‘Als je de rapporten leest over hoe het nu gaat met de aarde en wat de volgende generatie te wachten staat, kán je toch niet anders dan je enorme zorgen maken?’ Directeur Marjan Minnesma van de klimaatorganisatie Urgenda deed deze noodkreet afgelopen zaterdag nog maar eens in NRC Handelsblad.
Door de vluchtelingencrisis en de vele spoedberaden binnen de Europese Unie over het noodkrediet aan Griekenland is het wereldwijde klimaatprobleem een beetje op de achtergrond geraakt. De uitspraak van de rechter dat het Nederlandse kabinet meer vaart moet zetten achter het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen kreeg vooral aandacht vanwege de mogelijke gevolgen voor andere beleidsterreinen. Stel je voor dat de rechter, daartoe aangezet door bezorgde of verongelijkte burgers, de politiek vaker tot handelen gaat dwingen?
De staat is inmiddels in hoger beroep gegaan. Formeel vooral om jurisprudentie te krijgen over dat principiële vraagstuk: mag de rechter op de stoel van de politiek gaan zitten? Maar er wordt argwanend naar gekeken door hen die het met de rechter eens zijn dat er haast moet worden gemaakt met de klimaatmaatregelen. Want stel dat het hoger beroep wordt gewonnen door de staat. Is het dan meteen gedaan met de extra inspanningen die het kabinet tot dan toe verplicht is te nemen?
In juni oordeelde de Haagse rechtbank dat de overheid een zorgplicht heeft voor de verbetering en bescherming van het leefmilieu. De rechter vindt dat het kabinet ervoor moet zorgen dat de uitstoot van CO2 in 2020 met 25 procent is teruggebracht ten opzichte van het peiljaar 1990. Directeur Minnesma van Urgenda was in tranen van vreugde. De rechterlijke uitspraak werd historisch genoemd.
Coalitiepartijen vvd en pvda hadden afgesproken om in 2020 de broeikasgassen met achttien procent te hebben teruggedrongen, om dan op de langere termijn – in 2040 – na een soort eindspurt de uiteindelijke doelstelling te halen. De rechtbank tornt niet aan die einddoelstelling voor 2040, maar vindt dat de uitstoot eerder al minder moet worden. Het kabinet heeft gezegd zich vooralsnog aan die rechterlijke uitspraak te willen houden.
Eenvoudig zal dat niet zijn. Het begint ermee dat het maar de vraag is of het kabinet met wat het tot nu toe in gang heeft gezet zijn oorspronkelijke doelstelling van achttien procent in 2020 haalt. En daar moet het dan dus overheen. Het Planbureau voor de Leefomgeving kwam begin deze maand met een quick scan, zoals het dat zelf noemt, met aanvullende maatregelen die het kabinet zou kunnen nemen. Waarom een quick scan en geen diepgravend onderzoek, zou je kunnen denken? Daarop geeft het Planbureau indirect zelf antwoord: 2020 is op heel korte termijn. Er kan geen jaren meer worden gestudeerd. Elk jaar dat het kabinet verliest, kan het de uitstoot minder terugdringen.
De korte termijn versus de lange termijn, snel de CO2-uitstoot terugdringen tot het niveau van 1990 of daar meer tijd voor nemen om uiteindelijk in 2040 op datzelfde niveau uit te komen. Daar draait het nu eigenlijk om.
Ik heb de aanvechting eerst tegen Minnesma van Urgenda te zeggen dat ik me, ja, enorme zorgen maak over de aarde. Dat schetst meteen het ‘klimaat’ waarin de discussie over het klimaat plaatsvindt, je bent voor of tegen, gelovig of ongelovig, ergens daartussen mag niet. Maar na dat ja wil ik er meteen achteraan zeggen dat ik na lezing van de quick scan van het Planbureau niet zeker weet of op de korte termijn vaart maken wel zo verstandig is en opweegt tegen iets meer tijd nemen. Volgens het Planbureau kunnen kortetermijnmaatregelen het halen van verder in de toekomst liggende emissiedoelen belemmeren. Snelkoop kan duurkoop zijn.
Een paar concrete knelpunten. Voor het bouwen van een kerncentrale of meer windmolens is het te kort dag. De emissie van CO2 kan wel snel naar beneden door het bijstoken van biomassa, zoals hout. Probleem is echter: hoe weten we zeker dat dat hout dan ook echt duurzaam is gekweekt? Ook de isolatie van bestaande huizen helpt. Maar als je dat goed wilt doen, is er niet alleen te weinig tijd, maar is het ook de vraag of huiseigenaren daar het geld voor hebben.
Het kabinet kan besluiten een kolencentrale te sluiten. Maar die centrale produceert wel schoner dan een kolencentrale in Polen. Wereldwijd schiet dat niet op. Minder industriële productie in Nederland is ook een optie. Maar ook dan maak je het emissieprobleem mondiaal gezien slechts groter, want elders wordt niet schoner geproduceerd.
Schonere en duurdere diesel in de Nederlandse benzinepompen? De vrachtwagens zullen gaan tanken in het buitenland. Eenzijdig besluiten dat in Nederland meer schone auto’s moeten worden verkocht? De auto-industrie zal niet meer schone auto’s produceren als dat niet Europees wordt aangepakt, dus zullen er elders in Europa meer vuile auto’s worden verkocht.
Wat dan wel? Minder hard rijden op de snelweg. Leuk voorstel van het Planbureau. Maar onder druk van de vvd is de 130 kilometer net ingevoerd. Ligt politiek gevoelig. Een kilometerheffing dan maar? Gevoelig is niet eens sterk genoeg om uit te drukken hoe groot de weerstand daartegen is. Binnen de politiek geldt dat niet alleen voor de vvd, het cda trok alweer enkele jaren geleden de stekker uit dit voornemen. Bovendien zullen zij die elke dag moeten forenzen naar hun werk het niet eerlijk vinden. Waar zou de rechter voor kiezen?