Één uitzondering: de snoepwinkel rechts achter in de Rijnhal probeert goede zaken te doen met een assortiment van regenbooglollies en andere zoethoudertjes. Er is maar weinig animo voor, maar bij gebrek aan alternatieven is het aanbod toch aanlokkelijk.

Dat is precies de teneur van het morgendeel van dit congres. Jan-Kees de Jager en ex-onderhandelaar Ank Bijleveld - op weg naar het provinciehuis van Zwolle om haar fractie een dubieuze laatste dienst te bewijzen - vangen met souplesse de bezwaren op die de hier aanwezige achterban te berde brengt.

Hoe?

Door het volgende mantra telkens te herhalen: we begrijpen het, de politieke samenwerking met Wilders is hoogst ongelukkig, maar het is ons mooi wél gelukt een groot deel van het CDA-verkiezingsprogramma te realiseren. De snoepzak van deze coalitie is maar 52 zetels klein, maar let op, kinderen, wat zijn het een heerlijke snoepjes.

Maar de graaiende hand van Geert Wilders heeft intussen de snoepjes waar de CDA en de VVD-achterban het meest naar uit hadden gekeken al uit de zak gevist. Alleen de dropjes die niemand lust resteren nog. Er wordt in de regeringsplannen meer geschraapt dan structureel bezuinigd en hervormd, wat ondermeer CDA-econoom Lans Bovenberg in NRC Handelsblad al tot de conclusie bracht dat ‘s lands economie met dit akkoord nauwelijks geholpen is.

Onderwijl likt Geert Wilders met zijn vrienden de vingers af. De kleurige lollies die hij voor zich opeiste geven overal - tot in Berlijn - vieze vlekken.

Op het CDA-congres wist een ander Limburgs trio (Verhagen, Leerds en Eurlings) met vurige pleidooien dan toch 2 van de 3 aanwezige CDA-ers achter de beide akkoorden te scharen. De Limburgers in de zaal begroetten de entree van hun helden telkens als hooligans in het uitvak hun favoriete voetbalclub. Ze schreeuwen simpelweg harder dan de rest, waardoor ze als minderheid de meerderheid lijken te vertegenwoordigen.

Voorzitter Bleeker doet intussen een poging tot zelfreflectie. Hij wist echter even niet welke Duitse denker hij hier moest parafraseren. “Misschien, lieve vrienden, is onze partij de laatste jaren wel teveel in de ban geraakt door een Freudiaanse drang tot de macht.”

Hij had het niet treffender kunnen stellen.