Het is slechts een van de nieuwe Syrische ramadan-soaps die, in plaats van terug te harken naar een glorierijk verleden, juist de hedendaagse problematiek belichten. ‘Schiet op die honden’, zegt een van de politiemannen in Geboorte vanaf je middel over een groep anti-regime-demonstranten. Moord en ontvoering zijn dagelijkse kost. De serie wordt niet uitgezonden op de staatstelevisie maar is wel via satelliet te ontvangen.

Het is een scherp contrast met de series van weleer. Toen vertolkte de grote publiekstrekker Bab al Hara (‘De deur van de buurt’) de strijd van de Syriërs voor onafhankelijkheid van de Franse bezetter. De serie was in de hele regio populair. Maar de set van Bab al Hara is inmiddels in handen van de rebellen, die spontaan een filmpje online zetten van gewapende mannen die oude gebouwen binnendringen. De regisseur van de serie is naar Abu Dhabi verhuisd. Daar is in de woestijn een oud-Syrisch badhuis nagebouwd waar hij de serie Hammam Shami, over een badhuis in Damascus in de Ottomaanse tijd, verfilmt. Zonder invloed van het Syrische regime.

Andere soaps worden juist ondersteund door de regering. Onder de lucht van ons vaderland filmde overal in Syrië, onder andere in Daraya. Er gaan zelfs geruchten dat het leger zijn operaties daar twee dagen lang stil heeft gelegd zodat de serie afgemaakt kon worden. Rebellen zijn, net als in de staatsmedia, allemaal buitenlanders en ‘terroristen’ en vluchtelingen zitten niet in flats in buurlanden maar in tenten in de woestijn.

Met bijna twee miljoen vluchtelingen is er in Libanon een gretige afzetmarkt voor nieuws van thuis. Het nieuwe leven van de vluchtelingen vormt ook bronmateriaal. We zullen snel terugkeren volgt een gegoede Syrische familie die gevlucht is naar Libanon en toont hun dagelijkse moeilijkheden, van discriminatie tot vervreemding van vader die nog in Syrië is. In de serie spelen zowel voor- als tegenstanders van de revolutie en beide perspectieven komen aan bod. Heba, een jonge religieuze Syrische die uit Damascus is gevlucht, zegt: ‘Van elke scène krijg ik heimwee.’