De man betreedt het toneel met een plastic boodschappentasje. Van een Spaanse supermarkt; ‘Dia’ staat erop. De man roept ene Robbie. Maar hij is alleen, op een sober vormgegeven kampementje: een doek over een scheerlijn als tentje, een campinggasje en een klapstoel. Als de man even z’n ogen sluit, vindt hij Robbie in zijn verbeelding, zijn herinnering misschien. ‘Gelukkig’, zegt de man. ‘Nu heb ik je weer in het vizier.’

Het woord ‘vizier’ duidt op de jagersblik van de man. In Menú del Dia (dagmenu) verplaatsen toneelschrijver Rob de Graaf en acteur/theatermaker Marien Jongewaard zich in een pedoseksueel die op de vlucht is. Bijzonder is dat seks geen rol speelt bij het inkijkje in diens binnenwereld en belevenissen. Op een uitgestorven Spaanse camping vertelt de man over zijn ontmoetingen met Robbie, en over de kille leegte van zijn solistische bestaan die Robbie opheft als hij het jongetje bij een zwembad in zijn vizier krijgt. ‘Kan een mens dronken worden van spelende kinderen? Van dat je iets ruikt en dat je weet dat dat leven heet? Jij merkt dat allemaal niet, Robbie, want jij bent het.’ De man ziet zijn eigen eenzaamheid weerspiegeld in het kind. Vindt begrip bij het jongetje dat als enige naar hem luistert. En in de voorstelling vertegenwoordigt het publiek dat kind, want Jongewaard houdt ons gevangen met zijn blik vol dwingende hunkering en met de zoekende, half afgemaakte zinnen die zijn gedrag moeten verklaren. ‘Je gelooft me toch wel? Jij wel toch?’

Dat levert een verwarrende, beklemmende ervaring op. Rob de Graaf is namelijk een meester in het optekenen van drogredeneringen en innerlijke tegenstrijdigheden. Ongewild voel je mee met deze opgejaagde en geluk najagende figuur, die stelt dat alles in vrijheid moet gebeuren. ‘Jij weet dat ik altijd heel voorzichtig ben en geduldig. Dat ik nooit vraag, maar wacht op wat ik krijg.’ De man heeft het jongetje nooit aangeraakt, want ‘afstand is heilig’, maar hij kan het niet aan als Robbie afstand van hém wil nemen. De combinatie van Rob de Graaf en Marien Jongewaard, die stamt uit de tijd van hun gezamenlijke theatergroep Nieuw West, zorgt altijd voor theater waarbij woorden werkelijk iets teweegbrengen. Jongewaard weet als geen ander weg met De Graafs zachte verpakking van machteloze woede-op-de-wereld. Hun fascinatie ligt bij de pijn die aan de oorsprong ligt van het kwaad: in hun toneelfiguren herkennen we neonazi’s, brandstichters, moordenaars zoals Joran van der Sloot en nu Jos B.

Zonder het pathos die hij ook kan tentoonspreiden, maar door zich maximaal te verbinden met elke opkomende gedachte en elk opgeroepen beeld, brengt Jongewaard deze nachtmerrieman dichterbij dan je zou willen. Roy Peters van De Gemeenschap onderstreept dit met zijn sobere regie waarbij zelfs het geluid van vogels – een kloppende specht – omineus klinkt. De dansant gestileerde arrestatie van de voortvluchtige op het eind is een terugkeer naar het recht en de moraal.

T/m 22 mei in Bellevue Amsterdam, tournee: degemeenschap.nu