‘Laat ik het nu over de Franse president hebben, onze hoop voor Europa, en mijn waarde vriend.’ Donald Tusk was ruimschoots over de helft van de speech die hij op 13 november hield bij de opening van het academische jaar van het Europa College in Brugge, toen hij over Emmanuel Macron begon. Vanaf dat moment veranderden zijn woorden in de bitse taal, die we intussen van Tusk kennen als het hem ernst is.

Op 1 december geeft Tusk het voorzitterschap van de Europese Raad over aan de Belgische ex-premier Charles Michel. Voor het zover is, wil hij gewaarschuwd hebben. Het begin van het academisch jaar van het Europa College bood daartoe een uitgelezen mogelijkheid, want die ceremonie staat bekend als een kans om historisch te speechen. De felle Brugge-toespraak van Margaret Thatcher in 1988 geldt als de meest iconische.

Tusk refereerde kort aan Thatcher. Hij citeerde uit haar toespraak van toen: ‘Wij mogen nooit uit het oog verliezen dat er ten oosten van het IJzeren Gordijn mensen zijn die ooit ten volle konden meegenieten van de Europese cultuur, vrijheid en identiteit, maar nu zijn afgesneden van hun wortels.’ Twee maanden later was Thatcher te gast in Gdansk en had Tusk ‘het gevoel’ gekregen ‘dat het IJzeren Gordijn op instorten stond’. Tusk nam geen ruimte om hier dieper op in te gaan, ook al speechte hij in de week van dertig jaar na de val van de Muur. De actualiteit dwong hem tot iets anders: een directe dialoog met Macron.

Op 9 december zullen Vladimir Poetin en de Oekraïense president Volodymyr Zelensky naar Parijs komen om te praten over de oorlog in het oosten van Oekraïne. Dat is voor het eerst. Macron heeft dat voor elkaar gekregen. Voor de Franse president moet deze top de bekroning worden van zijn even recente als opzienbarende verzoeningspolitiek richting Moskou. Veel is al voorbereid. Zo zal Angela Merkel zijn hulpje zijn tijdens de top. Maar ook in het diplomatieke is al het mogelijke gedaan. In oktober blokkeerde Macron eigenhandig de start van de EU-toetredingsonderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië. Daarmee brak hij EU-beloftes. De geloofwaardigheid van de Europese Unie in de Balkan was blijkbaar even iets minder belangrijk in Parijs.

Beide waarschuwingen van Tusk aan Macron gingen over Rusland

Dit heeft Tusk geschokt. Vooral ook omdat de Franse president zo graag pleit voor wat hij ‘Europese soevereiniteit’ noemt, ‘groter dan die van onszelf’ en onmisbaar ‘om met onrusten wereldwijd om te kunnen gaan’. Dat klinkt daadkrachtig, maar zoiets als Europese soevereiniteit bestaat niet. Het zijn de lidstaten die soeverein zijn. Die misleiding vindt Tusk niet eens zo problematisch. Het oproepen van beelden en dromen, ook misleidende, hoort nu eenmaal bij politiek. Het wordt pas echt gevaarlijk wanneer je die beelden zelf niet serieus neemt wanneer het er echt om gaat.

Volgens Tusk is één kwestie allesbepalend voor de toekomst van Europa. Dat is niet de euro, niet de migratie en niet de Brexit, maar Rusland. Net als zijn landgenoten vreest Tusk ‘het agressieve beleid van het Kremlin’. Dat is niet zomaar. Deze angst gaat terug op de annexatie van de Krim, Poetins ingreep in Zuid-Ossetië in 2008, het Warschaupact, het Hitler-Stalinpact van 1939, de massamoord van Katyn in 1940, enzovoort, maar ook op de meedogenloze manier waarop Poetin in de Syrië-oorlog door middel van nietsontziende bombardementen vluchtelingen liet stromen alsof hij een gaskraan bediende.

In Brugge had Tusk twee directe waarschuwingen voor Macron. Ze gingen over Rusland. De eerste: ‘Zonder een stabiele Balkan geïntegreerd in het continent geen soeverein Europa. Er zal ook geen soeverein Europa zijn zonder een onafhankelijk Oekraïne.’ Vervolgens kwam hij terug op het veelbesproken Economist-interview van Macron. Daarin heeft de Franse president de Navo ‘hersendood’ genoemd. Hierover begon Tusk niet. Hij wilde het hebben over een ander statement in dat interview: dat Macron het met de Hongaarse premier Viktor Orbán eens is dat ‘we onze houding tegenover Rusland moeten heroverwegen’, en dat ‘hij hoopt’ dat ‘mijnheer Orbán zal helpen de Polen ervan te overtuigen hun standpunt over Rusland te wijzigen’.

Tusk vatte zijn angst, en die van de Polen, samen in vijf woorden: ‘Mijn standpunt alleszins niet, Emmanuel.’ Daarna was het tijd voor de borrel, met Franse drankjes.