Op een hete zomeravond, omringd door verhuisdozen en rotzooi die zich had bevrijd uit kasten en lades – een werkelijk onvoorstelbare hoeveelheid spullen die zich niet liet temmen, die, sterker nog, met elke poging tot inperking zich alleen maar leek te vermenigvuldigen – keek ik op Netflix in één ruk alle vijf afleveringen van een Australische datingshow.

Love on the Spectrum volgt een aantal twintigers dat zich ergens in het autistisch spectrum bevindt. Het had vreselijk kunnen zijn, van het type zielloos voyeurisme waar series als Tiger King op teren, maar dat was het niet. De deelnemers werden serieus genomen en op een integere manier in beeld gebracht. De poging hen aan een geliefde te helpen was oprecht, al leek het niet echt te helpen dat er steeds cameramensen en regisseurs aanwezig waren. Zenuwachtig wierpen de liefdeszoekers, gekleed op hun paasbest, boeketje in hun hand, blikken in de camera. Een jongen vroeg onzeker aan de regisseur of hij het allemaal wel goed aanpakte, een andere jongen deelde mee dat hij genoeg had van de filmcrew.

Er was een datingcoach, gespecialiseerd in het begeleiden van mensen met autisme. Met haar oefenden de kandidaten mogelijke scenario’s. Wat de meeste mensen voor lief nemen – iemand begroeten, een gesprek beginnen en op gang houden – was voor niemand van de deelnemers vanzelfsprekend. Het was alsof ze net leerden autorijden; witte knokkels om het stuur, opeengeklemde kaken. Soms kwamen ze een heel eind, vaak hadden de dates iets van een voortijdig beëindigde testrit in de vijfde versnelling – een spervuur aan vragen, een serie korte antwoorden, twee mensen die na tien minuten sprakeloos tegenover elkaar zaten met in de stilte tussen hen een gemeenschappelijk verlangen weer met rust gelaten te worden.

Je zou kunnen concluderen dat mensen met een autistische stoornis niet erg geschikt zijn voor de praktijk van het daten, maar accurater lijkt me de vaststelling dat het hele idee van daten zelf nogal autistisch is. Waarom hebben we in godsnaam bedacht dat dít de manier is, dat liefde vinden een kwestie is van kandidaatstelling, van gedeelde interesses en hobby’s, van etentjes bij kaarslicht en een rode roos op Valentijnsdag? Ooit moet het concept emanciperend zijn geweest, een manier om los te breken van verstikkende familieleden en chaperonnes, inmiddels is het allang verworden tot een stramien met spelregels waar nauwelijks aan te tornen valt.

Zijn mensen met een autistische stoornis niet erg geschikt voor het daten? Dat hele idee van daten zelf is nogal autistisch

Mensen die niet wensen deel te nemen aan het circus van online platforms, zelfpromotie en de eindeloze sollicitatierondes die we afspraakjes noemen, wordt angst verweten voor het ‘avontuur’ van de liefde. Het is je moeder, zegt psychotherapeut Esther Perel tegen een cliënt die niet zeker is of ze een liefdesrelatie het hoogst haalbare vindt in haar leven, de stem in je hoofd is je moeder die niet meer wil worden teleurgesteld.

Vrouwen van boven de 35, en meer nog vrouwen van boven de vijftig, en meer nog moeders die na een scheiding ‘alleen’ zijn gebleven, zijn de dupe van zeer dwingende verhalen en theorieën over angst, teleurstelling en verbittering. Door Jan en alleman worden ze aangespoord online profielen aan te maken: je kunt het altijd proberen, het is toch léúk, hoe wil je anders ooit nog… Elke weigering zich in een mal te laten duwen van leuke-vrouw-sociaal-spontaan-zorgzaam-levensgenieter wordt geïnterpreteerd als een teken niet open te staan voor, nou ja, het leven zelf. (Vivian Gornick: ‘The very meaning of human risk was embedded in the pursuit of love’).

Dat iemand een liefdesrelatie niet (meer) nastreeft of überhaupt wil, vinden we nauwelijks geloofwaardig. Wie niet op zoek is heeft een probleem, en wie een probleem heeft moet het oplossen. In een wereld die we steeds meer wensen te definiëren met therapeutische taal, is dating een verkapte vorm van zelfhulp. Ook de kandidaten van Love on the Spectrum krijgen van de coach het advies om vooral eindeloos te blijven oefenen, beter te worden, de code te kraken. Liefde is iets om binnen te hengelen en goed op te bergen in een koele, donkere ruimte.

Ondertussen kan ik niet wachten op het moment dat de troep in mijn huis zich heeft getransformeerd tot een paar ordelijke stapels dozen, weggestopt in een opslag waar ik ze voorlopig niet meer hoef te zien. Ik weet zeker dat mijn leven tegen die tijd op orde zal zijn. Alles zal veranderen.