrepen. Een eigen dierentuin, een kluis vol gouden munten, een datsja die herinneringen opriep aan ceausescuiaanse megalomanie, een garage vol dure oldtimers en, natuurlijk, een geblondeerde, veel jongere minnares – ongetwijfeld met geschoren poes.
Janoekovitsj bevestigde in absentie al onze Slavische clichés: schaamteloos, mateloos, smakeloos, en grof, zinnelijk, wreed. De wellust waarmee we ons op deze barbarij stortten, rook echter sterk naar de psychodynamica van zelffelicitatie ab negatio: als hij alles is wat wij niet zijn, zijn wij alles wat hij niet is: bescheiden, verfijnd, humaan, ingetogen, beschaafd en prudent – meer mest voor de schimmel van onze zelfgenoegzaamheid.
Ik heb slecht nieuws voor iedere Nederlander die via de spiegel van Slavisch primitivisme denkt te kunnen baden in het licht van eigen voortreffelijkheid: Nederland is zwaar medeplichtig aan de plebejische diefstal die oligarchen als Janoekovitsj sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie op grote schaal hebben kunnen plegen. Om het scherp neer te zetten: zonder Nederlandse advocaten, accountants, trustkantoren, overheidsbescherming en koninklijke goedkeuring geen Janoekovitsj en trawanten.
Het was al langer bekend dat Nederland een uiterst suspecte rol speelt in de mondiale schaduweconomie. Wie fiscus, toezichthouder of burgers op een dwaalspoor wil zetten, doet er goed aan even met een Nederlandse advocaat te bellen. Voor een bescheiden sommetje heb je als belastingontwijkende multinational, toezichtvliedende bank of bloedbesmeurde oligarch in Nederland namelijk zo een frontbedrijfje, een brievenbusmaatschappijtje of een Dutch sandwichje. Dat doet Nederland al jaren – en het legt Nederland geen windeieren, of beter: de advocaten, accountants, brievenbusboeren en fiscalisten die er met z’n drieduizenden à vierhonderd euro per uur een leuk jaarinkomentje uit slaan. Op drie miljard raamde Stichting Economisch Onderzoek onder leiding van Barbara Baarsma het zomer 2013. En dat bleek politiek genoeg om er niet aan te morrelen als het niet per se hoefde.
Zo heeft het kunnen gebeuren dat Nederland de grootste buitenlandse ‘investeerder’ in Oekraïne is – en ‘investeerder’ staat met opzet tussen ironiserende aanhalingstekens. Want met investeringen in klassieke zin heeft het allemaal niets te maken. De miljarden die via Nederland naar Oekraïne stromen zijn namelijk voor pakweg 95 procent zogeheten round trip-gelden. Dat wil zeggen: geld dat kleptocraten in Oekraïne zelf hebben afgeroomd, dat om fiscale redenen tijdelijk in Nederland wordt gestald om vervolgens, onder de bescherming van het Nederlandse investeringsverdrag met Oekraïne, weer in het thuisland te worden geïnvesteerd.
Daar hoort dus ook ‘slager’ Janoekovitsj en zijn kliek bij, zo blijkt uit berichtgeving over Energoinvest, een Nederlandse brievenbusmaatschappij die via het Londense Whitebridge eigenaar is van de zwaar vervuilende, onlangs geprivatiseerde kolencentrales van het Oekraïense Donbass en zelf eigendom is van Igor Goemenjoek, frontman van Janoekovitsj. En dat doet ‘Nederland’ niet alleen in Oekraïne maar in vrijwel alle landen uit de mondiale top-vijftig van meest corrupte landen. Overal waar burgers op majeure schaal worden genaaid, bieden Nederlandse fiscalisten de helpende hand en is Nederland dus de belangrijkste ‘handelspartner’.
En het wordt nog erger. Op vrijwel hetzelfde moment dat De Nederlandsche Bank nader onderzoek initieert naar de Oekraïense frontbedrijven van Janoekovitsj organiseert de Nederlandse ambassade in Kiev een seminar over Dutch Holding Companies: New Opportunities for Structuring of Ukranian Business. En – o smakeloze schaamteloosheid – de convocatie verwijst expliciet naar het verscheiden van het Odessa van het Zuiden, Cyprus, om Nederland als vestigingslocatie aan te prijzen. Lees: nu de EU Cyprus als locatie bij uitstek voor Oekraïens vluchtkapitaal om zeep heeft geholpen, bent u van harte welkom aan de Amsterdamse Zuidas. Was getekend: DLA Piper – een Amerikaans advocatenkantoor met een grote Nederlandse vestiging. Aan de Zuidas, allicht.
Dat is nog het stuitendste van alles: dat het allemaal onder de paraplu van de Nederlandse staat gebeurt, en dus met uw en mijn impliciete instemming. Het kabinet had ons al verboden de woorden ‘Nederland’ en ‘belastingparadijs’ in één adem te noemen. En de voorman van de Nederlandse brievenbusboeren, Jan Reint baron de Vos van Steenwijk, mocht zich al langer tooien met een koninklijke onderscheiding. Sinds Rutte II moeten Nederlandse burgers het ook nog eens velen dat hun ambassades onder het mom van economische diplomatie zijn verworden tot uitdragerijen van gestolen waar.
Janoekovitsj – dat zijn wij zelf.