Barcelona – Het antwoord van de Spaanse regering liet een week op zich wachten, ondanks de ernst van het schandaal en de deining in de internationale pers. Volgens de Canadese experts van CitizenLab ging het om het omvangrijkste geval van politieke cyberspionage dat zij wereldwijd ooit hadden aangetroffen. Ten minste 65 Catalaanse bestuurders van onafhankelijkheidspartijen, parlementariërs, activisten, journalisten en advocaten werden jarenlang begluurd door hun smartphones te infecteren met Pegasus, een verfijnd spyware-programma van de Israëlische NSO Group. Dat onthulde The New Yorker vorige week maandag.

De telefoons werden meermalen aangevallen met Pegasus of Candiru, eveneens Israëlische spyware. Dit laatste programma kan ook bestanden verwijderen en toevoegen, wat bijvoorbeeld handig kan zijn als je iemand van misdrijven wil beschuldigen die hij of zij niet heeft gepleegd.

Wie zit er achter deze ‘flagrante schending van de burgerrechten’, zoals The Washington Post het noemt? Volgens de Catalaanse premier Pere Aragonès ‘hoef je geen Sherlock Holmes te zijn’ om de Spaanse staat ervan te verdenken. nso verkoopt Pegasus alleen aan regeringen, een medewerker van de firma heeft bevestigd dat Spanje klant was en bronnen uit de Spaanse geheime dienst cni erkenden dat zij over deze spyware beschikten. Meer bewijs: de cyberaanvallen vielen samen met belangrijke politieke gebeurtenissen, zoals de gesprekken tussen Aragonès en Pedro Sánchez over steun van de Catalanen aan een linkse minderheidsregering in Madrid.

De kans is dus groot dat premier Sánchez zelf ook is afgeluisterd. Toch toonde hij niet de minste verontwaardiging, wat de vraag opriep of hij ervan op de hoogte was. In tegenstelling tot hun Catalaanse en buitenlandse collega’s bleken de Spaanse media nauwelijks geïnteresseerd. Zo kon de regering zich een week lang beperken tot de mededeling dat Spanje een voorbeeldige rechtsstaat was waar niet illegaal gespioneerd werd.

Zondag kwam het echte antwoord, nadat de Catalanen hadden laten weten dat de doofpot weleens het einde van de regering zou kunnen betekenen. Het kabinet had de ‘ondubbelzinnige wil om de feiten op te helderen’, zei minister Félix Bolaños. Hoe? Via een intern onderzoek binnen de spionnenclub cni, een onderzoek door de ombudsman (partijgenoot van Sánchez) en door de toezegging van ‘medewerking van de regering aan eventuele rechtszaken’. Erg overtuigend klonk het allemaal niet.