Hildebrand Van Loonschool in Amsterdam-Zuid
Wereldwijs in Amsterdam-Zuidoost

07.42 uur, Amsterdam-Zuid
Jojanneke Mulder (26), de leerkracht van groep 6, haalt een kop zwarte koffie in een verder lege lerarenkamer van de Hildebrand Van Loonschool. Daarna loopt ze de trap op, komt juf Marieke van groep 8 en Louise de conciërge tegen, en neemt vervolgens op de tweede verdieping plaats in haar lokaal. Ze kijkt even snel naar het rooster van deze dag, neemt nog een keer de aardrijkskundeles die ze later die dag zal geven door en wijst op kunstige slingers die her en der in de klas zijn opgehangen. ‘Dat hebben ze laatst gemaakt toen we in de Hermitage waren. Geweldig toch? Daar gaan we elk jaar heen en dat is zo leuk en leerzaam.’

De Hildebrand Van Loonschool in Amsterdam-Zuid haalt volgens de datavergelijkingswebsite Allecijfers.nl de hoogste Cito-score van alle Amsterdamse basisscholen. Liefst zeventig procent van de leerlingen stroomde in 2018 uit naar het vwo, terwijl dat gemiddeld in Amsterdam 25 procent is.

08.25 uur, Amsterdam-Zuidoost
‘We gaan beginnen…!’ roept juf Lisa enthousiast tegen de 26 leerlingen van groep 5a. Ze gaan rechtop zitten, draaien hun stoel naar Lisa.

‘Goedemorgen lieve kinderen…’

‘Goedemorgen juffrouw’, antwoordt de klas in koor. Lisa wijst op het bord, waarop staat wat ze vandaag gaan doen. ‘Wat een drukke dag juffrouw’, zucht Rebecca die bij het raam zit. Ook de anderen zuchten. ‘We gaan het gewoon proberen’, zegt Lisa opgewekt.

Van basisschool Wereldwijs in Amsterdam- Zuidoost ging volgens dezelfde bron in 2018 rond de vijftig procent van de leerlingen naar het vmbo of lager – waarvan bijna viervijfde naar het speciaal-praktijk- of kader-onderwijs – en slechts zeventien procent naar het vwo.

08.36 uur, Zuid
De eerste kinderen arriveren en geven bij binnenkomst een hand aan juf Jojanneke. ‘Goedemorgen, Mika. Alles goed kerel?’ vraagt ze. Ongeveer de helft wordt afgezet door een ouder. De moeder van Lia hoort dat er een journalist in de klas is. ‘Er komen geen namen in het artikel, mag ik aannemen? Nee, oké, dan is het goed.’

Uit het vorige maand verschenen rapport De staat van het onderwijs blijkt opnieuw dat het voor de uitstroom veel uitmaakt wáár een school staat. ‘Basisscholen zijn vooral gesegregeerd naar opleidingsniveau van de ouders’, zo valt te lezen. ‘Dit zien we met name bij academisch geschoolde ouders: hun kinderen gaan vaker naar scholen waar vooral kinderen met andere academisch geschoolde ouders zitten. Verder stijgt de segregatie naar inkomen, terwijl de etnische segregatie daalt.’ En: ‘De voorwaarden voor gelijke kansen lijken iets te verbeteren; er zijn meer dubbele adviezen en leerlingen klimmen vaker op binnen het voortgezet onderwijs (“diploma’s stapelen”). Toch blijft kansenongelijkheid bestaan. Zo hebben middelbare scholieren in het praktijkonderwijs en de basisberoepsgerichte leerwegen vooral laagopgeleide ouders en hebben vwo’ers vooral hoogopgeleide ouders.’

08.45 uur, Zuidoost
‘Pak jullie boekjes, we gaan eerst even lezen.’ Lisa zet de klok op het digibord op een kwartier. De kinderen pakken hun boek – Donald Duck, Fantasia III, Aladin, Het leven van een loser – uit de la van hun tafel. Met hun vingers bij de tekst beginnen ze in stilte te lezen. Serieus voorover gebogen, sommigen prevelen zachtjes mee.

Lisa Peperkamp (31) geeft les aan zowel groep 5 als groep 4. Eigenlijk is 4 haar eigen klas, daar staat vandaag een stagiair – ‘zonder onderwijsbevoegdheid’, aldus Lisa. Ze valt zelf sinds januari al in voor een langdurig zieke collega van groep 5a. Daarom heeft ze haar week verdeeld: twee dagen geeft ze les aan 5a, drie dagen aan haar eigen groep 4. Voor beide klassen is ze verantwoordelijk. ‘Alles ligt op mijn schouders.’

Ze wijst fluisterend twee kinderen aan die zich moeten melden bij de rekenmoeder in een ruimte ernaast, om de lage tafels te oefenen: van twee tot en met vijf. ‘Ik offer me op door deze klas erbij te nemen, dan verwacht ik ook van ouders een constructieve houding.’ De klas heeft in de afgelopen maanden een achterstand opgelopen. ‘Er zijn grote verschillen onderling, vooral op het gebied van rekenen.’

‘Die Cito-score?’ zegt directeur Paula Hoonhout. ‘Wat zegt dat?’ Je zou volgens Hoonhout beter naar de vaardigheidsgroei kunnen kijken. ‘Dat is voor ons veel belangrijker. Wat was hun beginsituatie? Kinderen komen hier vaak op school met een taalachterstand, hebben sociaal-cultureel minder meegekregen. Zuidoost is een van de grootste multiculturele smeltkroezen ter wereld. Dat betekent dus ook een complexe populatie op school. Het gaat erom hoeveel een kind zich gedurende de jaren dat het op school zit ontwikkelt.’ En daarover kan ze één ding met zekerheid zeggen: ‘Onze kinderen scoren boven het landelijk gemiddelde op groei.’

08.47 uur, Zuid
De klas is verdeeld in twee groepen van vijftien: de ene helft gaat naar beeldende vorming, de andere blijft bij juf Jojanneke om aan een businessplan te werken.

In het bevo-lokaal zit meester Daan (31) de kinderen op te wachten terwijl hij de laatste happen neemt van zijn bakje yoghurt met muesli. De leerlingen gaan vandaag de bruggen afmaken waar ze in de weken hiervoor al aan hebben gewerkt. Ze nieten, boren, schroeven en plakken aan onder meer een boogbrug, een hangbrug en een tuibrug. Meester Daan loopt rond, volledig ontspannen. ‘Ik zou toch anders zagen’, zegt hij tegen Mika. ‘Anders heb je straks misschien geen vinger meer.’

Hij geeft de kinderen veel vrijheid en vertrouwen om zelf uit te vinden hoe iets werkt. ‘In principe mogen ze bijna alles in de klas. Kinderen die later instromen hebben daar in het begin ook moeite mee. Mag dit allemaal? zie je ze denken. Ja, dat mag hier.’

09.00 uur, Zuidoost
‘Oké, leg de boeken maar weg’, zegt Lisa die zich weer op de klas richt. ‘We gaan naar het dictee.’ De wisbordjes – witte geplastificeerde velletjes waar je met een zwarte stift op kunt schrijven en dat weer uit kunt wissen – worden uitgedeeld. ‘We gaan vandaag werken aan de au of ou, de onthoud-woorden’, noemt Lisa die.

‘Vanavond gaan we uit eten in een restaurant’, dicteert Lisa. ‘Schrijf op: “restaurant”.’ De kinderen duiken over hun wisbordje heen, Lisa telt af: ‘Drie, twee, één… houd de bordjes maar omhoog.’

Een enkeling schrijft ‘restorant’, Lisa corrigeert het. De groezelige plasticjes worden enthousiast weer uitgeveegd.

‘Ik ben de juffrouw van groep 4 en 5, schrijf op: “juffrouw”.’

‘… twee, één… laat maar zien. Amel, bordje onder je kin. ‘“Jufvrouw” is niet goed…’

09.16 uur, Zuid
‘Weet je wat’, zegt meester Daan. ‘Volgens mij krijgen jullie het niet af, dus ik geef jullie nog een half uur.’

09.25 uur, Zuidoost
‘Nu even stil’, zegt Lisa. Ze legt een vinger op haar lip en steekt een vinger omhoog. ‘Thyrsah, Ksenija, Noah, Rogerio, Noemia, jullie mogen een iPad halen…’ Ze wijst naar de kar met iPads voor in de klas die ze net uit de gangkast gehaald heeft – er zijn er in totaal veertig voor de hele school. ‘We gaan ipc doen!’ roepen de kinderen enthousiast, International Primary Curriculum, een digitale onderwijsvorm waarbij kinderen in een ‘unit’ leren en aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, maatschappelijke vorming aansluiten bij een thema. Groep 5 is nu bezig met ‘wonen en huizen’, eerder hebben ze al onderzocht hoe je op Funda naar woningen kunt zoeken, nu kijken ze naar andere landen. Hoe wonen mensen? Waarvan zijn de huizen gemaakt? Hoe duur is een huis in een land? Opgewonden delen de kinderen de iPads uit.

Ze formeren groepjes van twee of drie, zoeken hun grote vel papier uit de stapel waar ze de vorige les al mee waren begonnen. Elk groepje heeft een eigen land. Zoals Marokko – ‘daar ga ik elke zomer heen’ –, Zuid-Korea – ‘daar waren we wel benieuwd naar’ –, Servië – ‘daar kom ik vandaan’ –, Ghana – ‘daar zijn de huizen van klei, en je kunt er heel lekker eten, mijn moeder maakt dat elke dag’, zegt Rebecca.

Lisa: ‘Kinderen voor de tafels van 6, 7, 8 en 9 naar de rekenmoeder…’

Of Suriname – ‘wat is het adres van het duurste huis?, ik weet dat van mijn oom…’ De kinderen tikken hun vragen op de iPad in – ‘Een slavenschip verging op 23 augustus 1869’, leest Jenneley op Wikipedia –, de kleuren van de vlag, de prijs van het duurste huis, ‘iets met heel veel nullen…’ ‘Het belangrijkste is hun betrokkenheid’, zegt Lisa terwijl ze de klas rondkijkt. ‘Dat ze leren vragen te stellen, maar ook waar ze dingen kunnen vinden, op internet, in een boek, we nodigen regelmatig experts uit.’

Wereldwijs heeft het predikaat ‘excellent’ gekregen van de Onderwijsinspectie vanwege het ‘formatieve assessment’ dat ze als leermethode gebruiken. ‘Daarin zijn we uniek’, zegt directeur Hoonhout. Formatief is ontwikkelingsgericht onderwijs, prestaties van leerlingen worden daarbij niet vergeleken met die van anderen, maar met eerdere, eigen resultaten. Assessment zegt iets over de manier waarop je de kinderen helpt bij dit leerproces, bijvoorbeeld door feedback te geven, vragen te stellen, het leerdoel helder te maken. ‘Succesvol leren is hierbij de basis’, zegt Hoonhout. ‘We stimuleren leerlingen nieuwsgierig te zijn, samen te werken, goed na te denken, zichzelf te verbeteren, niet op te geven, we geven ze ruimte om fouten te maken.’

Hildebrand Van Loonschool in Amsterdam-Zuid
Wereldwijs in Amsterdam-Zuidoost
‘Niet ­neuriën, stil, geen gerommel… pagina 32 van 'Waar is Mees?'’

09.45 uur, Zuid
‘Neem even vijf minuten de tijd’, zegt meester Daan. ‘Om met je groep te bespreken wat goed ging en wat de volgende keer beter kan.’ Elk groepje wijst iemand aan die klassikaal het woord gaat voeren. Ze gaan in conclaaf, de een wat fanatieker dan de ander. Julia steekt haar hand op en werpt zich op als woordvoerder. Wat volgt is een betoog over de goede taakverdeling en dat enkele details (‘zoals de pijlers’) beter kunnen, een ander kind begint een verhandeling over de brug, maar volgens meester Daan hebben ze niet goed samengewerkt en dat was juist de opdracht.

10.10 uur, Zuidoost
Ksenija is vandaag negen jaar geworden en mag op de kruk staan voor de klas. ‘Wat heb je van papa en mama gekregen?’ vraagt Lisa.

‘Een set kleurstiften en een groot blok met vellen papier’, zegt ze verlegen – ze heeft de stiften al de hele ochtend onder haar arm geklemd. ‘En een lieve tekening van mijn broertje.’

Dan begint de klas te zingen. ‘Er is er een jarig…’, eerst gewoon, dan heel zacht en dan heel hard: ‘Hieperdepiephoera!’ Ksenija deelt met twee vriendinnetjes haar traktatie uit, de rest van de klas doet de ogen dicht. Haar moeder heeft bajadera gemaakt: Servische zoetigheid, legt ze uit, een stukje nougat met walnoten en chocolade, in elk stukje een prikkertje. Een jongen probeert blind vast te voelen wat er voor hem ligt.

Terwijl de kinderen buiten spelen, heeft Lisa vijf minuten pauze, ze gaat even aan tafel in de lerarenkamer zitten. Daarna gaat ook zij naar het speelplein, vanaf een bankje let ze op de kinderen. Ze werkt al negen jaar hier op school. ‘Kinderen hier willen het graag goed doen’, zegt ze. ‘Zich ontwikkelen, dat maakt het leuk.’

10.17 uur, Zuid
Vier meisjes uit de klas komen naar juf Jojanneke en doen een geïmproviseerd dansje. ‘We noemen het de kippendans’, zeggen ze en lopen lachend weg. Een ander groepje doet Rood, een zelfbedacht spel waarbij niemand op de roodgekleurde tegels op het schoolplein mag lopen. Twee kinderen botsen met de hoofden tegen elkaar, waarbij Lieke wat tranen laat. ‘Laat haar maar even bij mij komen’, zegt juf Jojanneke tegen medeleerlingen.

In de kamer van de directeur van de Hildebrand Van Loonschool hangen klassenfoto’s van alle groepen 8 vanaf de tijd dat Emma Lieske daar in 1976 als ‘gewone’ leerkracht begon en er nog veel kinderen van Surinaamse ouders op school zaten. Hoe recenter de klassenfoto’s, hoe witter de klas. Ze vindt het geen goede ontwikkeling. ‘Je wilt natuurlijk een afspiegeling zijn van de maatschappij, ook omdat het voor de kinderen het best is om op te groeien met kinderen uit allerlei milieus. Maar we zijn een afspiegeling van de buurt, waardoor voor veel kinderen sociale ongelijkheid een ver-van-hun-bed-show is. Nu proberen we ze in aanraking te laten komen met armoede en andere culturen door er extra aandacht aan te besteden tijdens de lessen.’

10.30 uur, Zuidoost
‘Open jullie boekjes, we gaan estafettelezen’, zegt Lisa als iedereen weer binnen zit. ‘Niet neuriën, stil, geen gerommel… pagina 32 van Waar is Mees?’ Lisa begint te lezen. ‘Nu jij Naiem.’

10.31 uur, Zuid
Terwijl de kinderen in stilte hun fruit eten en water drinken, kijken ze naar het Jeugdjournaal, met eerst beelden van een brandende Notre-Dame, dan volgt de stelling van het Jeugdjournaal: leren voor de eindtoets is onzin. Juf Jojanneke vraagt wie het daarmee eens is en waarom. Julia vindt het inderdaad onzin. ‘Het is alleen om te toetsen, dus het heeft geen zin om je voor te bereiden.’ Lodewijk is het er niet mee eens. ‘Het is altijd goed om je voor te bereiden, want dan worden de zenuwen ook minder.’

Dat haar school de hoogste Cito-score van Amsterdam heeft, zal directeur Emma Lieske nooit uit zichzelf zeggen. ‘Omdat ik het niet relevant vind en ik ook moeite heb met die titel; het vertelt namelijk niet het hele verhaal. Het is ook geen manier om de kwaliteit van een school te toetsen en het is niet per se onze verdienste. Het is dan ook zeker niet zo dat wij per se het beste onderwijs bieden, een school in Zuidoost kan veel beter zijn. Je kunt ons hoogstens vergelijken met soortgelijke scholen in de directe omgeving, waar ook vooral kinderen met hoogopgeleide ouders zitten.’

10.45 uur, Zuidoost
‘Ik vind dat alle kinderen op school roze kleding moeten dragen’, stelt juf Lisa. ‘Roze is gezellig en dat staat iedereen, als we allemaal hetzelfde dragen, herkennen we elkaar…’

‘Boeeeeh!’ klinkt het luid uit de klas.

‘Wat is een betoog?’ vraagt Lisa.

‘Stukje tekst waar mensen…’, probeert Tessel.

‘Stukje tekst waarin staat wat je vindt en dan mensen overtuigen’, maakt Tiana af. >

De kinderen gaan in stilte werken, ze buigen zich weer over hun schriften voor taal 1. Als ze een vraag hebben, moeten ze een blokje met een vraagteken op tafel leggen. Lisa loopt langs de tafeltjes, leest her en der wat ze schrijven, verbetert of geeft een krul. Ze kijkt nooit meer achteraf na, direct feedback geven, daar leren de kinderen volgens haar veel meer van.

‘Ik zie Zamora goed werken…’, zegt Lisa tussendoor.

‘Wat betekent helder?’ vraagt Cherise.

Hildebrand Van Loonschool in Amsterdam-Zuid
Wereldwijs in Amsterdam-Zuidoost

10.45 uur,Zuid
Er wordt gezamenlijk gelezen door de groep die bij juf Jojanneke zit, die vervolgens van Amber wil weten wat een catastrofe is. ‘Iets dat verschrikkelijk is, een ramp, het is een Frans woord’, antwoordt ze vanuit haar schoolbank. Onverschrokken? Uitjouwen? En wat is het verschil tussen een medaille, een lintje en een onderscheiding? ‘Mijn opa’, zegt Lyn, ‘heeft een lintje.’

Zonder aankondiging staat juf Jojanneke op en zegt: ‘Doe mij na.’ Ze begint verschillende ritmes te trommelen en de hele klas volgt.

11.17 uur, Zuidoost
De kinderen pakken hun andere schriftjes, werken zelfstandig aan staartdelingen, optellen en aftrekken. Sommigen lopen naar het raam waar ze zich kunnen ‘inschalen’; ze moeten zelf aangeven op welk niveau ze zijn met rekenen. Drie kinderen die uitleg willen van juf Lisa gaan vooraan zitten, bij het digibord. ‘Ik zie bij Daantje een heel goede werkhouding…’, zegt Lisa tussendoor.

11.19 uur, Zuid
Pannenkoeken: hoeveel moeten ze er verkopen en voor hoeveel geld om genoeg winst te maken? Het staat allemaal in het businessplan dat de klas heeft opgesteld. De afspraak is dat de helft van het geld dat ze ophalen met hun zelfgebakken pannenkoeken mag worden gebruikt om iets voor de klas te halen en de andere helft moet worden geschonken aan een goed doel. Met het geld dat ze hopen te verdienen willen de kinderen uit groep 6 óf een nieuwe zitzak, een nieuwe bezem, tekenboeken, óf spelletjes kopen. ‘Het is stiekem gewoon een rekenles’, zegt Jojanneke. ‘Maar een businessplan klinkt spannender en uitdagender.’

Jojanneke is een Twentse en heeft de academische pabo in Groningen gedaan, waar ze ook een master pedagogische wetenschappen haalde. Ze wist als kind al dat ze leerkracht wilde worden.

‘Je moet volgens mij proberen kinderen lol te laten krijgen in leren, interesse opwekken in de leerstof. Daarvoor ben je ook afhankelijk van begeesterde leerkrachten’, zegt directeur Emma Lieske. ‘Wij hebben het geluk dat we heel goede docenten hebben kunnen aannemen, die soms universitair geschoold zijn of zij-instromers die hoogopgeleid zijn in een ander vak. Die kiezen voor ons omdat we ze iets te bieden hebben: ze kunnen hier op school hun eigen lessen bedenken, omdat de standaard boeken te makkelijk zijn voor onze leerlingen. Daarom hebben we ook veel vakleerkrachten die met halve klassen aan de slag gaan.’

12.00 uur, Zuidoost
Ze rennen naar de gang om hun tassen te halen. Terwijl ze daarna hun boterham eten, leest een voorleesmoeder voor uit Roald Dahl. Daarna mogen ze buiten spelen.

Lisa gaat naar de lerarenkamer. Ze houdt niet van dat heel strakke lesgeven, zegt ze, ze is misschien wat losser dan anderen. Ze wordt er vooral blij van als ze merkt dat de kinderen beter worden, dat ze trots zijn op zichzelf. ‘Daar wil ik graag aan bijdragen.’

12.03 uur, Zuid
‘Vind jij juf Jojanneke ook de liefste juf van de hele wereld?’ vraagt Noor, voordat ze zich met een kleine sprint weer bij haar vriendinnen voegt. Vandaag blijft groep 6 tussen de middag niet op school, maar eten ze op het Museumplein, dat op slechts een paar minuten lopen ligt. Daar wachten twee ‘meesters’ van Kidzmovement, die daar elke middag kinderen van de HvL vermaken. Vandaag mogen ze met de bumperball, een grote bal waar de kinderen in kunnen om vervolgens tegen elkaar aan te botsen. ‘De helft kan zijn broodje eten, deze groep mag in een bal’, zegt Maurice van Kidzmovement. Het overblijven wordt betaald door de ouders.

‘Vind jij juf Jojanneke ook de liefste juf van de hele wereld?’

‘De ouders op onze school zijn super betrokken’, zegt Lieske. ‘Als we naar een museum gaan, zoals laatst naar de Hermitage, melden zich meteen meer dan tien ouders om mee te gaan. Zo gaat dat ook bij schoolreisjes. Onze ouders hebben vaak ook beroepen waarbij dat kan, je eigen agenda inplannen. Toen mijn kinderen nog klein waren, kon ik als leerkracht echt niet altijd mee. Het schoolbestuur bestaat ook uit ouders, die zijn heel kundig en kunnen dat. We hebben een ouderbijdrage van 225 euro. Die is vrijwillig, maar wordt door bijna iedereen betaald.’

12.15 uur, Zuidoost
Lisa let vanaf haar bankje op het speelplein op de groepen 4, 5 en 3. Twee meisjes komen giechelend vragen of ze een paardenbloem in hun haar wil doen…

Hildebrand Van Loonschool in Amsterdam-Zuid
Wereldwijs in Amsterdam-Zuidoost

Het tekort aan arbeidskrachten is een groot probleem op school. Het is niet dat de school daar bewust voor kiest. Al twee jaar krijgen ze op vacatures geen enkele reactie. Ook in De staat van het onderwijs 2019 is het een belangrijk punt van zorg dat scholen met een ‘uitdagende leerlingpopulatie’ veel meer moeite hebben met het vinden van leraren. ‘Het lukt alleen via bekenden of met een stagiaire die blijft hangen’, zegt Hoonhout. En de voorspelling is dat het nog nijpender wordt. In de toekomst zal ze misschien klassen naar huis moeten sturen, of samenvoegen. Groep 8 wordt na de meivakantie bijvoorbeeld samengevoegd. ‘De leerkrachten die we hebben zijn zo bevlogen en zo goed, juist omdat ze zich hier volledig moeten inzetten. Als je het makkelijk wilt hebben ga je hier niet werken.’

Liza roept haar klas bij elkaar. Samen lopen ze naar een ander gebouwtje voor de les beeldende vorming – ‘bevo’ voor de kinderen.

‘Goedemiddag juffrouw Francine’, roepen ze als ze allemaal rondom een van de vier grote werktafels zitten.

‘Weten jullie nog waar we mee bezig waren?’ vraagt juf Francine. ‘Hoe heette dat ook al weer in Brazilië, die krottenwijken?’

‘Recycle-huizen noemden jullie dat…’, helpt juf Lisa.

‘Favas…’, mompelt Tiana. ‘Bijna’, zegt Francine. ‘Favela’s, allemaal huisjes bij elkaar.’

Vorige week hebben ze van karton de daken en de muren gemaakt, vandaag gaan ze verder met de details; een waslijntje, trappen… Juf Francine laat zien hoe je van karton een luifel kunt knippen en vastlijmen.

‘Rogerio, heb je wel geluisterd?’

‘Ehhh, nee.’

‘Abrar, leg het hem even uit…’

De kinderen zoeken in groepjes hun eigen kartonnen huisje terug. Ze knippen, vouwen en lijmen. ‘Mijn huis is de grootste…’, zegt er een. ‘Ik bouw een villa.’

‘Rogerio en Lucas, ik zie geen serieuze werkhouding’, zegt Lisa tussendoor.

‘Ik woon in een flat’, zegt een ander, terwijl haar huisje steeds schever gaat hangen. ‘Later wil ik in een echt huis wonen, dan kun je stampen zonder dat de buren klagen…’

‘Juf!’ roept een van de meisjes. ‘Mag ik de gordijnen laten zien die ik heb gemaakt?’

Na een half uur moeten ze alles weer opruimen. Ook dat gaat weer geordend: iemand doet de potloden, een ander de scharen, weer een ander de bakjes lijm, en de mesjes. ‘Karton moet van de vloer, in de bakken doen’, zegt Francine. De kinderen kruipen over de grond, rennen door de klas. Juf Francine maakt het stilteteken… vinger op lippen, vinger omhoog. Ze lopen in rij terug naar de eigen klas.

13.03 uur, Zuid
Er heerst een serene rust in het lokaal en de kinderen zitten voor zichzelf een boek te lezen. Lieke, die net als een handvol klasgenoten in hockeykleding naar school is gekomen, zit achter in de klas en leest Harry Potter, boeken uit de Kippenvel-serie blijken populair, maar ook strips worden gelezen. De een zit op tafel, de ander hangt in een stoel en weer een ander ligt languit op een zitzak. Jojanneke: ‘Er mag veel, omdat er ook veel kan, want de rust in de klas wordt niet verstoord.’

Vandaag geen filosofielessen maar colleges aardrijkskunde en Engels. De zaakvaklessen heten hier colleges en die komen hier niet uit een boek, maar zijn gemaakt door de eigen leerkrachten. De helft van de klas is naar Engels, de rest krijgt van Jojanneke een Bosatlas en moet daarin antwoorden zoeken op vragen als: hoeveel meter ligt Breda boven of onder zeeniveau? Hoeveel uren zon heb je in juni, juli en augustus op de Waddeneilanden?

De filosofielessen zijn in het kader van burgerschapsonderwijs, zegt Lieske. ‘Het is een vrij onderdeel van meerdere vakken en wij vullen die vanaf groep 4 onder andere in met lessen filosofie. Daarin krijgen de leerlingen democratische waarden mee.’ De Hildebrand Van Loonschool is een christelijke school. ‘We zeggen niet dat iemand moet geloven, maar laten kinderen kennismaken met verhalen uit de bijbel. Dat doen we op maandag, als we met alle klassen in de aula verzamelen voor de weekopening. Elke week verzorgt een andere leerkracht een verhaal uit de bijbel of een ander verhaal dat past bij het thema.’

13.55 uur, Zuidoost
De kinderen gaan klaarstaan voor de dagsluiting – Wereldwijs heeft een continurooster, wat betekent dat de school elke dag om 14.00 uur uitgaat. Juf Lisa zet op het digibord de YouTube-video klaar van Kinderen voor kinderen: de Pasapas. Sommige kinderen blijven zitten, anderen dansen enthousiast met de pasjes mee.

‘Vonden jullie het een leuke dag?’ vraagt Lisa daarna.

‘Jaaah’, klinkt het in koor.

‘Weten jullie nog in het begin van de dag? Dat jullie het zo veel vonden. We hebben het allemaal gedaan… Een schouderklopje voor jullie zelf.’

De kinderen slaan zichzelf zachtjes op een schouder, zetten daarna de stoelen op tafel, lopen naar de deur en geven juf Lisa een hand.

‘Vmbo’ers worden altijd gezien als tweederangs’, zegt directeur Paula Hoonhout. ‘Maar het ligt niet aan hun intelligentie.’ Ze kan zich er kwaad om maken. ‘We hebben soms te maken met gezinnen waar kinderen echt niets meekrijgen, die nog nooit van Van Gogh hebben gehoord, niet weten wie de premier is.’ Pas als je condities schept voor succesvol leren, zorgt dat volgens de Wereldwijs-directeur voor kansengelijkheid. ‘Cijfers wijzen uit dat leerlingen van het vmbo het minst lang doorleren, ook vanwege een zeer laag zelfbeeld. Wij proberen zelfbewuste, nieuwsgierige, onderzoekende twaalfjarigen van school te laten gaan, met veel bagage voor een leven lang leren. Dat is kansengelijkheid, niet het percentage kinderen dat naar het vwo gaat.’

14.35 uur, Zuid
De groep die net aardrijkskunde heeft gehad, loopt naar het lokaal waar juf Lucy ze staat op te wachten. ‘Hello, group 6’, zegt ze. Juf Lucy komt uit het Verenigd Koninkrijk en spreekt alleen Engels met de kinderen. Het is drukker in de klas dan bij juf Jojanneke, die vandaag haar stem niet heeft hoeven verheffen. Het thema is Pasen, wat is Pasen eigenlijk, wil juf Lucy weten. Meerdere kinderen steken hun vinger op. Marloes legt in prima Engels uit dat wordt gevierd dat Jezus opstond uit de dood, maar komt niet op het Engelse woord geloof. ‘Faith’, zegt juf Lucy. ‘Like the song of Ariana Grande.’

15.14 uur. Juf Jojanneke begint ritmes te klappen en trommelen, de hele klas doet haar na. De dag zit erop en de kinderen lopen rustig de klas uit, naar de hockeytraining.

‘Tot morgen!’


De namen van de kinderen van de Hildebrand Van Loonschool zijn op verzoek van de ouders gefingeerd
Alle bovenste foto’s zijn van de Hildebrand Van Loonschool in Amsterdam-Zuid, de onderste van Wereldwijs in Amsterdam-Zuidoost