Meindert Talma en Domela Nieuwenhuis © Henk Veenstra

Eind negentiende eeuw richtte Domela Nieuwenhuis twee bladen op: Recht voor Allen en negen jaar later De Vrije Socialist. Je moet haast wel Meindert Talma heten om daar muziek en liedteksten in te horen, maar het is hem gelukt. ‘Vrijheid voor allen/ Recht voor allen’, zingt Talma, terwijl hij een koor aanvoert. Het swingt en zweept op, en in een ideale wereld zou Talma met dit nummer Nederland vertegenwoordigen tijdens het Eurovisie Songfestival.

Na zijn 22 minuten durende nummer over dammer Jannes van der Wal en kortere over beroemde en minder beroemde voetballers, maar ook over Klaus Kinski en G.B.J. Hiltermann, is Talma nu aangekomen bij opnieuw iemand die hem fascineerde, omdat hij verweven is met de geschiedenis van zijn eigen Friesland en van Groningen, waar arbeiders en boeren hem ‘Onze Verlosser’ noemden.

De Domela Passie is geen ode, want Talma doet niet aan odes, daarvoor is hij te nuchter en ontbeert hij dweepzucht. Talma doet eerder aan muzikale biografieën, waarin hij de geschiedenis vertelt, en deze keer dankbaar gebruikmaakt van de vele religieuze referenties in de taal van Nieuwenhuis, die eindigde als atheïst maar werd geboren als zoon van een predikant, en dat zelf ook een tijd was. ‘Het was een tijd van naamloos lijden’, zingt Talma, een van de vele fraaie tijdsduidingen op De Domela Passie.

Soms is hij de alwetende verteller, soms zingt hij vanuit Nieuwenhuis zelf. In de mooie ballad Jezus kiest hij voor dat laatste perspectief, en zingt hij: ‘Toch was het afscheid van de kerk voor mij ook een bevrijding’, maar ook: ‘Ik nam afscheid van de kerk/ Maar nooit week ik af van Jezus/ Jezus bleef mijn voorbeeld/ Soberheid, belangeloosheid’.

Zo op papier zou je kunnen denken: maar levert dat ook een númmer op? Sterker: een prachtnummer, waarvoor Talma groots heeft uitgepakt, inclusief strijkers en koren, waardoor het refrein naar een gospel neigt, zoals menige grote rockmusical, en minder dan dat is De Domela Passie niet. Het contrast tussen Talma’s vertelzang en de zwierigheid van de koren doet geregeld denken aan Roger Waters en het latere werk van Leonard Cohen.

Mooi zijn ook de korte miniatuurtjes tussendoor. Pianoballad Ik deug niet voor gezelschap en conversatie bijvoorbeeld, waarin Talma een glasheldere zelfanalyse van Nieuwenhuis op muziek heeft gezet, wat een even komisch als innemend effect heeft. ‘Ik heb iets hoekigs, iets onplooibaars in mijn karakter’, en daar strijkers onder.

Het hoogtepunt is het ruim zeven minuten durende Domela!, nu met Talma als alwetende verteller, waarna hij in een filmische beschrijving het dichtst bij een heldenepos komt, en de muziek groots en episch laat aanzwellen. Hij heeft het over Nieuwenhuis’ ‘voorkomen van een apostel’ en zijn ‘Jezuskop’, waarna hij een toespraak van hem citeert. Zelfs in 2020 klinkt die nog als een wervend vergezicht.

Meindert Talma, De Domela Passie (Excelsior). Meindert Talma en zijn band spelen De Domela Passie live op 10 januari (Enschede), 24 januari (Groningen), 8 februari (Austerlitz), 29 februari (Deventer) en 8 maart (Drachten)