Een verjaardagsfeestje – of rouwzitting – is er niet compleet zonder forse bakken tjauwmin of tjaptjoi met kip. Gasten zijn pas tevreden wanneer ze op het einde van de avond huiswaarts keren met enkele boordevolle piepschuimen meeneembakjes onder de arm. Wie op Facebook Surinaamse vrienden heeft, ziet minstens driemaal per dag foto’s van verse roti’s, pruttelende potten met bruine bonen en dampende porties pastei de revue passeren.
Niks is in Suriname zo heilig als het dagelijkse brood. Niet alleen de eeuwigdurende kwestie hoe je het best de van oorsprong joodse ovenschotel pom kunt bereiden zorgt met grote regelmaat voor hoogoplopende discussies, ook de hygiënische omstandigheden in de keukens van de vele eethuisjes, restaurants en straatventers zijn een punt van zorg. Koken onder de felle tropenzon is lang niet zo simpel als aan de kille Noordzee: bewaar rauw vlees enkele minuten ongekoeld en je hebt het ideale recept voor een acute voedselvergiftiging.
Het was voor veel Surinamers dan ook een schok toen verschillende districtscommissarissen (een soort burgemeesters) onlangs besloten om via sociale media foto’s te verspreiden van onhygiënische restaurants die door hen waren gesommeerd de deuren te sluiten. De wansmakelijke taferelen liegen er niet om: vers geplukte eenden die in de zon aan een waslijn hangen te drogen, kippen die naast een open beerput worden geroosterd, drachtige honden die in keukens onder het fornuis liggen te slapen, het karkas van een varken op de keukenvloer.
De reacties zijn navenant. Opgewonden reaguurders spreken van misdaden tegen de menselijkheid, eisen levenslang en publiceren na speurwerk zelf namen en adressen van betrapte restaurantuitbaters, die als moordenaars vogelvrij worden verklaard. De naming and shaming-campagne doet enigszins denken aan die van de Britse tabloid News of the World, die in 2000 de namen, adressen en foto’s van vermeende pedofielen op zijn voorpagina plaatste. De vergrijpen mogen dan onvergelijkbaar zijn, de commotie is er niet minder om.
Maar de recente onthulling dat Ballast Nedam eind jaren negentig miljoen gulden smeergeld betaalde aan de toenmalige – en tevens huidige – politieke top van Suriname, die is al lang weer vergeten. Dat het parlement al een maand niet meer vergadert, verbaast niemand. De volgende warme bakker die wordt gesnapt met meel van over de datum kan een woedende menigte verwachten.