Opeens zit het in Red Dead Redemption, een computerspel in het westerngenre, van Rockstar Games. Red Dead Redemption was waarschijnlijk de meest geroemde game van 2010, en hoewel games vaak worden gezien als simpel vermaak, in de culturele hiërarchie ergens bungelend onder actiefilms en tekenfilmseries, geldt dit als hét bewijs dat dat niet zo hoeft te zijn. De game is een filmisch geheel, de humor is hard en scherp, het verhaal origineel en het behandelt zonder enige clichés het thema van mensen die overbodig worden in een snel moderniserende wereld.




  1. Het laatste stukje van de American Frontier verdwijnt. Je speelt John Marshton, voormalig bendelid, die door de overheid wordt gedwongen zijn oude, bank overvallende vrienden op te sporen en te grijpen. Voor dat je lukt rijd je tientallen uren door een perfect geanimeerde wereld die op het Amerikaans-Mexicaanse grensgebied lijkt, met canyons met coyotes en bossen met grizzly’s. Uiteindelijk spoor je het laatste bendelid op, en na een schietpartij stort hij zich in een afgrond. De politie geeft je je vrijbriefje om naar je gezin terug te rijden.

Het is geen animatiesequentie; de gamer bestuurt Marshton nog steeds zelf, maar opeens klinkt een gebroken oudemannenstem, begeleid door een gitaar. Een simpele country song. Het is gek. Je rijdt in de nacht door hetzelfde bos waar je dan al uren doorheen bent gereden, op jacht naar berenhuiden, ontsnapte outlaws, en opeens is het spel iets als uit een film van Christopher Nolan of Clint Eastwood. Je krijgt kippenvel, terwijl er niets veranderd is, behalve het maanlicht en de ijzig heldere muziek.

Er is iets met de nacht, iets waardoor je ontvankelijker wordt voor muziek, schrijft Christiaan Weijts iets verderop in deze bijlage (‘Nocturnes voor een walkman in autoreverse’): ‘Wie ’s nachts wakker is, schiet in een alerte modus, waakzaam, beducht voor gevaar. Door een of ander delicaat biochemisch evenwicht staat het brein zo gevoelig afgesteld dat het elk geluid onder het vergrootglas legt, dat het elke verandering in geluidssterkte, toonsoort of tempo ervaart als een mentale aardverschuiving.’

De vierde aflevering van de AAA-serie van het Koninklijk Concertgebouworkest - ‘Actueel, avontuurlijk, aangrijpend’ - heeft als thema ‘De nacht’, vrij naar Shakespeare’s The Tempest:

this thing of darkness

I acknowledge mine

Volgens de Romantici aan het einde van de achttiende, begin negentiende eeuw, was de nacht de tijd voor de creatieve geesten. De nacht werd een terugkerend thema in poëzie en beeldende kunst. Van de schilderijen van Caspar David Friedrich tot Richard Wagners Tristan und Isolde. Waar de nacht als metafoor in de twintigste eeuw een zwaardere betekenis kreeg (zie ‘Om te dromen en te vrezen’, p. 6), schreef Mozart aan het einde van de achttiende zijn vrolijke Eine kleine Nachtmusik.

Foto’s van Royal Concertgebouw Orchestra - Public rehearsal Mahler 7 with Pierre Boulez

Mozarts notturno staat niet op de agenda van het Koninklijk Concertgebouworkest, wél Mahlers zevende symfonie en Sechs Stücke für Orchester van Webern, in de handen van de Franse sterdirigent Pierre Boulez (over hem schrijft Bas van Putten: ‘De Robespierre van de nieuwe muziek werd een tweede Gustav Mahler - een gezaghebbende dirigent wiens podiumactiviteiten zijn werk lijken te overvleugelen’). Het is een onvergeeflijk cliché om te zeggen dat het muziek is om bij weg te dromen, maar toch.

www.concertgebouworkest.nl