
De nazi’s stuurden hem als ‘politiek recidivist’ naar Buchenwald, waar hij houtsnijwerk vervaardigde voor hoge SS’ers. Na de oorlog werd hij in Oost-Duitsland theaterdirecteur en schreef partijpolitieke propaganda. Zijn roman Naakt onder wolven (1958), die de machthebbers aanvankelijk niet zagen zitten, werd een groot succes. Na jaren van armoede ontving Apitz de hoogste staatsonderscheidingen en mocht hij vanuit de ddr afreizen om bijeenkomsten voor schrijvers in het buitenland te bezoeken. Al tijdens zijn leven werden in de ddr scholen, straten en een schip naar hem vernoemd.
In Naakt onder wolven neemt Apitz het waargebeurde verhaal over kampbewoners die een Pools jongetje redden door het verborgen te houden voor de SS als uitgangspunt voor een antifascistische roman. De kampbewoners zijn uit verschillende landen afkomstig, maar met elkaar in solidariteit verbonden. Onder leiding van een communistische verzetsgroep worden ze één en houden ze het driejarige kind met gevaar voor eigen leven uit handen van de nazi’s.
De roman geeft de werkelijkheid in het kamp weer: de bagagekamer, het crematorium, het poortgebouw. Je ziet de gevangenen binnenkomen, hun spullen afgeven en verdwijnen. Apitz beschrijft gedetailleerd de reusachtige schijnwerpers die ’s nachts op het appèlplein schijnen, de barakkenblokken, de badruimte, het grauwe en mensonterende leven in een kamp waar de laatste oorlogsmaanden zoveel gevangenen worden opgenomen dat ook de SS het overzicht verliest.
Uitgeverij Cossee heeft de onlangs in Duitsland verschenen eerste versie van het manuscript uitgebracht. De tegenstellingen tussen goed en fout zijn hierin minder sterk aangezet dan in de versie die in de ddr mocht verschijnen. Daarnaast bevat deze versie enkele passages waaruit blijkt hoe de verzetsstrijders worstelden met hun rol: de ‘blokoudsten’ moeten voor de SS de lijsten voor het transport naar het vernietigingskamp Bergen-Belsen opstellen. De naam Bergen-Belsen ontbrak in de druk die in de ddr verscheen. Het zou afbreuk hebben gedaan aan de heldenstatus die de communistische verzetsstrijders in de ddr genoten.
Ook deze eerste versie van de roman kan de stilistische zwaktes van de schrijver echter niet maskeren. De beeldspraak is soms scheef of ongelukkig (‘als een gas had het evacuatiegerucht zich vermengd met de kamplucht’). Apitz, die een literair monument wilde oprichten voor zijn communistische kameraden, neigt naar pathos: ‘Dood noch nood had het licht in hun ogen kunnen vertroebelen. Fakkels waren het, in de diepte van vernedering gaven ze nog altijd licht. Alleen een schot uit het pistool van een beest in grauw kon die glans tot zwijgen brengen. Maar ook dan zou hij uitdoven als een ster die stil ondergaat, en het donker van de dood zou een zachte sluiter worden die eeuwige schoonheid omhult.’
Vanwege dat pathos en de in haar ogen te simplistische tegenstelling tussen goed en fout noemde Ruth Klüger, de schrijfster die zelf als kind Auschwitz overleefde, Naakt onder wolven een ‘kitschroman’.
Het waren alleen niet zozeer de twijfels aan de stilistische gaven van de auteur die de ddr-autoriteiten aanvankelijk kritisch stemden. Het ging hun om de rol die de communisten in het bestuur van kampen hadden gespeeld. Hun verwevenheid met de nazi’s maakte hen in de ogen van de communistische leiders ongeschikt als morele autoriteit. De hoogste leiders van de sed, zoals Walter Ulbricht, zaten tijdens de nazi-tijd in Moskou; ook om hun machtspositie te behouden was hun er veel aan gelegen de uit tuchthuizen en concentratiekampen teruggekeerde communisten in diskrediet te brengen.
Maar dat inzicht veranderde, en dus kon Naakt onder wolven verschijnen. Het boek sloot aan bij een geschiedschrijving waarin de ddr zich als het ‘betere Duitsland’ op een traditie van antifascisme beriep. Het fascisme zelf en zijn oorsprong, dat was en bleef lange tijd uitsluitend een zaak van het kapitalistische Westen – waar de fascisten immers nog altijd aan de macht waren. In die traditie van heldendom en lichtende voorbeelden staat Naakt onder wolven. Die politieke propaganda maakt de roman voor de lezer van vandaag eerder historisch interessant dan literair overtuigend.
Bruno Apitz
Naakt onder wolven
Vertaald door Marten de Vries. Cossee, 554 blz., € 29,90
Beeld: Cyril Bitton/Polaris/HH